Kalloe’s kijk op raffinaderij

1 Kalloe's kijk op raffinaderij Staatsolie.1Staatsolie heeft het afgelopen jaar een nieuwe raffinaderij opgezet. Ir. Richard Kalloe (gewezen minister van de ministeries van Openbare Werken en Handel en Industrie) zegt dat het nog steeds onduidelijk is wat de investeringskosten in totaal voor de raffinaderij zijn. Volgens de statuten heeft Staatsolie als taak winning van aardolie en de verwerking en distributie van diverse aardolieproducten. Als rechtvaardiging voor de bouw van de uitbreiding van de raffinaderij wordt gezegd dat Suriname zelfvoorzienend zal zijn in aardolieproducten. ‘Integendeel, Staatsolie zal haar producten duurder verkopen dan de importproducten’, aldus Kalloe. ‘Dit betekent dat de prijs van energie met een sterke energiecomponent zal stijgen en de Surinaamse economie een zeer slechte concurrentiepositie zal overhouden aan dit project. Komt nog bij dat Staatsolie niet gaat exporteren en dus geen eigen inkomsten/deviezen zal hebben. Zij heeft de monopolie op de exploitatie van onze aardoliebronnen.’
‘Bij importsubstitutie (ontwikkelingsmodel dat met veel voorzichtigheid gehanteerd moet worden) kunnen er heel rare dingen gebeuren’, zegt Kalloe verder. ‘Omdat investeringen als die van Staatsolie een hoge deviezencomponent bezitten en ook omdat de exploitatie van deze investeringen een hoge deviezencomponent heeft, zal dit tot gevolg hebben dat bij gelijkblijvende inkomsten/deviezen de deviezenvoorraad in de economie zal opdrogen. Wanneer steeds meer bedrijven zogenaamd deviezen gaan besparen, zal dit leiden tot een deviezentekort binnen drie jaren. U begrijpt, als je deviezen bespaart, wil dat nog niet zeggen dat je deviezen kan uitgeven die je niet hebt’, benadrukt ir. Kalloe. ‘Besparen betekent niet dat je deviezenvoorraad gaat toenemen, maar integendeel gaat slinken. Uit een eerder uitgegeven publicatie van de Wereldbank blijkt dat bij een betere aanwending van de inkomsten uit Staatsolie, Suriname er beter van zou zijn geworden. De marge op het raffineren van ruwe olie is het verschil tussen de kosten van de grondstof en de opbrengsten van de eindproducten. Deze heeft historisch heel laag gelegen, met name tussen de $1 en $3 per vat ruwe olie. Deze bedraagt nu tussen de $2 en $4 per vat. In de toekomst zal deze tussen de $6 en $7 per vat liggen. Dit betekent dat wanneer de productiekosten van Suriname ruim boven deze marge liggen, ons land nooit zal kunnen concurreren met de grote raffinaderijen in het buitenland.’
AF

error: Kopiëren mag niet!