VHP verklaring Internationale Dag Rechten van de Mens

Ieder jaar wordt wereldwijd de ‘Internationale Dag van de Mensenrechten’ op 10 december herdacht waarbij men stilstaat bij alle rechten voor mensen, volgens internationale wetgeving. De Internationale Dag van de Mensenrechten, die door de Verenigde Naties (VN) is ingesteld in 1950, vraagt om aandacht en een scherper bewustzijn van de wereld voor de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als gemeenschappelijke norm voor alle volkeren en alle naties. Suriname is partij bij diverse mensenrechtenverdragen.
Het thema voor de Internationale Dag van de Mensenrechten 2014 is: ‘Celebrating 20 years of changing lives through Human Rights’. Vrij vertaald: ‘Het memoreren van de wijze waarop de afgelopen 20 jaren het leven van de mens door mensenrechten zijn veranderd. De VHP constateert dat Suriname in de afgelopen twintig jaar positieve en negatieve ontwikkelingen heeft gekend m.b.t. het naleven van mensenrechten. Positieve ontwikkelingen zijn onder meer: – de aanvang van een gerechtelijk vooronderzoek in 2000 van de jarenlang slepende kwestie van de 8 decembermoorden, waarbij 15 burgers standrechtelijk zijn geëxecuteerd in 1982 en waarvan de traumatische effecten nog steeds een greep hebben op de Surinaamse bevolking. – Gedeeltelijke uitvoering in 2006 van het vonnis van het Inter-Amerikaans Hof in de zaak Moiwana middels publiekelijke verontschuldiging van de Staat Suriname aan de nabestaanden van de slachtoffers van de massamoord. Opgemerkt wordt dat de regering Venetiaan de verantwoordelijkheid van de massa – moorden op zich heeft genomen van het bloedbad aangericht in de binnenlandse oorlog van Ronnie Brunswijk tegen het Nationaal leger van Desi Bouterse. De start van het 8 december strafproces in 2007. De toetreding van Suriname tot het Internationaal Strafhof in 2008. De zittingname van twee Surinaamse mensenrechtendeskundigen in mensenrechtencommissies van de VN in Geneve (2010) en NewYork (2012), waarbij het de eerste keer is dat Suriname vertegenwoordigd is in deze commissies door twee vrouwen.
Voor wat betreft de negatieve ontwikkelingen m.b.t. naleving mensenrechten, kunnen naast de geconstateerde toename van mensenrechtenschendingen zoals huiselijk geweld, corruptie
op hoge niveaus, armoede, discriminatie en kindermishandeling, twee specifieke zaken worden genoemd: – de veroordeling van de Staat Suriname door het InterAmerikaans Hof voor Mensenrechten in 2005 voor de bloedige massaslachting in 1986 in het dorp Moiwana en het uitblijven van verdere uitvoering van het vonnis, nl berechting van de schuldigen en uitbetaling schadevergoeding aan slachtoffers. – De andere zaak betreft de stuiting van het 8 december strafproces in 2012 door aanname van een amnestiewet, waarbij de huidige President de belangrijkste verdachte is. De ‘zelfamnestiewet’ (het gaat hierbij om afgedwongen straffeloosheid) is een week voor de formulering van de strafeis tegen de verdachten van de decembermoorden, aangenomen. De Krijgsraad belast met het strafproces, schorste het 8 december strafproces in 2012. Een Constitutioneel Hof dat de amnestiewet moet toetsen, moet nog opgericht worden. De amnestiewet ontneemt de nabestaanden en de totale Surinaamse samenleving het recht om de waarheid te vinden.
Het is in strijd met alle internationale mensenrechtenverdragen en heeft het imago van
Suriname, internationaal beschadigd. – De internationale afkeuringen zijn ook niet uitgebleven. De VHP vraagt aandacht voor het ontstaan van een trend, regionaal en wereldwijd, die een grotere bezorgdheid reflecteert voor mensenrechtennormen en rechtsbescherming. Dit verandert het internationale klimaat waardoor een nieuw raamwerk is ontstaan voor rechtsontwikkeling en rechtsvinding m.b.t. mensenrechten. De verantwoordelijkheid voor de eerbiediging, de bescherming en de toepassing van mensenrechten berust in de eerste plaats bij Staten. De VHP wijst er dan ook op dat politieke leiders in democratische systemen kunnen verwachten dat er druk wordt uitgeoefend door verschillende sociale krachten: – nationale druk voor gerechtigheid vanuit mensenrechtenorganisaties danwel andere belangengroepen en de druk vanuit de samenleving zelf; – internationale druk om mensenrechten te respecteren en verplichtingen naleven voor ‘good governance procedures’. De VHP is van oordeel dat wij burgers van Suriname voor de uitdaging staan om na herwonnen democratie, oplossingen te vinden voor afrekening met misdaden begaan door dictators, militairen, politie, burgerlijke zelfverdedigingsgroepen en gewapend verzet.
De VHP bepleit dat vooral jongeren geïnspireerd moeten worden om zich in te zetten voor mensenrechten, tolerantie en vrede. Indien aan jongeren op scholen onderwezen wordt wat mensenrechten zijn, dan zal er een generatie later meer vrede en tolerantie zijn. Aldus een verklaring van VHP mediacomissie.

error: Kopiëren mag niet!