Carolinabrug is een solide bouwwerk

carolinaUit allemaal unieke samengestelde profielen bouwde Janson Bridging een vakwerkbrug over de Surinamerivier. De Carolinabrug vervangt een eerdere brug met dezelfde naam, die nooit in gebruik werd genomen. Nog voor de oplevering in 2007 ramde een zandschip de betonnen pijlers waarop een deel van het brugdek naar beneden kwam. De brug werd nooit meer gerepareerd en in de jaren daarna vonden meer aanvaringen plaats waardoor pijlers sneuvelden.
Ballast Nedam bouwt momenteel een nieuwe brug, zo’n vijf kilometer stroomopwaarts. Op die plek is de rivier wat smaller en is de stroming minder verraderlijk. De 204 meter lange brug wordt bovendien gerealiseerd met slechts één middenpijler met een robuuste aanvaringsbescherming. Voor de hoofdoverspanning klopte Ballast aan bij Janson Bridging, vooral bekend van tijdelijke bruggen geïnspireerd op de Baileybrug. Voor de overspanning van de Surinamerivier greep het bedrijf terug op een vertrouwd ontwerp van een vakwerkliggerbrug, al moest alles volgens hoofdconstructeur Niels Kuijpers wel flink worden opgeschaald. Alles werd compleet uitgewerkt volgens de Eurocode, wat voor Surinaamse begrippen een heel zware constructie opleverde. In de 204 meter lange vakwerkligger met een breedte van 12,5 meter werd in totaal 1.100 ton staal verwerkt. Voor de hoofdconstructie werd hoge sterktestaal (S460) toegepast.
Kuijpers zegt in een vraaggesprek aan CoBouw dat “bijna alles is gemaakt uit samengestelde profielen en kokers, er zijn bijna geen standaardprofielen toegepast”. De brug heeft ook nog eens twee voortogen, zodat de geometrie complexer is dan het op het eerste gezicht lijkt. Bijna geen spant of staaf is identiek. Niet voor niets is vanaf het begin alles in 3D ontworpen. De uitwisseling van de bestanden tussen de verschillende bedrijven verliep heel soepel. Gelukkig maar, want er was niet veel tijd te verliezen. De opdracht is gegeven in januari en de bouw op locatie moest in juni van start. Met het verschepen van alle voorgeproduceerde onderdelen was ook een paar weken gemoeid, zodat er vanaf het begin een flinke tijdsdruk op het project lag.
Bijzonder was volgens de constructeur de manier van monteren. De doorvaart op de rivier mocht tijdens de bouw geen moment gestremd worden. Ballast en Janson moesten het dus doen met dat ene tussensteunpunt halverwege de rivier. Het was niet toegestaan pontons te gebruiken als tijdelijke hulpsteunpunten. Samen met De Boer Civiele Technieken dokterde Janson een vijzelconstructie uit waarbij steeds een 10 meter lange brugsectie op de kant werd opgebouwd waarna de vakwerkligger weer 10 meter verder over de rivier werd geschoven. De constructie moest daarbij niet alleen horizontaal verplaatsen, maar ook nog iets omhoog omdat de brug in de eindsituatie een helling van 3,6 procent heeft.
Om de zaak in balans te houden werd aan de voorkant eerst een lanceerneus gebouwd. Met een lengte van 65 meter is dat bijna een brug op zich. Kuipers: “Het gewicht ervan per strekkende meter is echter de helft van dat van de brug, waardoor het gebruik van een contragewicht tijdens de schuifoperatie kon worden voorkomen. Want dat zou de montage van het betonnen brugdek bemoeilijken, waarmee Ballast Nedam meteen nadat de brug aankwam aan de overkant van de rivier van start is gegaan.” Het ministerie van Openbare Werken hoopt op 25 november deze brug in gebruik te kunnen nemen. Vooralsnog is de bruggenbouwer op schema.

error: Kopiëren mag niet!