Structuren van de Algemene Bevrijdings en Ontwikkelingspartij (Abop) zijn bereid een bijdrage te leveren personen op te sporen die zijn afgevoerd van de kiezerslijst van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB). De partij laat niets aan toeval over en zal ingezetenen die voor lange tijd verblijven in Frans-Guyana, ook mobiliseren en hun namen verifiëren op de kiezerslijst. Parlementariër Marinus Bee pleit ervoor om via zijn partijvoorzitter, Ronny Brunswijk, de minister van Binnenlandse Zaken te benaderen en te vragen om desnoods inzage te krijgen in de lijst van afgevoerde namen. “Dit keer gaan we niets aan het toeval overlaten, maar het maximale uit de kan halen. Iedere kiesgerechtigde moet op 25 mei vrijelijk zijn of haar burgerplicht kunnen vervullen”, zegt Bee. Op een partijvergadering van donderdag zijn de partijstructuren gemobiliseerd om alles in het werk te stellen, in het bijzonder de kiesgerechtigden in het verre binnenland, te helpen onderzoeken of hun namen voorkomen op de lijst. Volgens Bee zijn velen ongeletterd. Uit de vorige verkiezingen is geleerd dat sommige mensen pas op de dag van stemming snel zaken willen oplossen, omdat hun naam niet op de lijst heeft gestaan. “Ze worden boos als zaken niet in orde zijn, maar ook het CBB wil zich houden aan de regels”, zegt Bee. Op zaterdag 18 oktober wordt in het Cultureel Centrum Suriname een training verzorgd aan partijsleutelfiguren uit de districten over hoe om te gaan met de kiesregeling en de kieswet. “We gaan alle zaken over het hele traject naar de verkiezing toe goed doornemen.” Eerder heeft het DNA-lid Walther Bonjasky in het parlement bezwaren opgetekend over de werkwijze van het CBB. Bonjasky zegt over oude en nieuwe bewijzen te beschikken waarbij personen in zijn dorp, waaronder zijn eigen moeder en andere familieleden, onrechtmatig waren afgevoerd. “Als deze zaken niet goed worden aangepakt door CBB, zal ik onder ernstig protest stemmen op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken bij de begrotingsbehandeling”, aldus Bonjasky. “Ook bij de zuigelingregistratie zien we nog steeds minpunten. De wet zegt dat registratie van het kind binnen drie werkdagen moet geschieden, maar in het achterland kan met niet vanuit elke dorp een CBB-kantoor gemakkelijk bereiken.” Bee en Bonsjasky zeggen dat de overheid de burgers zodanig moet faciliteren dat iedereen volgend jaar zijn burgerplicht kan vervullen.
