Geen tolk in strafzaak brandstichting Wintiwai

In de strafzaak waarin de drie verdachten Chequita L., Deborah A. en Darvind E. terecht staan voor brandstichting bij een appartementencomplex aan de Toemak Hoemakstraat te Wintiwai, was er gisteren geen tolk aanwezig voor de Spaanssprekende verdachte Darvind. Volgens kantonrechter Sieglien Wijnhard is er vanaf het voortraject gebruik gemaakt van een tolk om de verdachte bij te staan. Het zou volgens haar daarom niet raadzaam zijn om ‘Sranantongo’ met Darvind te praten; dat kan bij een eventuele veroordeling juist een aanleiding aan zijn raadsman geven om in hoger beroep te gaan. Openbare aanklager Astrid Niamat heeft eerder celstraffen gevorderd. Tegen Darvind kwam zij tot het wettig en overtuigend bewijs dat hij alleen de brand zou hebben gesticht. Deborah zou de brandstichting hebben uitgelokt. De strafeis tegen Darvind was 18 maanden, terwijl tegen Deborah een celstraf van 2 jaar is voorgesteld. Tegen Chequita was er onvoldoende bewijs om tot wettig en overtuigend bewijs te komen. Niamat vorderde daarom vrijspraak. De drie zouden op 10 januari het vuur hebben aangestoken bij een appartementencomplex aan de Toemak Hoemakstraat te Wintiwai. In totaal waren er zeven woningen afgebrand. De voorlopige hechtenis van Deborah en Chequita is eerder opgeschort.
Darvind E. verklaarde eerder dat hij in de eerste instantie door Chequita L. was benaderd om de ramen van één van de woningen op het complex in te slaan. Daarna moest hij hetzelfde doen bij een andere woning op hetzelfde complex. Ten slotte werd hij gebeld en moest hij deze keer de woning in brand steken. Achteraf gaf hij aan dat Deborah het was. De verklaringen van hem waren tegenstrijdig. Deborah nam hem mee naar de winkel en zij kocht de benodigde spullen, waaronder de terpentine. Ook kreeg hij een stok van haar en een doekje waarmee hij de brand kon stichten. Hij gooide de stok met vlammen via het raam naar binnen. Na deze handeling vertrok hij. De twee vrouwen, Chequita en Deborah, zouden de achttienjarige Darvind SRD 50 hebben betaald om het pand in brand te steken. Hij zou SRD 25 aan de zestienjarige Busta hebben afgestaan. Busta gaf in de rechtszaal aan dat Darvid degene was die hem had gevraagd om ‘een feit te klaren’. Toen hij weigerde, gaf Darvind aan dat Busta een sufferd was. Deze zaak wordt op 20 november verder behandeld.
FR

error: Kopiëren mag niet!