Ied-ul-Adha, het Offerfeest

‘Ik getuig dat er geen God is dan Allah en ik getuig dat Mohammed (swt) Zijn gezant en boodschapper is. Vervolgens zoek ik mijn toevlucht bij Allah tegen het kwaad van de vervloekte duivel, ik begin in naam van Allah, de Weldadige, de Genadevolle.’ De Islam kent twee heel belangrijke feesten, die een bijzondere religieuze betekenis hebben. Deze feesten staan bekend onder de naam van ,,Ied”, hetgeen een terugkerend geluk betekent. Beide feesten, zowel de Ied-ul-Fitre als de Ied-ul-Adha, houden verband met de vervulling van een zekere plicht.
Het eerste feest, Ied-ul-Fitre, is door moslims over de gehele wereld op 28 juli reeds gevierd. Het tweede feest wordt Ied-ul-Adha of zoals in de volksmond “Bakra Ied” genoemd en is een onderdeel van de vijfde Zuil van de Islam en zal dit jaar gevierd worden op 05 oktober aanstaande. Adha betekent offeren. Dit feest wordt door moslims in de gehele wereld gevierd in de islamitische maand “Zul-Hadj” en staat in verband met de vervulling van een plicht n.l. het offer. Achter het offeren in de Islam ligt er een heel diepe geestelijke betekenis verscholen. Dit feest biedt tevens de gelegenheid tot het tonen van liefdadigheid.
Het offeren van een dier op die dag doet de armen en behoeftigen uit de gemeenschap van het feest genieten middels een goed vleesmaal. Het offeren geschiedt na het Ied-gebed op die dag en het kan zelfs tot enkele dagen erna. Het is verplicht om voorafgaande aan het Ied-gebed, de zakaat of liefdesgift voor de armen en behoeftigen te betalen opdat zij ook met vreugde aan het feest kunnen meedoen. Er kan een keuze gemaakt worden, afhankelijk van de financiële
draagkracht, tussen een schaap, geit of koe en in de Arabische landen ook een kameel. Het is heel belangrijk dat het offerdier vrij moet zijn van duidelijke lichamelijke gebreken. Het offerfeest is ter herdenking aan het grote gebeuren toen de profeet Abraham zijn zoon Ismael in opdracht van Allah moest offeren als beproeving. Het was de bedoeling dat hij zijn aller dierbaarste in naam van Allah zou moeten opgeven en dat was niemand minder dan zijn zoon Ismael. Hij gaf hieraan gehoor en voerde uit, maar de engel Gabriel onderbrak hem.
Hij, Abraham, bewees ons hier heel ver te gaan in zijn gehoorzaamheid aan zijn schepper. Niet alleen door de moslims, maar ook door de christenen en joden wordt hij geëerd als een rechtschapen persoon. Hij wordt beschouwd te zijn de patriarch van het monotheïsme ,,Geloof in één God” die een persoonlijke band met zijn schepper zocht.
Het offeren is in het belang van de offeraar zelf en wordt het dus een uiterlijk symbool van zijn bereidwilligheid, om zijn leven te geven en al zijn belangen en begeerten voor de zaak der waarheid op te offeren.
Het dier dat geofferd wordt staat in feite voor het dierlijke in de mens ofwel zijn lagere ongecontroleerde begeerten. Dit betekent dat het uiterlijk offeren van het dier de mens herinnert aan de noodzakelijkheid van het offeren van het dierlijke in hem. Met dierlijkheid wordt bedoeld de kwade gewoonten als gierigheid, hebzucht, haat, meedogenloosheid, intolerantie en asociaal gedrag.
De offerfeest heeft ook een spirituele betekenis. De Heilige Koran zegt immers in 22:37 dat niet het bloed en het vlees van de dieren Allah bereiken, maar dat voor Hem belangrijk is de rechtschapenheid van Zijn dienaren. “Niet hun vlees, noch hun bloed bereikt Allah, maar door Hem wordt aanvaard dat jullie aan je plicht voldoen.”
Als een ieder zijn lagere begeerten zou opofferen, zou er zeker vrede op aarde zijn, want het zijn deze verkeerde impulsen die onenigheid en vijandschap tussen de mensen brengen. En het onderdrukken van zulke verlangens is het Paradijs waard, zoals de Heilige Koran stelt in 79:40:41. Wat betreft degene die vreest voor zijn Heer te staan en die zichzelf weerhoudt van lage verlangens, de Tuin is zeker het verblijf.
Het hoogste niveau van offeren bereikt men pas, als men zich kan houden aan de voorwaarden die de Heilige Koran in 6:162 stelt: ,,Mijn gebed en mijn offers en mijn leven en mijn dood zijn zeker voor Allah, de Heer der Werelden.”
Het offerfeest gaat samen met de grote bedevaart of de Hadj. De instelling van de Hadj doet de mens de hoogste geestelijke belevenis ervaren. Het moet de innige wens van elke moslim zijn om, al is het maar één keer in zijn leven om de bedevaart naar de heilige stad Mekka te ondernemen. Door het ondernemen van de bedevaart leert en ervaart de moslim veel meer over gelijkheid en broederschap. Hij doet daadwerkelijk ervaring op, om op één en dezelfde wijze te leven, te handelen, te voelen met andere mensen die samen met hen op de bedevaart aanwezig zijn. Aanschouwt men het gebeuren te Mekka gedurende de Hadj-dagen in zijn algemeenheid, dan is men in de eerste plaats getroffen door de eenheid, welke door de miljoenen mensen van verschillende herkomst wordt tentoongesteld. Veel dieper dan de eenheid ligt een andere waarde van de bedevaart. Het is de hogere geestelijke belevenis, die door deze ongeëvenaarde samenkomst van miljoenen mensen mogelijk wordt gemaakt.
De belevenis van het nader en nader tot Allah te komen en wel zo dichtbij, tot een persoon voelt dat al die sluiers welke hem van Allah afhouden, geheel en al zijn weggenomen en hij in de goddelijke tegenwoordigheid staat. ,,Besteed uw bezit voor de zaak van Allah en stort u niet met eigen handen in het verderf, doch doet goed: voorzeker, Allah heeft hen lief die goed doen.”
Moge Allah u en ons allemaal genadig zijn en rijkelijk zegenen met de zegen die nimmer ten einde komt en aan de hele Surinaamse gemeenschap, maar in het bijzonder aan de moslimbroeders en -zusters wordt een gezegend Ied toegewenst.
Ied Mubarak.
Sjaak Abdul

error: Kopiëren mag niet!