Het morele karakter van een presidentskandidaat

De verkiezingsstrijd voor de verkiezingen in mei 2015 is al begonnen. Bouterse wil weer president worden, Santhoki wil ook president worden, en ook Brunswijk heeft die ambitie. In principe kan iedereen president worden. Volgens de Surinaamse grondwet moet je, om gekozen te kunnen worden, de Surinaamse nationaliteit bezitten, ouder zijn dan dertig jaar, en minsten zes jaar in Suriname hebben gewoond. Wat je dan nog nodig hebt is geld en bekendheid om de verkiezingsstrijd te voeren en stemmen te winnen. De gemiddelde Surinaamse kiezer is laaggeschoold. Ik las eerder ook al dat ruim 65 procent van de mensen tussen de vijftien en zestig jaar hooguit een voj-school (voortgezet onderwijs voor junioren) heeft gezien. Laaggeschoolde kiezers zullen zich eerder spiegelen aan oppervlakkige, flamboyante leiders die snel emotioneel reageren, weinig woorden gebruiken en vlug overgaan tot schelden, beledigen en dreigen. Ze zijn minder geïnteresseerd in een rustiger type die kalm met verstandige argumenten een debat wil voeren. Ze zijn minder goed in staat om een presidentskandidaat te beoordelen op zaken die minder tastbaar zijn dan geld, bekendheid en spierballen, waar overigens niets mis mee is. Maar is de presidentskandidaat ook een goed mens?
Martin Luther King droomde dat op een dag zijn kinderen niet zouden worden beoordeeld op de kleur van hun huid, maar op de inhoud van hun karakter. Karaktertrekken maken mensen goed of slecht. Bij een goed karakter denk je aan deugdzaamheid, eerlijkheid, trouw, oprechtheid en betrouwbaarheid. Bij een slecht karakter denk je aan leugenachtigheid, oneerlijkheid, bedrog, valsheid, onoprechtheid, hypocrisie, fraude, dubbel spel, onbetrouwbaarheid, meineed, misleiding, gemeenheid, verraad.
Maar de grens tussen goed en slecht is niet scherp. Ook schurken kunnen goede karaktereigenschappen bezitten zoals trouw, eerlijkheid en oprechtheid. Ze verraden elkaar niet, doen aan vriendjespolitiek, gebruiken desnoods leugen of geweld om elkaar niet in de problemen te brengen. Het hangt er dus vanaf wat je nastreeft met de goede eigenschappen. Karaktertrekken als trouw en betrouwbaarheid zijn dus niet voldoende, hoewel het toch beter is voor een land om loyale, betrouwbare en vriendelijke politici te hebben dan onoprechte, onbetrouwbare en onvriendelijke. Leuke mensen zijn nu eenmaal fijner dan vervelende. Maar hoe krijg je in beeld of een presidentskandidaat wel deugt?
Karakter komt tot uiting in gedrag. Hoe heeft iemand zich in de loop der tijd in verschillende situaties gedragen: behulpzaam, eerlijk, oprecht, schadelijk, leugenachtig, gemeen, agressief of meelevend.
Het ideale karakter bestaat niet. Mensen die eerlijk zijn en belangeloos en onbaatzuchtig zorgen voor het welzijn van anderen zijn zeldzaam. Je moet heel lang zoeken voor je zo iemand tegenkomt. Mensen helpen niet graag belangeloos andere mensen.
Je kunt soms wel intuïtief aanvoelen dat iemand deugt, maar het beeld dat je hebt van een persoon kan van de ene op de andere dag aan diggelen worden geslagen door een schandaal of een lelijke eigenschap, die ineens boven komt drijven. De persoon heeft zich beter voorgedaan dan hij is. Zijn deugdzaamheid was fragiel. Wat beter werkt om een beeld te krijgen van het morele karakter van een persoon is zijn gedrag in verschillende situaties. Moeilijke omstandigheden zijn vaak een goede test voor iemands karakter.
Karakter is nooit zwart-wit, het is altijd een mengsel van goede en slechte eigenschappen. Ieder persoon heeft een lijst met goede en slechte karaktertrekken. Om een beeld te hebben van het morele karakter van een presidentskandidaat moet je weten hoe die in verschillende situaties zijn goede eigenschappen versterkt en de slechte onderdrukt en zo zijn morele karakter versterkt. Het land verdient een voortreffelijke, deugdzame president die ervoor zorgt dat er geen situaties ontstaan die maken dat mensen verkeerde dingen doen. Kiezers kies verstandig, yu mu’ seti kondre bun.
D. Balraadjsing

error: Kopiëren mag niet!