Vanuit de diaspora is al enthousiast gereageerd op de aanname van de Wet PSA enige dagen terug in DNA. Een dubbele nationaliteit verschaft de wet niet, maar de wijze waarop de wet zelf is geredigeerd, dan wordt geanticipeerd op nog meer diepgaande discussie om het aantal rechten dat ontleend wordt aan de wet nog uit te breiden. Uit den boze is de discussie over passief kiesrecht en het verhogen van de hoge ambten zoals die van regeringslid en lid van de rechterlijke macht. Discussies kunnen nu ter vervolmaking van de wet gevoerd worden over de andere rechten. In het prille begin schreven we al dat de werking van de wet in de praktijk af zal hangen van de voortvarendheid waarmee de daaruit voortvloeiende uitvoerende staatsbesluiten zullen worden geslagen (3 betreffende administratieve procedures, de documenten en kosten en informatieverstrekking). Bij een gedegen voorbereiding bestaan deze staatsbesluiten er al op het moment dat het wetsvoorstel behandeld wordt in DNA. De vraag rijst wat de toegevoegde waarde is van deze wet voor voetbal. De discussie van de zogenaamde dubbele nationaliteit spruit voort uit de voetbalsport. Wat voor effect heeft deze wet op de nationale selectie? Is er ruimte om een PSA-statushouder die eventueel ook een ingezetene is op te nemen in de nationale selectie? Als we uitgaan van het vigerende competitiereglement van de SVB dan staat daar nog steeds dat er maximaal 3 spelers met een andere dan de Surinaamse nationaliteit geregistreerd moeten worden per club in een seizoen. Het reglement zegt verder dat spelers met een andere dan de Surinaamse nationaliteit ‘doch van Surinaamse komaf’ als Surinamers moeten worden behandeld. Dat betekent dus dat indien een Nederlander, Amerikaan of Fransman de PSA-status heeft geactiveerd, de nodige administratieve handelingen heeft verricht en eventueel de bewijsdocumenten heeft, als een Surinamer in de nationale competitie moet worden behandeld. Dat betekent ook dat teams ongelimiteerd gebruik kunnen maken van Nederlanders van Surinaamse komaf die houder zijn van PSA-status. Theoretisch kan nu dus een heel team opgebouwd uit PSA-houders worden ingeschreven. Uiteraard moeten eventueel de internationale transfers in orde zijn. Maar kunnen deze spelers ook opgenomen worden in de nationale selectie. Wij weten dat kennelijk door de internationale tendens een neiging bestaat bij de SVB om langdurige ingezetenen geen beperkingen op te leggen om deel te nemen in de nationale competities, maar strikt volgens het competitiereglement is er nog een maximum bijvoorbeeld wat Brazilianen betreft. Houders van de Caricom-nationaliteit moeten volgens het SVB-reglement ook als Surinamers worden behandeld en theoretisch was er allang dus de mogelijkheid om ongelimiteerd gebruik te maken van bijvoorbeeld Guyanezen, Trinidadianen en Haïtianen. Dat is echter niet goed merkbaar, de Caricom-staatsburgers zijn er niet veel in de Topsectie. Of het wel een vaart zal lopen met de personen van Surinaamse komaf weten wij niet. Afbouwende professionals kunnen na hun beroepsperiode wel hier aan de bak als ze een sterke binding hebben vanwege intieme familiebanden en er ook een behoefte is om te overwinteren. Wat betreft het opnemen in de nationale selectie van de spelers met een PSA-status die eventueel ook in de nationale competitie uitkomen of elders hun brood verdienen, is van belang om na te gaan wat staat in de Fifa-regels. In de eerste plaats is de nationale selectie voor houders van de Surinaamse nationaliteit die niet afhankelijk is van verblijf in Suriname. Het Fifa-reglement betreffende toepassing van de Fifa-statuten (art. 15 – 18) praat alleen over ‘nationality’ (nationaliteit) en geen ingezetenen. Uitgesloten wordt dat men achter elkaar voor meerdere nationale teams speelt. Voor jeugdspelers heeft de Fifa-alv eens besloten om een uitzondering te maken. In geval van een dubbele nationaliteit moet aanvullend ook aan een aantal andere vereisten zijn voldaan (om de band met het land te tonen). Men moet in het betreffende land zijn geboren of tenminste de biologische vader of moeder of grootvader of grootmoeder. Of men moet 2 jaar onafgebroken in het betreffende land hebben gewoond. Landen waarvan de burgers een dubbele nationaliteit dragen, kunnen afspreken dat het woonplaatsvereiste wordt geschrapt of dat een langere periode wordt overeengekomen. De geboortevereisten zijn er ook wanneer iemand een nieuwe nationaliteit verkrijgt. Als hij 5 jaren onafgebroken (na de 18-jarige leeftijd) heeft gewoond in het betreffende land mag hij al meedoen. Een voetballer mag 1 keer in zijn leven vragen (bij een dubbele of nieuwe nationaliteit) om niet voor het bepaalde land te spelen. Ook hij moet naast het bezitten van ‘nationality’ aan één van de voorwaarden voldoen. Hij moet geen A-categorie Fifa-wedstrijd (WK, EK, Gold Cup) hebben gespeeld voor het andere land. Op het moment dat hij wil spelen, moet hij de betreffende nationaliteit al hebben. In competities waar hij onder de andere nationaliteit heeft gespeeld, mag hij niet meer spelen in de nieuwe situatie. De Fifa-regels zijn soepeler als een regering de nationaliteit van een speler afpakt.
In het Fifa-reglement zien we dus – wat de nationale vertegenwoordigende selecties betreft – duidelijk het primaire vereiste van ‘nationality’. Voorts moet men aanvullend ook een band met het land bewijzen en daarvoor kan dus de Wet PSA-status wel dienen. De conclusie is voor nu dus dat de Wet PSA voor de nationale SVB competitie (Topsectie en lidbonden) wel een verschil uitmaakt in die zin dat de maximumregel van 3 vreemdelingen voor PSA-houders niet meer geldt. Weliswaar blijft de wet van secundair belang wat de nationale selecties betreft, omdat wat dit betreft het vereiste van ‘nationality’/nationaliteit nog steeds als vereiste zal blijven gelden, een punt waar de Wet PSA niet over gaat.