Nabestaanden 8 Decemberstrafproces zoeken internationale hulp

Nabestaanden van de ‘8 Decembermoorden’ hebben op vrijdag 29 augustus 2014 een klacht ingediend bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens. De nabestaanden zijn van mening dat de verdachten, waaronder president Desi Bouterse, niet ‘adequaat worden vervolgd’. De advocaten Stanley Marica en Hugo Essed, die de nabestaanden juridisch bijstaan, bevestigen dit tegenover Dagblad Suriname. Essed wenst nog niet op de inhoud van de klacht in te gaan, ‘omdat het om een heel zwaarwichtige zaak gaat met een heleboel aspecten die zelf ook nevenaspecten hebben’. Hierover zal op woensdag 3 september 2014 een persconferentie gehouden worden. Op de persconferentie zal volgens de raadsman veel aan de orde komen en op dat moment zullen journalisten in de gelegenheid gesteld worden om alle vragen te stellen. Deze persconferentie, die in Theater Unique gehouden wordt, zal via radio Apintie te beluisteren zijn.
Hoewel de krijgsraad de eerstvolgende zitting van het 8 Decemberstrafproces formeel op 13 oktober 2014 houdt, hebben de belanghebbenden op 28 augustus 2014 ook een verzoek aan het militaire tuchtcollege gericht om zich te mengen in de strafprocessen tegen al de verdachten. De nabestaanden willen een actieve rol vervullen in het strafproces en ook mede bewijslast leveren. De procesgemachtigden geven aan dat er geen aparte regels nodig zijn, omdat artikel 8 van het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens rechtstreeks werkt. Immers, alle mensenrechtenverdragen van de VN hebben rechtstreekse doorwerking op onze nationale wetgeving en krijgen deze ook nog voorrang. De procesgemachtigden hadden in de zaak tegen Edgar Ritfeld al een verzoek hiertoe ingediend. Op 7 april hebben de twee raadslieden samen met hun collega Marja Vos de gelegenheid gekregen om het verzoekschrift toe te lichten op de zitting van de krijgsraad te Boxel.
FR

error: Kopiëren mag niet!