Dc heeft gelijk

De dc van Para ergert zich aan de hardnekkige gewoonte van groepen burgers in Suriname om afval zonder na te denken uit het autoraam te gooien. Het gaat om passanten en bezoekers van de vele recreatieoorden in en ‘achter’ het district. De dc heeft sinds zijn aantreden en vooral rond en tijdens de schoolvakanties aandacht hiervoor gevraagd van de gemeenschap. De overheid en dit bestuurskantoor heeft op het vlak van het schoon houden van het district vorderingen geboekt door diensten te ontwikkelen en alert te zijn. Alleen is het gedrag van de burgerij niet veranderd en daar moeten we ons wel kwaad om maken. De dc vergeleek burgers die hardnekkig afval achteloos uit het raam naar buiten gooien, met ‘varkens’, een kwalificatie waarvan de drijfveer te begrijpen is. Het district Para is een mooi district, de zon schijnt anders in dit district. Van nature is het district rustgevend vanwege de excellente combinatie van natuur, koloniale geschiedenis en moderniteit. Hoe kunnen wij het dan als Surinamers over ons hart halen om het district te ontsieren? Het district Para is meer dan elk ander district in het nieuws geweest vanwege het beleid vanuit de dc en zijn kantoor als het gaat om afvalverwerking. In 2011 werd zo bericht dat Para met succes had geëxperimenteerd met grote vuilnisrekken. De dc plaatste in drie ressorten van het district 50 rekken. Dit project werd gefinancierd uit de eigen districtsbegroting van Para. Het vuil werd in het district in 2011 al vijf dagen in de week opgehaald. Het beleid is erop gericht om de bewustwording van de burgers te verscherpen en om dienstbaar te zijn aan het toerisme. De bestuursdienst van Para is belast met de eigen vuilophaal, waardoor de vuilophaalafdeling van OW in dit district niet aan te pas komt. De dc introduceerde een zogenaamde ‘vuilniszakkenproject’, waarover er wel kritiek was vanuit de burgerij. Vuil werd alleen opgehaald als het in gele zakken werd aangeboden. De gele vuilniszakken zijn in Suriname vervaardigd en kosten 55 cent. Van elke zak gaat 5 cent naar de begroting van het district Para. De kritiek was dat met het zogenaamde ‘gele zakkenproject’ de bestuursdienst bepaalde handelaren wilde bevoordelen. De bestuursdienst haalt in het district het afval zelf op en de burgerij is goed geïnformeerd over het buurtenschema dat de bestuursdienst hanteert.
Bij de introductie van het project werd berekend dat het district per maand caSRD 60.000 uitgaf aan de vuilophaal. Met het zakkenproject werd in eerste instantie berekend dat de burgerij uiteindelijk daarbij inkwam met 40 % (SRD 24.000). In 2013 werd bericht dat met het vuilophaalbeleid van de dc het district uiteindelijk SRD per maand SRD 50.000 bespaarde. De vuilophaal kostte het district toen ‘slechts’ SRD 20.000 per maand, een terugval met 71 %. De dc wordt geacht op het gebied van de vuilophaal standaarden te hebben gezet. Hij trachtte derhalve om ook het beleid in het aan Para grenzende Wanica te beïnvloeden met zijn ervaring en voorbeelden. Met de verkregen inkomsten uit het zakkenproject heeft de dc zijn wagenpark uitgebreid om de vuilophaal efficiënter te laten verlopen. De dc van Para kon ook de winkeliers zo ver krijgen dat deze zich konden vinden in het vuilophaalplan van het district en hun vuil wordt ook door de bestuursdienst opgehaald. Wat dat betreft is het dus voor de winkelier een win-win-situatie in het district omdat strikt volgens de vergunningsvoorwaarden, het de winkelier is die met uitzondering van anderen verplicht en verantwoordelijk is voor het opruimen van vuil dat in zijn winkel wordt gegenereerd. Opvallend is dat in het district duidelijke instructies zijn gegeven omtrent het tijdstip van het plaatsen van het vuil in de rekken. Dat mag niet willekeurig op elke tijdstip van de dag, maar kort voordat de vuilniswagen langs zal komen. Daarmee tracht de bestuursdienst te voorkomen dat het district wordt ontsierd.
Ondanks alle inspanningen blijft de burgerij voedselbakjes, verpakkingsmateriaal en wat dies meer zij, smijten uit de auto’s. De burgerij haat de overheid en wil naar het schijnt met het weggooien van afval wraak nemen op de overheid. Door achteloos vuil weg te gooien uit de ramen van de auto’s lijkt men te rebelleren tegen de overheid, omdat men daarmee opzettelijk en ongestraft iets doet dat niet mag. Daarmee voelt men zich sterker en slimmer dan de overheid en is men de overheid te slim af. Er zijn burgers in Suriname die nooit van hun leven vrijwillig vuil waarvoor men zelf verantwoordelijk is in hun auto’s zullen bewaren totdat het verantwoord kan worden weggedaan. Daarvoor is de auto te waardevol en ‘men betaalt belasting dus…’. De dc zegt terecht dat het vooral volwassenen zijn die achteloos afval op straat en op openbare plekken blijven dumpen. De vraag rijst waarom men een hekel heeft aan de overheid. De vraag rijst waarom men het land Suriname niet als een land accepteert, terwijl men er zelf burger van is. De vraag rijst ook in hoeverre de vervuiling te maken heeft met zelfhaat, iets dat vaker door de Surinamer geëtaleerd wordt. Voor het geval het gewoon te maken heeft met onzorgvuldigheid, waarom dringt de oproep van de autoriteiten niet door tot de burgerij? Het zal in Suriname niet lukken totdat fikse boetes worden ingevoerd voor het ontsieren en vervuilen van het land. Er zijn al overtredingen opgenomen in de Politiewet, maar daar wordt niet strak de hand aan gelegd. Spuwen, wild plassen, propjes, plastiek zakjes, flessen en etensbakken gooien tot het dumpen van organisch afval uit de voedselbranche moeten zwaar bestraft worden zodat bepaalde Surinamers gedwongen worden om nette mensen te worden.
Dc heeft gelijk
De dc van Para ergert zich aan de hardnekkige gewoonte van groepen burgers in Suriname om afval zonder na te denken uit het autoraam te gooien. Het gaat om passanten en bezoekers van de vele recreatieoorden in en ‘achter’ het district. De dc heeft sinds zijn aantreden en vooral rond en tijdens de schoolvakanties aandacht hiervoor gevraagd van de gemeenschap. De overheid en dit bestuurskantoor heeft op het vlak van het schoon houden van het district vorderingen geboekt door diensten te ontwikkelen en alert te zijn. Alleen is het gedrag van de burgerij niet veranderd en daar moeten we ons wel kwaad om maken. De dc vergeleek burgers die hardnekkig afval achteloos uit het raam naar buiten gooien, met ‘varkens’, een kwalificatie waarvan de drijfveer te begrijpen is. Het district Para is een mooi district, de zon schijnt anders in dit district. Van nature is het district rustgevend vanwege de excellente combinatie van natuur, koloniale geschiedenis en moderniteit. Hoe kunnen wij het dan als Surinamers over ons hart halen om het district te ontsieren? Het district Para is meer dan elk ander district in het nieuws geweest vanwege het beleid vanuit de dc en zijn kantoor als het gaat om afvalverwerking. In 2011 werd zo bericht dat Para met succes had geëxperimenteerd met grote vuilnisrekken. De dc plaatste in drie ressorten van het district 50 rekken. Dit project werd gefinancierd uit de eigen districtsbegroting van Para. Het vuil werd in het district in 2011 al vijf dagen in de week opgehaald. Het beleid is erop gericht om de bewustwording van de burgers te verscherpen en om dienstbaar te zijn aan het toerisme. De bestuursdienst van Para is belast met de eigen vuilophaal, waardoor de vuilophaalafdeling van OW in dit district niet aan te pas komt. De dc introduceerde een zogenaamde ‘vuilniszakkenproject’, waarover er wel kritiek was vanuit de burgerij. Vuil werd alleen opgehaald als het in gele zakken werd aangeboden. De gele vuilniszakken zijn in Suriname vervaardigd en kosten 55 cent. Van elke zak gaat 5 cent naar de begroting van het district Para. De kritiek was dat met het zogenaamde ‘gele zakkenproject’ de bestuursdienst bepaalde handelaren wilde bevoordelen. De bestuursdienst haalt in het district het afval zelf op en de burgerij is goed geïnformeerd over het buurtenschema dat de bestuursdienst hanteert.
Bij de introductie van het project werd berekend dat het district per maand caSRD 60.000 uitgaf aan de vuilophaal. Met het zakkenproject werd in eerste instantie berekend dat de burgerij uiteindelijk daarbij inkwam met 40 % (SRD 24.000). In 2013 werd bericht dat met het vuilophaalbeleid van de dc het district uiteindelijk SRD per maand SRD 50.000 bespaarde. De vuilophaal kostte het district toen ‘slechts’ SRD 20.000 per maand, een terugval met 71 %. De dc wordt geacht op het gebied van de vuilophaal standaarden te hebben gezet. Hij trachtte derhalve om ook het beleid in het aan Para grenzende Wanica te beïnvloeden met zijn ervaring en voorbeelden. Met de verkregen inkomsten uit het zakkenproject heeft de dc zijn wagenpark uitgebreid om de vuilophaal efficiënter te laten verlopen. De dc van Para kon ook de winkeliers zo ver krijgen dat deze zich konden vinden in het vuilophaalplan van het district en hun vuil wordt ook door de bestuursdienst opgehaald. Wat dat betreft is het dus voor de winkelier een win-win-situatie in het district omdat strikt volgens de vergunningsvoorwaarden, het de winkelier is die met uitzondering van anderen verplicht en verantwoordelijk is voor het opruimen van vuil dat in zijn winkel wordt gegenereerd. Opvallend is dat in het district duidelijke instructies zijn gegeven omtrent het tijdstip van het plaatsen van het vuil in de rekken. Dat mag niet willekeurig op elke tijdstip van de dag, maar kort voordat de vuilniswagen langs zal komen. Daarmee tracht de bestuursdienst te voorkomen dat het district wordt ontsierd.
Ondanks alle inspanningen blijft de burgerij voedselbakjes, verpakkingsmateriaal en wat dies meer zij, smijten uit de auto’s. De burgerij haat de overheid en wil naar het schijnt met het weggooien van afval wraak nemen op de overheid. Door achteloos vuil weg te gooien uit de ramen van de auto’s lijkt men te rebelleren tegen de overheid, omdat men daarmee opzettelijk en ongestraft iets doet dat niet mag. Daarmee voelt men zich sterker en slimmer dan de overheid en is men de overheid te slim af. Er zijn burgers in Suriname die nooit van hun leven vrijwillig vuil waarvoor men zelf verantwoordelijk is in hun auto’s zullen bewaren totdat het verantwoord kan worden weggedaan. Daarvoor is de auto te waardevol en ‘men betaalt belasting dus…’. De dc zegt terecht dat het vooral volwassenen zijn die achteloos afval op straat en op openbare plekken blijven dumpen. De vraag rijst waarom men een hekel heeft aan de overheid. De vraag rijst waarom men het land Suriname niet als een land accepteert, terwijl men er zelf burger van is. De vraag rijst ook in hoeverre de vervuiling te maken heeft met zelfhaat, iets dat vaker door de Surinamer geëtaleerd wordt. Voor het geval het gewoon te maken heeft met onzorgvuldigheid, waarom dringt de oproep van de autoriteiten niet door tot de burgerij? Het zal in Suriname niet lukken totdat fikse boetes worden ingevoerd voor het ontsieren en vervuilen van het land. Er zijn al overtredingen opgenomen in de Politiewet, maar daar wordt niet strak de hand aan gelegd. Spuwen, wild plassen, propjes, plastiek zakjes, flessen en etensbakken gooien tot het dumpen van organisch afval uit de voedselbranche moeten zwaar bestraft worden zodat bepaalde Surinamers gedwongen worden om nette mensen te worden.

error: Kopiëren mag niet!