Je suis Charlie

De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van een onafhankelijke pers vormen een groot goed, een grondrecht dat verankerd is in de grondwet van ons land. In alle democratische landen wordt de rol van de media ook wel de ‘vierde macht’ genoemd. Ik heb mij dan ook heel erg verbaasd toen de voorzitter van de Vereniging van Journalisten (SVJ) in Suriname meldde dat zowel in het nieuwe als oude testament afkeurend over homoseksualiteit wordt gesproken. ‘Wat wilde hij met dit triviale statement eigenlijk tot uitdrukking brengen?’ Tegelijkertijd meldde Leeuwin dat over de homoseksualiteit in Suriname nog geen consensus is bereikt. Met allerlei drogredenen probeerde hij vervolgens de zogenaamde christelijke liefde te laten gelden voor tevens het LGBT-Platform. Ik heb geen enkele betrokkenheid bij het LGBT-Platform. Toch moet de seksuele geaardheid van genoemde groep op geen enkele wijze worden betrokken bij de standpunten alsmede interpretaties van een bepaalde religie. ‘Het LGBT-Platform uit zich toch ook niet betreffende onder andere het celibaat in de Rooms-Katholieke Kerk?’ Want zelfs de religies, die onder andere zoveel spiritualiteit en goedheid prediken, hebben veel te verantwoorden. In dit verband verwijs ik naar de vele misstanden in de Rooms-Katholieke Kerk, het grootste kerkgenootschap ter wereld. Zelfs in dit genootschap is het sterk achterhaalde en bekritiseerde celibaat nog steeds niet afgeschaft, en vormt een bron van afwijkend seksueel gedrag van vele geestelijken, dat in de loop der tijden tot uiting is gekomen. Bij de vrijheid van meningsuiting mag men tegenwoordig enigszins beledigen, dwarsliggen, zich satirisch uitspreken en of een karikatuur plaatsen. Rechters hebben het tegenwoordig heel moeilijk om sancties op te leggen als de vrijheid van meningsuiting in het geding is. Wij dienen constant de grenzen van wat de vrijheid van meningsuiting is met elkaar te bespreken. Dat is wat Leeuwin als voorzitter van de SVJ aan ons moet vertellen, vermoed ik. Wij horen elkaar niet diep te kwetsen bij de beleving van onze religieuze gevoelens, maar er mag wel de spot gedreven worden, of er mogen wel satirische prenten worden geplaatst. Een sterke en goede religie trekt zich daar niets van aan! En zeker niet een politicus als over deze persoon gekscherend wordt gesproken! Dat is wat het weekblad Charlie Hebdo ook deed ten aanzien van president Hollande (1954) van Frankrijk. Er werd niets door dit blad uitgelokt! Wat dat betreft: ‘Je suis Charlie, je suis la liberté’. Men hoort altijd verdraagzaam en tolerant te zijn! Zelfs als wij het niet eens zijn met een bepaalde opvatting. Als je soms de commentaren in de (sociale) media leest, is het onvoorstelbaar wat sommige lieden poneren. Vaak blijkt ook dat zij de inhoud van de stukken niet eens goed hebben gelezen. De uitleg die wordt gegeven, mag nimmer aanzetten tot haat zaaien, aangezien dit een misdrijf is waarvoor men gevonnist kan worden. Gelukkig kan Suriname bogen op een goede en neutrale rechtspraak, die zo wezenlijk is voor de beleving van de democratie. Het is heel belangrijk dat wij bij het schrijven van satirische of ironische stukken het respect voor elkaar niet uit het oog verliezen. Bij de propaganda die de politieke partijen voeren op weg naar de verkiezingen, wordt er veel gescholden. Ik heb daar geen moeite mee; alleen is het wel zo dat de zaken die nu worden bekritiseerd vaak niet zijn uitgevoerd toen men zelf aan de macht was. ‘Dus wie scheldt men eigenlijk uit?’ Het gebeuren in Frankrijk moet ons allen aan het denken zetten. ‘Hoe verdraagzaam zijn wij.’ Onder de vrijheid van meningsuiting valt voorts het recht om te demonstreren. Als wij massaal protesteren tegen de onterechte aanname een Amnestiewet worden wij bedreigd met geweld. ‘Hoe ver zijn wij dan met de vrijheid van meningsuiting in Suriname?’ Wellicht wil de SVJ deze vraag beantwoorden. Ik durf mij niet uit te spreken over beleving van de vrijheid van meningsuiting en pers in Suriname, maar kan wel stellen dat het in vele opzichten beter moet. Met name het journalistieke niveau moet omhoog. Daarmee bedoel ik te zeggen dat journalisten nog steeds angstig opereren als ze bijvoorbeeld met bepaalde politici spreken. Maar dat zal natuurlijk ook komen omdat er nog steeds geen Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) bestaat, die journalisten in staat stelt om bepaalde zaken adequaat te onderzoeken. ‘Je suis Charlie!’ Natuurlijk moet ook in Suriname nog veel veranderen op het gebied van één van de bekendste mensenrechten, namelijk de vrijheid van meningsuiting. Uiteraard mag dit recht door de overheid ingeperkt worden als bijvoorbeeld de goede naam van anderen beschermd moet worden of in het belang van de nationale veiligheid of ter bescherming van de nationale orde, de volksgezondheid of de goede zeden. Het is dus geen absoluut recht, maar wel absolute voorwaarde voor een democratische samenleving. Het is daarom heel typerend dat Clifton Limburg van de NDP tevens perschef van de president, zo scherp uithaalt naar prominenten van de Samenwerkende Partijen. Het is ook typerend dat de president van ons land – naar aanleiding van bepaalde uitlatingen gedaan door de leider van de VHP – deze persoon voor het gerecht sleept. Ik verwacht dat dit proces met een sisser eindigt, omdat het hier om een bepaald staaltje van de vrijheid van meningsuiting gaat. Ik ben zeker benieuwd naar de uitkomst van dit geschil, omdat wederom de mate van verdraagzaamheid als democratische waarde hier in het geding is.
Robby Roeplall

error: Kopiëren mag niet!