Nabestaanden 8 december naar mensenrechtencommissie OAS

Nabestaanden van de 15 slachtoffers, die op 8 december 1982 gefolterd en standrechtelijk geëxecuteerd zijn, hebben op 29 augustus 2014 besloten om elders hun rechten af te dwingen. Middels de indiening van een klacht bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens (IACRM) kaarten de 59 nabestaanden aan dat de 24 verdachten, waaronder hoofdverdachte Desi Bouterse, niet adequaat genoeg door de Staat Suriname wordt vervolgd. Mr. Hugo Essed en mr. Gaetano Best, de raadslieden van de verzoekers, brachten middels een persconferentie gisteren meer duidelijkheid bij dit verzoek. Zij eisen dat de nodige wetgevende en gerechtelijke maatregelen getroffen worden om de Amnestiewet van 2012 onmiddellijk in te trekken en ongeldig te verklaren. Verder wordt ook geëist dat de krijgsraad de geschorste vervolging van alle 24 verdachten opzij zet en onmiddellijk begint met de verdere vervolging. De nodige gerechtelijke maatregelen worden genomen om de raadslieden van de nabestaanden volledig te laten deelnemen in het strafproces tegen alle verdachten en hun een afschrift van het strafdossier verstrekt. Daarna wordt ook gevraagd naar compensatie van de nabestaanden door de Staat voor alle materiële en immateriële schade veroorzaakt door haar handelen en nalaten in verband met het folteren en de buitengerechtelijke executie van de 15 mannen, waaronder inbegrepen de aanname van de Amnestiewet van 2012. Verder wordt een officieel en publiekelijk excuus aan de nabestaanden en een staatsmonument ter nagedachtenis van deze vermoorde mannen geëist. Het monument zal echter in overleg met en volledig rekening houdend met de wensen van de familieleden en van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede opgezet moeten worden. Naast al deze punten moet ook een juridisch verbod worden uitgevaardigd op de lasterlijke aantijgingen dat de 15 vermoorde mannen een tegencoup aan het beramen waren en doodgeschoten zijn tijdens een vluchtpoging. Een eenmalige subsidie van USD 2.500.000 voor het oprichten van een mensenrechtenfonds, maatregelen treffen dat de amnestiewet de verdere vervolging niet zal storen en alle maatregelen getroffen worden dat artikel 6 van het Verdrag tegen Foltering rechtstreekse werking heeft in de Surinaamse rechtsorde zijn enkele eisen.
Mensenrechtenverdrag heeft rechtstreekse doorwerking
Hoewel de krijgsraad de eerstvolgende zitting van het 8 december strafproces formeel op 13 oktober houdt, hebben de belanghebbenden op 28 augustus 2014 ook een verzoek aan het militaire tuchtcollege gericht om zich te mengen in de strafprocessen tegen al de verdachten. De nabestaanden willen een actieve rol vervullen in het strafproces en ook mede bewijslast leveren. De procesgemachtigden geven aan dat er geen aparte regels nodig zijn, omdat artikel 8 van het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens rechtstreeks werkt. Volgens Best is het helaas niet mogelijk om aan te kloppen bij het Internationaal Strafhof, omdat Suriname het verdrag van Rome pas in 2002 heeft geratificeerd. Het proces van de decembermoorden speelt vanaf het jaar 2000 toen het Hof van Justitie op verzoek van de nabestaanden de procureur-generaal de opdracht gaf om een proces tegen de verdachten voor te bereiden. Zowel Best als Essed zijn ervan overtuigd dat de krijgsraad de aanbevelingen van de commissie niet aan een kant gaat kunnen schuiven. Het is trouwens ook zo dat Suriname tot nu toe in voldoende mate wel heeft voldaan aan aanbevelingen c.q. vonnissen van deze organen. Dit geeft hen dus vertrouwen en verwachten zij van elk lid van de OAS ook niets anders. Best stelde dat het juridisch team voor indiening van de klacht de slagingskans van het verzoek heeft overwogen.
FR

error: Kopiëren mag niet!