Santokhi: “Politicus Bouterse probeert mij juridisch monddood te maken”

De voorzitter van de Vooruitstrevende Hervormingspartij, Chandrikapersad Santokhi, zegt aan Dagblad Suriname dat de politicus Desi Bouterse hem middels juridische instrumenten probeert monddood te maken. President Desi Bouterse, die tevens voorzitter is van de Nationale Democratische Partij (NDP), sleept VHP-voorzitter Santokhi naar de groene tafel voor uitspraken die hij heeft gedaan op een vergadering van Pertjajah Luhur (PL) te Lelydorp op 23 november. Santokhi zei onder andere dat Bouterse de drugsmaffia van Colombia naar Suriname heeft gebracht. Ook zou Bouterse Suriname in handen hebben gebracht van wapenhandelaren. “En alsof dat nog niet voldoende is, a man e tyar’ wan tra internationaal terrorist kon. A man e tyar’ Hezbollah kon ini a kondre. Zo gaat hij om met het vraagstuk van onafhankelijkheid in het land”, zei de VHP’er. Bouterse zou volgens de VHP-voorzitter Suriname in de greep van de drugscriminelen hebben gebracht. “Dat mi kan taki leki skowtu”, stelde Santokhi op de vergadering. Volgens de VHP-voorzitter is de rechtszaak een duidelijke aanval aan zijn adres naar de verkiezingen toe. Nu de zaak bij de rechter is, heeft zijn advocaat, Gerold Sewcharan, gisteren op de eis van Bouterse gereageerd. De politicus wenst uit respect voor de rechtstaat niet vooruit te lopen op zaken en zegt dat de rechtsstrijd aan de groene tafel gevoerd zal worden.
Santokhi spande in 2008 twee rechtszaken tegen Bouterse aan vanwege smaad en laster. Ook eiste Santokhi schadevergoeding. De voormalige echtgenote van Santokhi had op 15 november 2006 een huis gekocht bij Stichting Dimico International. De eigenaar van deze stichting was August Adjoeba, een beruchte drugscrimineel die meer bekend stond als ‘Segebai’, die op 11 augustus 2008 in Amsterdam werd geliquideerd. Enkele weken na de moord op Segebai werd de aankoop onthuld in de media en kort daarna beweerde Bouterse, tijdens een partijbijeenkomst van de NDP, dat Santokhi een zakenpartner was van Segebai en dat ze samen drugszaken deden. Bouterse die beweerde een kopie van de koopakte te hebben, zei dat er daarop te zien was dat het huis voor een absurd laag bedrag verkocht was aan de ex-vrouw van Santokhi. Dit zou volgens Bouterse een “geschenk van Segebai aan Santokhi” zijn. Tijdens de bijeenkomst beweerde Bouterse ook dat Santokhi zou hebben meegewerkt aan de voortijdige vrijlating van drugscriminelen die gelieerd zouden zijn aan politieke toppers van de toenmalige coalitie.
Ook zou Santokhi, volgens Bouterse, een politie-inspecteur in dienst hebben genomen die in 2000 een verdachte van drugssmokkel met opzet zou hebben laten ontsnappen. Deze inspecteur die, volgens Bouterse, hiervoor uit het politiekorps werd ontslagen, zou door Santokhi, direct na zijn aanstelling als minister van Justitie en Politie, weer in dienst zijn genomen en Santokhi zou zelfs de pensioengrondslag van deze inspecteur geregeld hebben. Rechter Susanne Chu achtte niet bewezen dat Santokhi betrokken was bij de aankoop van het huis door zijn vroegere echtgenote en ook achtte de rechter niet bewezen dat Santokhi zou hebben meegewerkt aan de voortijdige vrijlating van drugscriminelen. Haar oordeel was dan ook dat Bouterse de toenmalige minister met opzet in zijn goede naam en eer had aangetast.
Santokhi is niet de enige tegen wie Bouterse juridische aanvallen heeft gepleegd. Ook NF/NPS-assembleelid Arthur Tjin A Tsoi kreeg eerder een rechtszaak tegen zich aangespannen. In het artikel ‘President roept op tot bezuiniging, maar koopt jacht’ uitte de parlementariër beschuldigingen richting het staatshoofd voor het kopen van een jacht van NDP-topper Charles Pahlad. Dit viel niet in goede aarde over bij het staatshoofd. Bouterse spande een rechtszaak aan wegens smaad en laster. Tjin A Tsoi kon zijn beschuldigingen niet hard maken en moest deze uitspraken rectificeren.
FR

error: Kopiëren mag niet!