Eddy Jharap: “Toen ik met Staatsolie begon, lachten ze mij uit”

“De politieke ontwikkelingen hadden danig aan me geknaagd dat ik tegen mezelf zei dat ik nu wel eruit moet. Staatsolie vierde haar 25-jarig bestaan, alles ging goed. Iedereen was happy en dat was het mooiste moment om eruit te gaan.” Dit zei Eddy Jharap, de eerste directeur van Staatsolie Maatschappij Suriname en ook de eerste werknemer van het bedrijf, in het programma KAAK op 7 januari. “Het is al 9 jaren en als ik vandaag een balans opmaak, dan ben ik blij om te zien dat het bedrijf overeind is gebleven. Er is een nieuwe raffinaderij gebouwd. Ik had het wel anders gezien, maar het staat er al. Wat wij met zijn allen moeten doen, is ernaar toewerken dat die raffinaderij aan de verwachtingen van de samenleving en het bedrijf beantwoordt. Het is een heel ingewikkelde raffinaderij, maar de opleiding en de begeleiding zijn het beste wat ik me kan voorstellen.”
De druk van de dalende olieprijs
“Men moet zich ernstig gaan beraden waar afslankingsprocessen moeten plaatsvinden en niet te lang erover doen. Ik denk niet dat de olieprijs binnen een paar maanden de lucht in zal gaan. Men moet voldoende ruggengraat hebben om daar waar nodig te saneren en te zorgen dat het bedrijf een gezonde cashflow blijft behouden om in elk geval de oliewinning, waar het geld vandaan komt, in stand te blijven houden. Ik hoop niet dat om politieke redenen goedkopere prijzen voor de olie wordt vastgesteld, want anders is het afgelopen. Het geld dat uit de productie wordt gehaald, moet teveel monden gaan voeden. De druk zal toenemen.” Ondanks dat heeft Jharap er geloof in dat het bedrijf het zal overleven.
Is Staatsolie levensvatbaar?
“Je zoekt een reserve, je produceert het, je verwerkt het tot een eindproduct, je verkoopt het, maakt geld, je betaalt dan belasting en de aandeelhouders krijgen hun dividend.” Zo beschrijft Jharap het uitvoeringstraject. Hij meent dat elk onderdeel van Staatsolie als een zelfstandig bedrijf zou moeten kunnen functioneren zodat ze kunnen bewijzen dat ze levensvatbaar zijn. “Toen ik met Staatsolie begon, hebben ze mij ook uitgelachen, maar ze staan er vandaag. Men moet op Staatsolie niet teveel druk leggen, want dan zie je dat de verantwoordelijkheid is verwaterd. Je weet niet wie aan te spreken is.” Vandaar dat Jharap van mening is dat elk onderdeel van het bedrijf verzelfstandigd moet worden en een eigen verantwoordelijkheid moet kunnen afleggen. “Het is in de wereld bewezen dat bedrijven die te ver van hun core business waren, over de kop zijn gegaan.”
Jharap keert in dezelfde functie niet meer terug, al zou de regering een beroep op hem doen. “Ik heb mijn bijdrage al geleverd. Ik zou me geëerd voelen, maar mijn fysieke energie is weg. Mijn verstand is helder, maar mijn lichaam kan het niet meer dragen”, aldus Jharap.
Kavish G.

error: Kopiëren mag niet!