Van “Krepi boi” tot rechter en voorzitter Surinaamse Voetbal Bond

Rechter RamnewashIn memoriam Mr. Albert Ishwardutt Ramnewash
(22–9– 1937 tot 11– 9–2014)

Albert Ramnewash werd op 22 september 1937 te Paramaribo geboren. Zijn vader: Willem Benipersad Ramnewash was postbode/chauffeur van beroep en was gehuwd met Soesila Bisoendei Basdew Sharma. Uit dit huwelijk werden 5 kinderen geboren en Albert was het oudste kind.
Het gezin woonde te Charlesburg, dat in de volksmond bekend staat als Krepi (volgens sommigen gespeld Crépy).
Albert was een vlotte leerling en na het behalen van zijn Mulo-diploma (Paulusschool) schreef hij zich in op de Surnumerairs opleiding, welke een afdeling was van de Surinaamse Rechtsschool. Daarna en wel in 1966 begon hij met de rechtenstudie aan de Rechtsschool, welke later werd omgedoopt tot Universiteit van Suriname, alwaar hij zijn doctoraal examen met succes afrondde.
Albert, zoals ik hem als goede vriend mag noemen, begon zijn indrukwekkende loopbaan van bijkans 59 jaar bij de overheid (ik weet niet of er een ander persoon in Suriname geweest is met zoveel dienstjaren bij de Staat Suriname) op 05 september 1955 op het Algemeen Bureau voor de Statistiek, alwaar hij tot 15 maart 1961 werkzaam bleef. Vervolgens trad hij op 16 maart 1961 bij het Ministerie van Justitie en Politie, afdeling Gevangeniswezen in dienst. Op 01 mei 1961 begon zijn loopbaan als ambtenaar op het Parket van de Procureur-generaal, alwaar hij verschillende functies vervulde en opgeleid werd om lid te worden van het Openbaar Ministerie. Zijn harde werken hier werd beloond door zijn aanstelling tot waarnemend substituut officier van Justitie op 01 juni 1972. Korte tijd later en wel op 1 juli 1973 werd hij benoemd tot substituut officier van Justitie. Van 1975 tot 1980 was hij tevens plaatsvervangend Auditeur-militair. Op 1 januari 1977 werd hij benoemd tot officier van Justitie, terwijl hij daarnaast van 1980 tot 1982 Auditeur-militair was. Vanwege zijn opvallende inzet en vakkundigheid werd hij op 01 juli 1981 benoemd tot Hoofd-Officier van Justitie, tevens plaatsvervangend Advocaat-generaal. In 1983 volgde zijn aanstelling als Advocaat-generaal.
In 1986 kwam er een belangrijke verandering in zijn carrière. Vanwege het grote tekort aan rechters, werd op Albert van hogerhand een dringend beroep gedaan om toe te treden tot de Rechterlijke Macht. Dit was voor hem een bijzonder moeilijke beslissing, daar zijn loopbaan bij het O.M. van dien aard was dat de functie van Procureur-generaal binnen zijn handbereik lag. Als goed patriot heeft Albert echter het landsbelang laten prevaleren en opteerde hij toch voor de Rechterlijke Macht. Op 01 mei 1986 volgde zijn benoeming en beëdiging tot lid van het Hof van Justitie, terwijl zijn installatie als zodanig plaatsvond op 09 juli 1986. Bij zijn ambtsaanvaarding sprak Albert de navolgende woorden uit: “ik zal proberen op bescheiden wijze mijn bijdrage te doen bij de zittende magistratuur”.
In de Surinaamse Rechterlijke Macht is er geen sprake van specialisatie, maar wordt verwacht van de rechter dat hij een “allrounder” is. Dit betekent dat hij zowel civiele -, straf- en administratiefrechtelijke zaken moet behandelen. Gelet op zijn strafrechtelijke achtergrond, werd Albert echter voornamelijk belast met strafzaken. Zijn kundigheid en praktische instelling bij de afhandeling van de aan hem toevertrouwde rechtszaken vielen op. Binnen de strafzaken waren het vooral de zedenmisdrijven die aan hem werden toevertrouwd. Op 01 oktober 1987 werd hij bij beschikking tevens benoemd als Rechter-commissaris belast met de behandeling van de strafzaken bij de Militaire Rechter. Op 28 november 2000 werd hij bij beschikking benoemd tot Rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken bij de Krijgsraad en van strafzaken bij de Kantongerechten.
Op 01 oktober 2003 werden zijn werkzaamheden nog meer verruimd met zijn benoeming tot President van de Krijgsraad. Op 22 september 2007 bereikte Albert de voor rechters geldende pensioengerechtigde leeftijd van 70 jaar, welke tevens de leeftijdsgrens is om lid van het Hof van Justitie te kunnen zijn, en op dat moment had hij een periode van bijkans 52 jaar actieve overheidsdienst achter de rug. In verband hiermede werd hem op 23 september 2007 eervol ontslag uit staatsdienst verleend. Aangezien hij fysiek en mentaal nog in een goede conditie verkeerde, verkoos hij niet rustig van zijn pensioen te gaan genieten, maar zijn diensten te blijven verlenen aan het land. Dit omdat het tekort aan rechters steeds schrijnender werd. Hij aanvaardde daarom op 01 maart 2008 zijn benoeming tot lid-plaatsvervanger van het Hof van Justitie en op 16 mei 2008 werd hij als zodanig beëdigd. Deze functie heeft hij tot de dag van zijn overlijden vervuld.
Andere juridische functies:
Op 01 maart 1971 aanvaardde Albert de functie van lid van de Personeelscommissie Gevangeniswezen. Van 01 januari 1973 tot 31 mei 1978 was hij lid van de Commissie voor Overleg in Politieambtenaren Zaken. Daarna werd hij voorzitter van het Overleg Orgaan.
In 1984 werd hij docent bij het Voortgezet Onderwijs op Senioren Niveau. Vanaf 1983 was hij verbonden aan de Opleidingen van de Penitentiaire Ambtenaren. Van 1985 tot 1986 was hij docent aan de Bijscholingscursus Parketsecretarissen en Fungerend Griffiers. Vanaf 18 november 1987 was hij docent van de interne opleiding Personeel Justitie.
Hij was ook gedurende enige jaren deeltijds docent aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, alwaar hij de vakken Strafrecht (inclusief Penitentiairrecht), Strafprocesrecht en Criminologie heeft gedoceerd. Hij is verder lid geweest van de commissie Selectie en Opleiding Rechterlijke Ambtenaren.
Hij is voorts docent geweest bij de RAIO opleiding, Politie Academie, Politie- en Militaire Opleidingen en diverse Middelbare Scholen, alwaar hij de vakken Strafrecht, Strafvordering, Staatsrecht, Criminologie, Burgerlijk Recht en Handelsrecht heeft onderwezen.
In de woelige jaren 1982 en 1983 was hij verbonden aan het Bijzonder Gerechtshof als tweede plaatsvervangend President. In deze periode heeft Albert zijn intermenselijke kwaliteiten om te kunnen laveren in woelige wateren en daarbij niet te verdrinken in de steeds opdoemende cyclonen, bewezen. Voorwaar, een schipper zoals er maar weinigen in ons land geweest zijn!
Hij was verder voorzitter van de Commissie voor Overleg Politieambtenaren en lid tevens voorzitter van verschillende commissies met betrekking tot Luchtvaartongevallen.
Zijn vakkundige kwaliteiten op het gebied van het strafrecht en met name zijn vermogen om te kunnen signaleren op welke delen ervan veranderingen cq vernieuwingen noodzakelijk zijn, hebben ertoe geleid dat hij benoemd werd tot ondervoorzitter van de Commissie Wetboek van Strafrecht, voorzitter van de Commissie Wetboek van Strafvordering en van de Commissie Instelling Drugs Treatment Court. In deze commissies heeft Albert baanbrekend werk verricht.
Tenslotte kan gemerkt worden dat Albert ons land vertegenwoordigd heeft op diverse buitenlandse conferenties.
Sociaal/Maatschappelijk/Cultureel
Albert heeft ook zijn sporen verdiend op het gebied van de sport. Hij heeft gedurende de periode van 1975 tot 1994 als bestuurslid van de Surinaamse Voetbal Bond gediend (bijkans 15 jaar). Van 1975 tot 1976 vervulde hij de functie van Commissaris belast met de Randdistricten onder voorzitterschap van de legendarische Andre (“Ampie”) Kamperveen. Het is in deze periode geweest dat ons land in Mexico mocht deelnemen aan de finale van het Concacaf toernooi. In de periode 1977 – 1981 was hij ondervoorzitter van de SVB, die toen ook geleid werd door Andre Kamperveen en in 1978 behaalde Suriname het CFU-Kampioenschap. In 1988 – 1989 was hij ondervoorzitter van SVB in het bestuur dat geleid werd door de bekende, Slim Refos. Zijn kwaliteiten als bestuurder waren van dien aard dat hij in mei 1990 gekozen werd in de hoogste bestuurspost binnen de SVB, namelijk voorzitter, welke functie hij tot april 1994 met succes bekleedde.
Ook is Albert ondervoorzitter geweest van de Surinaamse Cricket bond. Verder was hij lid van diverse culturele en religieuze organisaties, onder andere lid van de Adviesraad van de Gemeente Arya Dewaker.
Verder was hij bestuurslid van het oudste toneelgezelschap van ons land, Thalia. Dat was een periode waarin Thalia bloeide en regelmatig stukken van niveau op het toneel bracht.
Albert was ook enkele decennia lang lid van de Lions International en heeft diverse bestuursfuncties vervuld, onder andere die van President, terwijl hij op districtsniveau de hoge functie van Deputy District Governor voor Region I, Suriname, heeft vervuld.
Ondanks het feit dat Albert zoveel hoge posities had verworven, is hij steeds toegankelijk geweest voor een ieder en had met name een welwillend oor voor elke rechtzoekende die een beroep op hem deed. Hij vertelde met trots dat hij in wezen een “Krepi boi” gebleven was, die zich met genoegen uitdrukte in het Sranan, welke taal hij evenals het Nederlands en het Sarnami beheerste. Deze attitude van Albert gepaard gaande met zijn groot gevoel voor humor en zijn aanwezigheid op huwelijken, recepties, sportevenementen en andere festiviteiten, waar zijn gezelschap met genoegen werd opgezocht, verklaart zijn grote populariteit in alle geledingen van de Surinaamse samenleving.
Albert, ik zeg jou en ik denk dat ik mag zeggen, mede namens de totale Surinaamse gemeenschap, oprecht dank voor jouw bijdrage primair aan onze rechtstaat, maar ook op de vele andere terreinen van onze multiculturele samenleving. Je bent een Srananman in hart en nieren geweest!
Vermeldenswaard is dat Albert voor zijn verdiensten voor de Surinaamse samenleving in 2009 de onderscheiding van Commandeur in de Ere Orde van de Palm van de President van de Republiek Suriname heeft ontvangen.
Ook echtgenote, Farida verdient dank en waardering voor het feit dat zij Albert gedeeld heeft met de rest van de Surinaamse samenleving.
Niemand heeft het eeuwige leven, voor ons allen komt het moment dat wij afscheid moeten nemen van het aardse strijdtoneel. We mogen daarom zeggen dat de Schepper Albert, als gelovig mens, op een genadige en eervolle wijze tot zich heeft geroepen, namelijk terwijl hij bezig was met zijn rechterswerk.
Met recht kunnen wij zeggen dat hij in het harnas is gestorven.
Mijn oprechte deelneming aan zijn liefhebbende echtgenote Farida, zijn vijf kinderen en de overige nabestaanden, maar niet in de laatste plaats ook de totale Surinaamse gemeenschap!
Albert, moge jouw ziel de opperste vrede ten deel vallen!
Carlo R. Jadnanansing

error: Kopiëren mag niet!