Advocaat Kensmil: ‘Advocaat-generaal lapt rechterlijk bevel aan haar laars’

IF‘De advocaat-generaal die had bewerkstelligd dat ultimo augustus van het afgelopen jaar een zeevaartuig met de Panamese ‘nationaliteit’ aan een ondernemer met de Guyanese nationaliteit tegen een weggeefprijs werd verkocht, schijnt thans een rechterlijk bevel aan haar laars te lappen. Het gaat helemaal niet goed met de rechtstaat, de voortgang van deze zaak wordt verhinderd door haar en zij maakt misbruik van haar bevoegdheden’, uitte de raadsman Ronald Kensmil die zich over deze kwestie heeft ontfermd. Hij kan het zich niet voorstellen dat nota bene een advocaat-generaal debet zou zijn aan de verdoemenis van de rechtstaat. Advocaat-generaal Maureen Dayala was niet bereikbaar voor commentaar.
Intussen heeft Kensmil een schrijven gericht aan de procureur-generaal en de president van het Hof van Justitie om deze kwestie te onderzoeken. De kantonrechter heeft namelijk bepaald dat Kensmil kan overgaan om het betreffende vaartuig, dat op dubieuze wijze aan de eigenaar werd ontnomen, als onderdeel van een nieuw te voeren proces in conservatoir beslag, in bewaring kan doen nemen totdat in een bodemgeschil duidelijk wordt gemaakt dat het Openbaar Ministerie (OM) het vaartuig in beslag heeft genomen en dus bevoegd zou zijn het eveneens te verkopen. Maar wanneer de deurwaarder in opdracht van de raadsman wil overgaan tot het in sequestratie nemen van het vaartuig, nadat hij dit in conservatoire beslag had genomen, stuitte hij op hevig verzet van de Guyanese koper van het vaartuig. Door de politie van Domburg werd echter geweigerd aan de deurwaarder bijstand te verlenen om het rechterlijk bevel ten uitvoer te leggen, omdat de politie in opdracht van de advocaat-generaal, mr. Dayala, geen bijstand aan de deurwaarder mocht verlenen.
Ondertussen heeft de nieuwe eigenaar van de boot, deze ingeschreven in het scheepsregister van Guyana. Vermoedt wordt dat hij de boot wil varen naar Guyana. Ook heeft de eigenaar veranderingen aangebracht aan het vaartuig waarmee in feite niet langer op zee gevaren zou mogen worden. Deze veranderingen, waaronder het dichtlassen van verschillende deuren, heeft als gevolg dat het vaartuig de nodige veiligheidsvoorschriften mist om als zeevaartuig gebruikt te worden. Het OM had de boot met aan boord bijkans 75.000 liters dieselolie aan hem verkocht voor een bedrag van USD 100.000, terwijl de feitelijke waarde van de boot USD 750.000 is. Er is inmiddels een civiele vordering tegen de nieuwe eigenaar van de boot en de Staat Suriname, waartoe het OM behoort, ingediend. Vooral gelet op het feit dat de koper, die ook importeur is van brandstof, diende te weten dat voor het binnenhalen van brandstof er sedert 2011 geen vergunning meer nodig is. ‘Hij heeft dus een onrechtmatige daad jegens de eigenaar gepleegd door het vaartuig, dat kennelijk onrechtmatig in beslag door het OM was genomen, voor een weggeefprijs te verkopen.’
Dagblad Suriname maakte eerder melding van dat het geldbedrag cash betaald is op het politiebureau Munder. Dit werd beaamd door politie-inspecteur Bhattoe. ‘Het is normaal in de afhandeling, het geld wordt gestort op de rekening van de Staat’, gaf hij Dagblad Suriname mee. Volgens hem betrof het een normale werkwijze van de politie in samenwerking met het Openbaar Ministerie. Volgens de politiefunctionaris zou er in de kwestie van de Panamese boot, waarvan de bemanning voornamelijk uit Venezolaanse staatsburgers bestond, sprake zijn van een complete milieuramp indien er niet snel gehandeld zou worden, hetgeen echter niet op waarheid scheen te berusten. De politiefunctionaris was heel zuinig in het verschaffen van informatie. Het is namelijk ook onduidelijk gebleven door wie de geldboete van enige duizenden Amerikaanse Dollars, welke door de vervolgingsambtenaar mr. Dayala als vervangende straf werd opgelegd, werd betaald aangezien de bemanningsleden geheel platzak Suriname waren binnengevaren. De politiefunctionaris verwees Dagblad Suriname naar het Openbaar Ministerie. ‘Mevrouw Dayala van het OM is de hoofdverantwoordelijke.’
Het is ook opmerkelijk dat de kapitein en bemanning van het vaartuig bij het ondertekenen van een verzoek aan de advocaat-generaal om de zaak door het betalen van een boete af te doen, niet werden bijgestaan door hun gekozen raadslieden. Ze zijn uitsluitend Spaansprekend, terwijl uit de verklaring ook niet blijkt dat er een beëdigde tolk-vertaler bij het afleggen van de verklaring bij de politie aanwezig is geweest.
Asha Gajadien-Bhagwat

error: Kopiëren mag niet!