Asabina hekelt verdraaiing economische situatie door Abdoel

‘Kenmerkend voor een econoom is dat hij informatie en cijfers, in deze macro-economische indicatoren filtert, analyseert en verbanden legt om vervolgens conclusies te trekken. Hij mag geen kampioen zijn in het verwoorden en reproduceren van boekenkennis. En dat is een academisch geschoolde en econoom als Amzad Abdoel gehouden te weten. Hij mag de economische wetmatigheden geen geweld aandoen’, zegt Ronny Asabina, parlementariër van de BEP. ‘Hij moet ophouden om nonsens en koeterwaals uit te kraaien. Overigens is het zijn goed recht om de regering naar de mond te praten. Maar hij mag geen aanslag plegen op de intelligentie van het volk’, geeft Asabina aan. ‘Hij mag het volk niet beschouwen als dode vissen die met de stroom meegaan. Het feit dat hij in een heel vroeg stadium rijkelijk is gezegend met 2 ha grond moet geen motief of rechtvaardiging zijn om zand in de ogen van het volk te strooien’, zegt Asabina ietwat geïrriteerd.
‘De heer Abdoel wenst zich te profileren als deskundige en technocraat van dit kabinet op het gebied van beoordeling en waardering van onze macro-economische data en bedrijvigheid. Vrij recentelijk heb ik hem wederom betrapt op het verkondigen van oneigenlijke informatie over onze economie. Onder meer bejubelde hij de stijging van ons bruto binnenlansproduct per hoofd van de bevolking, dat hij als maatstaf gebruikt om aan te geven dat door inspanningen van deze regering de levensstandaard van de gemiddelde Surinamer enorm is gestegen. En juist hier gaat hij in de fout, want hij analyseert niet en legt hij evenmin verbanden. Het is levensgevaarlijk om selectief en eenzijdig bezig te zijn. Hoe kan je de stijging van het inkomen per hoofd van de bevolking ophemelen zonder iets te zeggen over de inkomensongelijkheid, vraagt Asabina zich af.
‘Ik hoor hem ook nooit praten over de nieuwe rijken die in deze regeerperiode zijn ontstaan, mensen die overnight rijk zijn geworden, nota bene op oneigenlijke manier. Ik heb hem nooit horen praten over de werkloosheid, met name de jeugdwerkloosheid, over het aantal werkplaatsen dat is gecreëerd, of over de arbeidsproductiviteit.’ Volgens Asabina kan Abdoel de samenleving een dienst bewijzen door aan te geven naar welke plaatsen of bedrijven men kan gaan om vreemde valuta tegen de officiële koersen te kopen. ‘Laat hij zijn invloed aanwenden, zodanig dat een transparant en openbaar toegankelijk bureau komt, waar ondernemers, zelfstandigen en burgers die geld van de overheid moeten krijgen voor bewezen diensten kunnen gaan om die vorderingen bij de overheid te registreren. Het volk zal dan een beeld hebben van het aantal noodlijdende bedrijven, een situatie die in belangrijke mate door de regering is gecreëerd en in stand wordt gehouden. Laat hij de regering vragen en overtuigen om te komen tot een ondernemers- en consumentenvertrouwensonderzoek.’
Asabina vraagt zich af waarom Abdoel de samenleving niet komt vertellen hoe het komt dat de overheid steeds meer en meer in gebreke blijft bij het nakomen van haar financiële verplichtingen. Thans hebben wij de situatie bereikt waar bedrijven en overige dienstverleners geen bestelbonnen meer accepteren. Alleen Abdoel en zijn (nieuwe) sociale omgeving maken zich geen zorgen over onder meer dat een liter brandstof te Kwamalasamutu SRD 10 kost en dat een 28 lbs gascylinder te Drie Tabiki SRD 135 kost. Ik hoop dat hij beseft waarom geen huishoudbudgetonderzoek in het binnenland wordt gehouden en dus geen prijsontwikkelingen in het binnenland worden bijgehouden om te komen tot vaststelling van inflatiecijfers.’
Asha Gajadien-Bhagwat

error: Kopiëren mag niet!