Politieke partijen zijn belangengroepen

Het lijkt erop dat er een haat-liefde-verhouding bestaat in de Surinaamse politiek tussen bepalende politieke leiders. Deze verhouding wordt nog steeds gevoed door voornamelijk de etnische politiek die zich vaak beweegt in de verzuilde religieuze groepen met name in de grootste politieke partijen. Niet zonder bedoeling is dominee Meye met een fors salaris benoemd in de omgeving van president Bouterse. Karel Hoekendijk – een Nederlandse evangelist – bracht in 1961 zijn religieuze stroming naar ons land. Opmerkelijk was dat hij als leider van zijn beweging al in het begin snel het land werd uitgezet. Nu is onze president aanhanger van deze beweging waar alle volgelingen volgens Meye een goed huis hebben. In Suriname is religie nauw verbonden met de politiek (Trouw, 28 december 2014). Deze trend zien we bij bijna alle politieke partijen. Wie dieper graaft, zal gauw een religieus verband zien tussen de vorige en de huidige politieke leider bij in ieder geval de zogenaamde traditionele politieke partijen. En daarmee is natuurlijk voorts de democratisering binnen alle politieke partijen in het geding. Eigenlijk bestaan er ook geen progressieve politieke partijen in Suriname. Ze hebben nooit bestaan omdat een vaste ideologie en of idealisme ontbrak. Vernieuwingsbewegingen bij de diverse grote politieke partijen worden tevens niet met open armen ontvangen. Van bijvoorbeeld de bekende vernieuwer Bholanath bij de VHP vernemen we niets meer: “Heeft Santokhi hem wellicht monddood gemaakt?”. Tegen de VHP loopt nu ook een procedure, omdat besluiten niet zijn genomen conform de regels van de partijorganen. Bij de onafhankelijkheid in 1975 merkten we dat de leiders ondanks de onvermurwbare tegenstellingen die er bestonden – gestoken in koloniale witte pakken – elkaar een stevige brasa (omhelzing) gaven. Een dergelijke schijnheiligheid is nauwelijks voor te stellen. Zelfs in Nederland gaan enkelen nog door met dit belachelijke vertoon door lezingen te organiseren rondom dit thema in peperdure hotels waaraan zelfs onze pas benoemde diplomaten deelnemen. In de Van Lier lezing van 2012 merkt de zeer gerenommeerde en gerespecteerde wetenschapper Fernandes Mendes (1951) over onze politieke leiders op: “Één van de meest centrale aspecten van het politieke leiderschap in Suriname is dat ze geen nationale leiders zijn”. De geniale Van Lier (1914 – 1987) formuleert het als volgt: “De partijen vertonen meer het karakter van georganiseerde belangengroepen die zich binnen de bestaande etnische en religieuze lijnen, om verschillende persoonlijkheden scharen die tot de verbeelding van de volksmassa’s spreken”.
Om Bouterse politiek te overwinnen zal heel veel water door de Surinamerivier moeten stromen, vermoed ik. Veel partijen hebben zich momenteel tegen deze leider gebundeld terwijl ze enige tijd daarvoor elkaar zwaar hebben bestreden. Dat is ook de reden dat bijna alle leiders van de aangesloten partijen kandidaat zijn voor het presidentschap. Er gaan zelfs stemmen op om Santokhi te boycotten als presidentskandidaat omdat hij niet geschikt zou zijn. Velen vragen zich daarom terecht af waarom in het corrupte Suriname (100-ste op de CPI in 2014 van Transparency International van de 175 onderzochte landen) altijd een partijleider voor de allerhoogste politieke functies gaat. Vaak blijkt deze persoon daar totaal ongeschikt voor te zijn. Het moet dan ook niet verwonderlijk worden geacht dat van het georganiseerde grotesk tegen Bouterse straks ruziënde partijen overblijven. Santokhi gebruikt nu al woorden als: “Over my dead body”. Velen praten nog steeds na over de scheldpartijen bij de recente vergadering in het district Nickerie. De vraag die sommigen zich nu stellen, is of niet eerder Hindori (1933 – 1986) dan Lachmon een geëerd, gerespecteerd en of verheven politicus van ons land genoemd moet worden als voorbeeld voor het nageslacht. Er zijn verschuivingen merkbaar. Enkele lieden die vroeger hun geluk zochten bij de NDP, en nu andere partijen opzoeken, schelden op Bouterse en Doekhi. Hoewel er partijprogramma’s bestaan, wordt hiervan afgeweken om de weg van “moddergooien” te kiezen waarbij op vergaderingen beledigingen, schelden en of vernederingen aan de orde van de dag zijn. Nu is weer een proces aanhangig gemaakt tegen een leider die maar al te graag president van Suriname wil worden wegens smaad, laster, beledigingen en of anderszins gewraakte woorden die in het openbaar tegen de president van ons land zijn gebruikt: “Je kunt vinden wat je wil van de persoon Bouterse maar hij is democratisch door het volk gekozen”. Ik vermoed als protest omdat de traditionele politieke partijen steeds hebben geweigerd de belangen van het totale Surinaamse volk op de juiste wijze te behartigen; maar de leiders er bijna altijd voor kozen zichzelf en de eigen schare te bevoordelen.
Ik verwacht niet dat er veel verandert na de verkiezingen in 2015. Belangrijke wetenschappers hebben vastgesteld dat onze leiders enge belangenbehartigers zijn. Onze toekomst ziet er volgens hen in vele opzichten niet echt rooskleurig uit. Het frappeert mij wel dat op de podia er niet wordt gesproken over de vele vergoedingen die politici krijgen zonder daarvoor te presteren. Niet zelden worden vergaderingen in de DNA om moverende redenen niet bezocht. Is dat democratie in een rechtstaat? Je kunt dit gerust als een vorm van corruptie bestempelen omdat vette salarissen worden getoucheerd zonder ervoor te werken. Idem dito wordt betreffende de directe aanname van een strenge wet die corruptie verbiedt stoïcijns gezwegen. Niemand weet wie namens de partijen die samenwerken presidentskandidaat wordt. Voornamelijk om stemmen te trekken, is elke leider van deze groep politici nu voorgedragen als presidentskandidaat. Een grotere wanorde kan ik mij niet voorstellen! lachen. Bij deze groep is er geen sprake van enige realistische en of ideële politiek. Kritiek mag niet geleverd worden want dan tast je de belangen van de lieden die zich rondom hun leiders hebben geschaard aan. De leiders weten hoe ze propaganda moeten voeren om zich te verzekeren van de stemmen van de volksmassa’s die lak hebben aan de toekomst van hun kinderen. Waarschijnlijk zal de leider van een politieke partij die het volk het beste weet te bedonderen uiteindelijk president worden van ons land. Daarom wordt tegenwoordig niet gekeken naar onder andere de justitiële antecedenten van een potentiële kandidaat. Elke crimineel kan tegenwoordig in het hoogste college van Staat zitting nemen als de politieke belangen van elkaar maar worden gediend. Je vraagt je af of er nog iets van enige ethiek bestaat in politiek Suriname. Wie onder deze omstandigheden nog wil gaan stemmen, laadt een zware verantwoordelijkheid op zijn schouders. Helaas kan ik daarom geen enkel stemadvies geven hoezeer ik vóór bepaalde partijen ben, maar wel fel gekant tegen personen die de leiding hebben overgenomen in deze politieke partijen. Waren ze maar weggebleven!
Robby Roeplall

error: Kopiëren mag niet!