Zij kenden het volk niet

De sociale voorzieningen in ons land zijn recentelijk aangevuld met een drietal wetgevingsproducten. Er bestaat kritiek op de inhoud van deze wetten, die naar het oordeel van critici vooraf niet voldoende, niet naar behoren zijn doorschouwd. Zo zou de problematiek van de verschillende zorggebieden, waarop deze wetten betrekking hebben, naar hun aard niet op deskundige wijze zijn geïdentificeerd en geanalyseerd, terwijl de tot stand gekomen wetten ook niet diepgaand op hun consequenties zijn beoordeeld. Vooral van de zijde van de oppositie in het parlement is met vuur in het betoog gereageerd op de wijze waarop deze wetten tot stand zijn gekomen. Die zouden werkgevers en werknemers ’door de keel zijn gedrukt’’, werd onder meer gezegd. Een tegenvraag zou zo kunnen luiden: welk bruikbaar materiaal had de huidige regering tot haar beschikking in de vorm van eerder geconcipieerd beleid op het gebied van sociale zekerheden voor het Surinaamse volk? Anders gezegd: wat was op het gebied van de sociale zorg de nalatenschap van het regime daarvoor. Waren niet-behandelde ontwerpwetten als oriëntatiemateriaal voorhanden, lagen beleidsdocumenten over sociale zorg ergens in de filekasten van voorgaande regimes? Kortom, welk referentiekader was door beleidsvoorgangers ontwikkeld ter voortzetting van beleid op het vlak van sociale zekerheden voor de bevolking? Op welke wijze is de aandacht van voormalige beleidsmakers voor volksonderhoud tot uitdrukking gekomen bij het doornemen van beleidsdocumenten na de machtsoverdracht in het jaar 2010? Deze vragen worden hier onder uw aandacht gebracht, juist omdat critici van het moment middels een stortvloed aan woorden aangeven wat de huidige ontwerpers van het sociale zekerheidsstelsel verkeerd gedaan hebben bij het ontwerpen van dit beleid. Afgaande op al hetgeen daarbij door sprekers naar voren is gebracht, is de voor de hand liggende conclusie, dat critici uit de politieke hoek hun ruime kennis van en goede oriëntatie op sociaal beleid bewust niet eerder dienstbaar gemaakt hebben aan de sociale belangen van het Surinaamse volk. Zij zagen toen het volksleed niet. Nu is het ook mogelijk dat het geformaliseerde sociale zekerheidsstelsel in bepaalde opzichten verkeerd is aangepakt. Het ongerief blijft evenwel, dat zij die thans hun colleges op het gebied van sociaal welzijn ten beste geven, volstrekt niets hebben achtergelaten waaraan naderhand zou kunnen worden gerefereerd. Had een eerder regiem een strohalm in dit opzicht achtergelaten voor de beleidsopvolger? Een zoekactie in archieven en filekasten zal niets opleveren. Een sterke munteenheid, dat wel, een respectabele goud – en deviezenvoorraad, gewis een verdienste van voormalige machthebbers. Tegelijkertijd een volk in zeer slechte staat van onderhoud ‘’waarin duizenden de dag van morgen in apathische ellende tegemoet gaan’’, om de treffende woorden van de voorzitter van DA ‘91 , als toenmalige opposant in het parlement, hier maar te memoreren. Critici van het recentelijk ontworpen sociaal beleid tevens deelgenoten of ondersteuners van een voormalig regime hebben het kennelijk beter geweten. Zij hebben echter verzuimd volksonderhoud in sociale zin tot een wezenlijk aandachtspunt te maken voor voorbeeldig beleid. Zij zaten er wel, doch waren er niet bij. Zij droegen daardoor geen kennis van de ellende waarin duizenden burgers leefden. Hun kritiek klinkt nu daarom door als hypocriet. Dit hebben zij wel gedaan: paradijselijke financiële en sociale voorzieningen voor zichzelf en hun dierbaren. Ook als demissionaire regering hebben zij elkaar overgoten middels gelukzalige, persoonsgerichte beslissingen. Op het beeldscherm verschijnen, om achteraf wijze lessen te verkondigen over de vormgeving van het sociaal zekerheidsstelsel komt naar de geest overeen met het geval van de melkboer die eens zijn paard achter de wagen had gespannen.
Stanley Westerborg
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!