Ernstige denkfout

De grondwet van Suriname van 1987 schittert niet bepaald door helderheid en samenhang tussen wetsartikelen. Met dit basisdocument voor onze constitutie moeten wij het voorlopig maar doen. Wat hier graag onder uw aandacht wordt gebracht, is de reikwijdte die vooral aan de grondrechten volgens de grondwet gegeven moet worden. Voor wie op ons grondgebied gelden deze basisrechten? Is er ook sprake van volksbrede basisverplichtingen jegens de staat Suriname, waarvan het volksbegrip een wezenlijk bestanddeel is? Is het zo, dat vrijheid van godsdienst in ons land een aanwijsbaar deel van de samenleving regardeert? Heeft het grondwetsartikel over de vrijheid van meningsuiting bepaalde burgers of groepen daarvan enige beperking in de beleving van dit fundamentele recht uitgesloten? Volstrekt niet. Dat onze grondwet het in haar tekst afwisselend heeft over de begrippen Surinamer, ingezetene, het volk, de bevolking, de burgers, de natie, waarvan de inhoudelijke betekenis maar moet worden overgelaten aan de woordkennis van haar lezers, moeten wij tot betere tijden voor onze moederwet laten voor wat het is. Het ontbreken van toelichtende verklaringen op alle grondwetsartikelen, zowel tekstueel als inhoudelijk, brengt wel het voortdurende ongerief van de interpretatievrijheid met zich mee. In dit licht is het volgende voorval interessant. Zeer recentelijk heeft het assembleelid Ronny Asabina ernstige kritiek geleverd op uitspraken van de burger en psycholoog Julian With, die de marrongemeenschap zou hebben opgeroepen niet naar de stembus te gaan bij de aanstaande verkiezingen, en evenmin haar stem uit te brengen op de Nationale Democratische Partij (NDP). With zou zich, aldus Asabina, eerder dienen toe te leggen op de ontwikkeling van de marrons in stede van het willen uitroeien van personen in ons land op grond van hun seksuele geaardheid. Woorden van gelijke strekking zijn daarover geuit ( zie DBS van 2 december). Wat in de kritiek van het DNA-lid R. Asabina in het bijzonder opvalt, zijn de gedane uitspraken met betrekking tot de nationaliteit van de bekritiseerde Julian With. Hoewel niet met zoveel woorden uitgesproken, komt het kritisch doornemen van het betreffende krantenbericht impliciet er toch op neer, dat de Nederlandse nationaliteit van de heer With hem ervan zou moeten weerhouden zijn gewraakte uitspraken te doen. In hoeverre With in Nederland, bij het publiekelijk plaatsen van zekere opmerkingen, zoals nader verwoord door de heer Asabina, het land uitgezet zou worden, wordt hier verder niet aan de orde gesteld. Interessanter lijkt het dit assembleelid nadrukkelijk erop te wijzen, dat nergens in de grondwet hier gevestigde burgers, ook die met een buitenlandse nationaliteit, op het gebied van de vrije meningsuiting een of andere beperking wordt opgelegd. Uiteraard dienen burgers in ons land, afhankelijk van hun maatschappelijke status, rekening te houden met de restricties die nu eenmaal kleven aan zekere posities in de maatschappij. Maar onze grondwet is op dit gebied overigens wel duidelijk: ‘’ Een ieder heeft het recht om door de drukpers of andere communicatiemiddelen zijn gedachten of gevoelens te openbaren en zijn mening te uiten, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”. Gelijk Ronny Asabina zowel als burger als assembleelid een zekere vrijheid tot meningsuiting heeft, komt dit recht ieder andere burger in ons land het recht toe tot het publiekelijk kenbaar maken van een gedachte, een opvatting, een gevoelen, een mening. Wanneer van welke zijde dan ook anderen het advies gegeven wordt straks niet op een nader genoemde politieke partij te stemmen, ligt juist daarin de uitdaging voor betrokken organisatie het tegendeel bij de kiesgerechtigden los te weken. Waar Ronny Asabina van oordeel is dat Julan With zich eerder zou dienen toe te leggen op de ontwikkeling van de marrons in ons land, ligt juist daar het vrijwel onbetreden domein voor de beter ontwikkelde marronjongeren zoals de heer R. Asabina. Immers, het is bekend dat vooral de beter gesitueerde boslandcreolen hun wortelstronk steeds meer miskennen, en de luxe van het stadsleven aantrekkelijker vinden dan de bekommernis om het lot van de binnenlandbewoners. Het assembleelid Asabina dient duidelijk in zijn aandacht te stellen dat de recentelijk tot stand gekomen en inmiddels in uitvoering zijnde PSA-regeling zowel impliciet als expliciet zekere rechten toekent aan personen met de Nederlandse nationaliteit met een Surinaamse achtergrond, waartoe ongetwijfeld het recht van betrokkenen op vrije meningsuiting gerekend dient te worden, uiteraard ook hier met inachtneming van ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De grenslijn tussen de Surinaamse en Nederlandse nationaliteit is door deze verandering van zaken in zekere zin stellig verplaatst. Ook de burger Julian With komt binnen de geldende regels, omgrensd door de beginselen van moraal en fatsoen, het recht toe zich uit te spreken over zaken die de dingen van de dag betreffen, waaronder de nu reeds merkbare bewegingen en ontwikkelingen in de aanloop naar de verkiezingen op 25 mei 2015.
Stanley Westerborg
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!