Wet Minimumuurloon nader bekeken

Onlangs zijn er in het parlement 3 ‘sociale wetten’ aangenomen als onderdeel van een nationaal zekerheidsstelsel. Het doel hiervan is het verhogen van de welvaart en het bevorderen van armoedebestrijding. Een van de 3 aangenomen wetten is de Wet Minimumuurloon. Voorafgaand aan de aanname is er heel veel discussie geweest in het parlement omtrent het inhoudelijke van de wetten. Het is nog niet bekend wanneer deze wetten in werking zullen treden. Het schijnt bij velen nog niet duidelijk te zijn wat deze wetten precies inhouden en hoe de financiering en het implementeren zal plaatsvinden. Ten aanzien van de Wet Minimumuurloon moet er nog een ‘Loonraad’ worden ingesteld als toezichthoudend orgaan voor wat betreft de uitvoering en naleving van deze wet. In deze raad zullen naast enkele onafhankelijke leden tevens vertegenwoordigers van werknemers en werkgeversorganisaties zitting moeten hebben.
Voorstellen uurloon van SRD 4,25 tot SRD 12, 50
De Wet Minimumuurloon (WMU) zal gelden voor alle 3 categorieën arbeidsovereenkomsten genoemd in het Burgerlijk Wetboek (Artikel 1613), namelijk: de arbeidsovereenkomst, de aanneming van werk en de overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten. De werkgever is verplicht de werknemer het bij wet vastgestelde minimum uurloon te betalen. Werknemers die constateren dat de werkgever dit nalaat, zijn verplicht dit te melden aan het hoofd van de Arbeidsinspectie. Bij overtreding van de wet kan het hoofd van de Arbeidsinspectie de overtreder een dwangsom opleggen van minimaal SRD 1000 en maximaal SRD100.000. Ook kan er een bestuurs sanctie worden opgelegd aan de overtreder van tenminste 10 maal het uurloon en ten hoogste 1000 maal het uurloon. Het tarief voor het minimum uurloon is vooralsnog niet vastgesteld. Er zijn voorstellen gedaan dat die tussen SRD 4,25 en SRD 12,50 moet komen te zitten. De discussies duren nog voort. Uiteindelijk zal bij staatsbesluit, na de ‘Loonraad’ te hebben gehoord, bepaald moeten worden wat zal gelden als minimum uurloon. Het is nog niet duidelijk of en in hoeverre het minimum uurloon vanaf het begin in categorieën zal zijn opgedeeld of dat er een algemeen tarief voor alle beroepsgroepen zal gelden. De wet omschrijft het als volgt: ‘een systeem met vooralsnog 1 minimumloon met algemene dekking toepasselijk op alle personen die werkzaamheden verrichten, uit hoofde van overeenkomsten voor het verrichten van arbeid, zoals vervat in het eerdergenoemde artikel 1613 van het Burgerlijk Wetboek’. Volgens de wet kan wel in een later stadium alsnog, eveneens bij staatsbesluit, besloten worden het minimumuurloon per sector of beroepsgroep te regelen. De mogelijkheid is ook opengelaten om aparte minimumlonen voor verschillenden regio’s, ten gevolge van verschillen in kosten van levensonderhoud, vast te stellen. Tenslotte geeft de wet in de memorie van toelichting nog aan dat ook het bestuur van de ‘Loonraad’ middels de Wet economische delicten, bestraft kan worden indien nodig.
Veel besproken voor en tegen argumenten
Het minimumloon is het laagste bedrag dat een werkgever wettelijk verplicht is aan een werknemer als loon te betalen. Een minimumloon kan zijn uitgedrukt als uurloon, of loon per maand of per week. Het minimumloon is doorgaans altijd uitgedrukt als brutoloon zonder inhouding van belastingen, AOV, pensioen en ziektekosten. Enkele argumenten die tegenstanders van het minimumloon internationaal hanteren, zijn dat het instellen van een minimumloon, welke gezien kan worden als een minimumprijs voor arbeid, zou kunnen leiden tot werkloosheid omdat werkgevers geneigd zullen zijn naar ‘goedkopere’ alternatieven te gaan zoeken door mechanisering en automatisering van hun bedrijf, waardoor ze minder personeel hoeven te betalen of door over te gaan tot out sourcen. Volgens de voorstanders echter kun je niet alle sectoren zo gemakkelijk mechaniseren en automatiseren en ook al zouden de werkgevers dit doen, dan zal dit niet tot werkloosheid maar juist tot verhoging van de arbeidsproductiviteit kunnen leiden. De voorwaarde is wel dat werkgevers zullen moeten gaan investeren in de (bij)scholing van hun werknemers. Maar dit brengt dan weer verhoogde kosten met zich mee voor werkgevers die hun kosten uiteindelijk weer op de klant zullen moeten verhalen. Op dit moment klaagt het Surinaamse bedrijfsleven dat er niet genoeg aanbod is aan gekwalificeerd vakpersoneel. In dit kader moet men bijvoorbeeld haast maken met het instellen van de ‘Suriname National Training Authority’ (SNTA), welke zal moeten zorgen voor Caricom gecertificeerde arbeiders. Met de standaardisering van de certificering van beroepsgerichte studies kan dan mogelijk ook de bijbehorende financiële waardering naar een standaard worden gebracht. Hierdoor zal de druk op werkgevers mogelijkerwijs weer enigszins afnemen. Omdat er loon naar arbeidskwalificatie betaald zal worden, zal dit op zich weer de arbeidsproductiviteit en bedrijfsproductie stimuleren. Het is duidelijk dat de discussies omtrent de voor- en nadelen van de Wet Minimumuurloon oneindig door zouden kunnen gaan. Feit is wel dat de wet aangenomen is en binnenkort in werking zal treden. In dit kader is het goed dat een ieder zich wat meer verdiept in het inhoudelijke van de wet.

error: Kopiëren mag niet!