Advies aan (partij)combinaties voor regeermacht in 2015

Enkele maanden geleden heb ik mijn gedachten laten gaan over het beleid van president D.D. Bouterse en heb toen het een en ander vastgelegd in mijn boek: “2013 jubileumjaar, maar… hoe verder?”. Uitgaande van die ervaringen, doe ik een beroep op de strijdende leiders om Suriname in een proces van zelfstandigheid te brengen, middels aandacht voor de volgende maatschappelijke kwesties, door de bril van een agoog bekeken.
Maatschappelijke doelen van Suriname
Suriname is in 1975 staatkundig onafhankelijk geworden, maar daarna is nooit planmatig de stap ingezet om het volk ook op een onafhankelijk spoor te zetten, waarbij de Surinamer leert op eigen benen te staan, eigen geschiedenis te schrijven, zelf te denken, te beslissen en te doen, vertrouwen in eigen kunnen te krijgen, eigen identiteitsontwikkeling te hebben enz. De leiders van de partijcombinaties zouden die doelen heel concreet moeten formuleren en daarmede aangeven hoe Suriname verder moet na de periode van slavernij en onderdrukking. Elk regeerbeleid moet wel aangeven waar men met het land en volk van Suriname heen wil. Wat koesteren wij met deze nieuwe natie, die we “Surinamers” noemen. Wat zijn de minpunten van het land en volk en hoe moeten we die minpunten omzetten naar pluspunten. Want je kan onmogelijk met de koloniale deuken gebukt verder gaan als volk. Uiteindelijk zullen we ons moeten bevrijden van het koloniale juk. De regering moet een heel duidelijke visie hebben ten aanzien van de eigen ontwikkeling van Suriname. Waar moet Suriname heen en waarop moeten we ons voortbouwen? Uitgaande van deze maatschappelijke doelen zijn heel wat actiepunten voor de regering af te leiden.
Onderwijs
Het huidige onderwijssysteem moet compleet worden aangepast. Via het onderwijs moeten we Surinamers voortbrengen, die politiserend leren, zelf historie scheppend leren, de-conditionerend leren, apathie doorbrekend leren, problematiserend leren enz. In het boek heb ik wat suggesties gegeven. Het systeem dat we nu hebben is consumptief gedrag bevorderend, want alles is reeds nagedacht en je hebt maar als leerling te leren wat anderen hebben gezegd. Anderen zeggen, dat 1+1, 2 is, dat leer je, maar je leert niet om zelf te ontdekken dat 1 + 1 ,2 is. Binnen het onderwijs zijn er nog heel veel aspecten die aan aanpassing toe zijn: de didactische leervormen, het management systeem op school en in de klas, de manier van leiding geven door de leerkracht, manier van communiceren met de leerling, ouderparticipatie, leerboeken inhoudelijk enz. Het is toch onmogelijk en vreemd , dat beleidsmakers van Onderwijs nog steeds letterlijk schoolboeken uit Nederland overnemen. Waar blijft de belevings- en ervaringswereld van het Surinaamse kind? De geschiedenisboeken zijn geschreven door de bril van de kolonisator of door de Surinaamse handlanger. Er zitten onwaarheden in de boeken, maar toch gaan we ermee verder. De vaak besproken naschoolse opvang moet worden stopgezet, want het kind heeft ook het recht om zich sociaal te ontwikkelen in de thuis- en woonomgeving. Een groot deel van de ethische waarden wordt in deze omgeving geleerd. De overheid moet de thuis- en woonomgeving versterken en niet het kind onttrekken uit dat milieu. De regering die straks aan de macht komt zal heel duidelijk de onderwijsdoelen moeten formuleren en het onderwijssysteem geheel daaraan aanpassen. Al zijn er revolutionaire ingrepen nodig, het moet gebeuren, anders gaan we als slaaf verder.
Burgereducatie
Elke regering dient te werken voor de bevolking en de enige oprechte weg is dat de bevolking zich verder ontwikkelt en mondig wordt. Daarvoor moet de overheid voorwaarden creëren, middels educatieve activiteiten voor alle doelgroepen in het hele land. In de loop der jaren is educatie wereldwijd tot een recht geworden en geldt nu als één der mensenrechten. Educatie is nu niet beperkt tot de lagere school, maar ook in de volwassenen jaren heeft men recht op permanente educatie, of life long learning. Elk volk moet zich scholen en zodoende zich gereed maken voor de taken die zijn weggelegd in de samenleving. Het ontwikkelen van sociale vaardigheden, zoals het effectief leren communiceren, leren leiding geven enz. zijn noodzakelijke kwaliteiten van de mens om zich te verheffen. Alfabetisatie is een onderdeel van dit recht en dat betekent niet louter het leren lezen schrijven, maar meer nog en dat is, dat men de eigen situatie onder woorden moet kunnen brengen. De regering na 2015 zal heel duidelijk moeten aangeven hoe men de burgereducatie gaat organiseren. Het alfabetisatieniveau zal omhoog gebracht moeten worden tot minstens het niveau van de lagere school. Deze vorm van volwassenen educatie zal ook leiderschapsstijlen bij de bevolking moeten ontwikkelen, zodat men voortouw kan nemen in het emanciperen van de samenleving. In het boek heb ik informatie verzameld via Unesco, waaruit blijkt dat veel landen die met het proces van zelfstandigheid te maken hebben gehad verschillende leer strategieën hebben gehanteerd om het volk hogerop te brengen. Zie bladzijde 127 en verder. Maar wij hebben in Suriname nog de koloniale mentaliteit, die ons zegt dat leren alleen mogelijk is met een boek, pen en papier, een leermeester, een klas enz. We moeten af van deze eenzijdige benadering en ook kijken wat er op de wereld gaande is. We handelen te veel alsof leren altijd diploma of certificaat gericht moet zijn.
Bevolkingsparticipatie en democratisering
Wereldwijd wordt nu als doel nagestreefd om de bevolkingsparticipatie te stimuleren en zodoende inhoud te geven aan de mate van democratisering. De overheid dient op alle niveaus in de samenleving belangengroepen, buurtorganisaties, coöperaties, werkgroepen, enz. te installeren en de participanten de juiste educatie(mondigheid) te geven, zodat zij daadwerkelijk kunnen participeren. De filosofie die ik hanteer in het boek zegt, dat de burger zelf de verantwoordelijkheid moet dragen voor eigen buurtontwikkeling en dat de overheid de voorwaarden moet scheppen. We moeten af van de koloniale attitude om alles zelf te beslissen voor de burger en de burger geestelijk invalide te maken. Bij elke ingreep door de overheid , zoals wegen en goten rehabiliteren, moet de overheid het samen met de buurtbewoners doen en niet de bewoners in de hangmat laten en door een aannemer te laten doen.
Surinamers buiten Suriname
De overheid moet een bepaald beleid voeren, waarbij het heel duidelijk is hoe de Surinaamse overheid denkt over zij die in het buitenland zijn. Dat beleid van Suriname moet zich uiten in: vliegtickets, visum en verblijf, ondernemen in Suriname, belastingplicht, stemrecht enz. Men praat over diaspora maar geeft geen invulling eraan.
Identiteitsontwikkeling en dekolonisatie
De koloniale periode heeft heel wat deuken met zich meegebracht in de mentale groei van de Surinamer. We moeten met z’n allen erkennen dat er negatieve gevolgen zijn rond het overneemgedrag, autoritaire houding, desintegratie, gekoloniseerde identiteit. Uitgaande daarvan moeten we in Suriname een beleid hebben, waarbij de ingedeukte mentaliteit weer de ruimte krijgt om vanuit de eigenheid zich verder als een volwaardige natie te ontwikkelen. Het proces van dekolonisatie moet dan ook heel helder worden geformuleerd, zodat het volk zich ervan bewust wordt van waar wij naar toe gaan. De aangeleerde bedelmentaliteit moet nu plaats maken voor eigen trots en elkaar aankijken met een opgeheven hoofd. Is het niet vreemd, dat anno 2013 er een regeringscommissie wordt geïnstalleerd om Nederland schadevergoeding te vragen ( te bedelen) over de koloniale periode?
Drs. B. Premchand ([email protected])
Bron boek: “2013, jubileumjaar, maar… hoe verder?”

error: Kopiëren mag niet!