In een gemeenschap voorkomende samenlevingsvormen

Sedert het mensdom bestaat, is de samenlevingsvorm tussen een man en een vrouw bekend. Maar er zijn verschillende vormen van samenleving in de wereld. Daarom dachten we het monogame huwelijk, de door de wet erkende samenleving tussen één man en één vrouw, allereerst te behandelen en daarna – bij wijze van een stukje voorlichting- ook andere samenlevingsvormen, waarvan sommigen voor een geciviliseerde gemeenschap bizar schijnen te zijn, aan een korte bespreking te onderwerpen. Het betreft hier een gevoelige aangelegenheid, zodat niet te diep op de materie zal worden ingegaan.

1. Algemeen

Een verdragsrechtelijke samenwerking tussen de staten (bv in Caricom-verband, EU-verband, etc.) brengt met zich mee, dat er een wederzijdse (vrije) personenverkeer ontstaat als de vreemdelingrechtelijke obstakels in wederzijds belang opgeheven worden. Vreemdelingen met medeneming van hun zeden en gewoonten komen zich dan in het gastland vestigen. En wanneer er sprake is van kapitaalinstroom kunnen er ondernemingen en andere commerciële organisaties ontstaan, welke economische voordelen voor het land kunnen opleveren o.a. werkgelegenheid en belastingvoordelen; er ontstaat dan een multipliereffect in de gemeenschap. Maar er kunnen ook nadelige effecten ontstaan wanneer bijvoorbeeld criminelen komen vestigen met als doel hun negatieve praktijken uit te oefenen. Ook kunnen sekten met fundamentalistische achtergrond komen vestigen. Het is ook denkbaar dat het vrije personenverkeer allerlei samenlevingsvormen “binnenhaalt” welke in de gemeenschap tot nu toe weinig of geen bekendheid genoten. Er zal daarom een adequate grenscontrole van de overheid moeten zijn zonder de grondrechten van de burgers te schenden. Een degelijk toelatingsbeleid is in zo’n geval een gebiedende eis.
Ook kan het gebeuren dat een Surinamer met een vreemdelinge (bijvoorbeeld een publieke vrouw) een huwelijk aangaat met als doel haar in de toekomst de Surinaamse nationaliteit te doen verkrijgen. Na het bereikte doel kan het huwelijk door echtscheiding snel worden ontbonden omdat we slechts één echtscheidingsgrond kennen: duurzame ontwrichting van het huwelijk. Op deze wijze kunnen allerlei ongure elementen het land binnen treden met alle gevolgen van dien. Deze praktijken komen in andere landen ook voor wanneer de nationale wetgeving hiaten vertoont en de toelatingsautoriteiten te soepel zijn.
Soms wordt er geconstateerd dat deze vreemdelinge een bepaald bedrag betaald heeft aan de Surinaamse man voordat deze instemde met het huwelijk. Het is voor de Vreemdelingendienst niet eenvoudig te bewijzen dat hier sprake is van een schijnhuwelijk, omdat partijen in hun eigen belang een sluitend afspraak maken. Bovendien geniet een vrouw vele vormen van bescherming op grond van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen. Een vrouw heeft het recht een huwelijk aan te gaan en het recht om in alle vrijheid een echtgenoot te kiezen. Men maakt dus verdragsrechtelijk aanspraak op “family life”. Een ieder is vrij in partnerkeuze! Daarnaast is een Verdrag in hiërarchie hoger dan de nationale Vreemdelingenwet, zodat je niet in strijd met het verdrag mag handelen.
Sommigen beweren dat een vreemdeling(e) in nood op deze manier “helpen” een vorm van naastenliefde is. Maar de wet moet toch door een ieder nageleefd worden?
Het monogame huwelijk, een samenlevingsvorm (verbintenis) tussen één man en één vrouw, vindt in artikel 80 van boek I van ons Burgerlijk Wetboek zijn erkenning, n.l. een man kan tegelijkertijd slechts met één vrouw, de vrouw slechts met één man door het huwelijk verbonden zijn. Bigamie is daarom strafbaar gesteld in ons recht.
We kennen ook een buitenechtelijke samenleving tussen één man en één vrouw (door het Christendom als “Verbontoe” aangemerkt); dit concubinaat geniet geen volledige erkenning.
In het Romeinse Rijk was een concubinatus een door de wet erkende samenleving van personen die met elkaar geen wettig huwelijk mochten sluiten, bijvoorbeeld met een vrijgelatene, een vreemdeling of een vrouw zonder bruidschat. Het concubinaat bestaat dus heel lang, echter hebben de partners niet alle wettelijke voordelen in vergelijking met het huwelijk.
Onze rechtspraak heeft sedert 1981 het Surinaamse concubinaat erkend en wel “bij een langdurige concubinaatverhouding waarbij een gemeenschappelijke huishouding is gevoerd voor gemeenschappelijke rekening”; het is door het Hof van Justitie erkend als een pseudohuwelijksgemeenschap. Sommige ondernemingen en verzekeringmaatschappijen schijnen ook gunstig te staan tegenover deze buitenechtelijke samenleving. Echter moeten de concubine en de concubaan aan bepaalde eisen voldoen om aan hun trekken te komen.
Samenvattend kunnen we stellen dat we in Suriname het monogame huwelijk en het concubinaat kennen, waarbij in beide gevallen sprake is van een samenleving tussen twee personen van verschillend geslacht. Deze twee samenlevingsvormen komen onder alle bevolkingsgroepen van ons land voor!
Maar er is ook een andere trend merkbaar: een samenleving tussen twee personen van hetzelfde geslacht, welke samenlevingsvorm bij ons (nog) geen wettelijke grondslag heeft.
De maatschappelijke opvattingen op dit gebied zijn aan het veranderen. Zo heeft in de Ware Tijd van 21 juni 2007 gestaan, dat Nederland een onderzoek zou doen naar de positie van homo’s en andere seksuele minderheden in Suriname. Zulks zou via de Nederlandse Ambassade geschieden. Voorts zou de homo-organisatie: Suriname Men United (SMU) in augustus 2007 starten met een onderzoek onder de homopopulatie in Suriname en dat het onderzoek gefinancierd zou worden door Schrorer, een grote homo en lesbische organisatie in Nederland.
Gelet op het drukke personenverkeer tussen Nederland en Suriname is het wenselijk, dat de maatschappelijke organisaties, inclusief de kerkelijke organisaties –uiteraard indien zij dit nodig achten- duidelijk tot uiting brengen, dat Surinamers niet zondermeer alles van het buitenland kunnen overnemen; vooral niet het geregistreerd partnerschap tussen twee personen van het zelfde geslacht en de huwelijksvorm tussen twee personen van het zelfde geslacht. Zolang een Surinaamse wet deze twee samenlevingsvormen niet erkent, zou men kunnen gedogen, dat twee lesbo’s of twee homo’s op hun wijze kunnen samenwonen c.q. samenleven in de Surinaamse gemeenschap. We willen wat verder gaan met deze gedachtegang. Hoe zal de overheid handelen wanneer twee in Nederland wettelijk geregistreerde of aldaar wettelijk gehuwde lesbo c.q. homopaar naar Suriname wil komen vestigen om een bedrijf op te zetten? En als zij wel voldoen aan alle toelatingseisen der wet? Hier zou m.i. een gedoogbeleid te pas moeten komen. Anders kan men gaan stellen, dat anti-houding tegenover homo’s en lesbo’s een vorm van discriminatie is en dat zij vanwege de mensenrechtenverdragen bescherming zouden moeten genieten, (“family life”). Immers ook in onze GW in artikel 8 is discriminatieverbod opgenomen.
De maatschappelijke organisaties zullen met alle factoren rekening moeten houden!
Het nieuwe recht in het Ontwerp Nieuw Sur. Burgerlijk Wetboek (artikel 87a) neemt de bestaande jurisprudentie (1981) betreffende het concubinaat wel over. Maar geregistreerde samenleving en huwelijk tussen twee lesbo’s of homo’s worden uitgesloten. Uiteraard hebben de regering en het parlement het laatste woord. De hamvraag is of de Surinaamse bevolking in zijn totaliteit een geregistreerd partnerschap en/of een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht zal willen aanvaarden? Let wel: vanaf de invoering van het Burgerlijk Wetboek op 1 mei 1869 is het monogame huwelijkstelsel bij ons ingeburgerd, terwijl het concubinaat sedert 1981 door de rechtspraak is aanvaard. Zoals gesteld hebben alle bevolkingsgroepen deze twee samenlevingsvormen aanvaard.
Mr. André Saheblal
(Deel 2 volgt morgen)

error: Kopiëren mag niet!