Eenhuizig favela aan de Coesewijnestraat

eenhuizig favela aan de coesewijne straat 1
eenhuizig favela aan de coesewijne straat 2Begin van de zeven vette jaren?
Al twee jaar woont dhr. Dinmohammed langs de kant van de weg. Al twee jaar ziet men hem vechten voor een normaal bestaan. Een normaal bestaan voor hem en zijn gezin. Ze wonen onder erbarmelijke omstandigheden in een auto en een zelf gefabriceerde ‘favela’-waardig krot aan de Coesewijnestraat. Maar er glooit licht aan de horizon, ze hebben eindelijk een stuk land gekregen van de Staat.
Een stuk laminaat als woonkamer
We gaan bij ze langs om te kijken naar de stand van zaken. De stank die ons tegemoet komt, is niet te harden, door de vele zakken met krabben, die het gezin probeert te verkopen om toch wat geld binnen te krijgen om in het onderhoud te kunnen voorzien. “Business né go!” verzucht Dinmohammed. Volgens hem ligt het aan de economische situatie in het land. Als we hem vragen of het niet komt door de omstandigheden waar de krabben in verkeren en of het wel hygiënisch is, lacht hij ietwat verlegen. “Ja, ze blijven wel vier dagen leven en we doen alles om ervoor te zorgen dat het goed blijft.” Als we bij hem binnenlopen, probeert hij het krot nog toonbaar te maken en dweilt even snel het stuk laminaat dat als vloer dient. Het gezin woont er al twee jaar en het gaat niet echt goed met de twee kinderen. Al twee jaar zijn ze blijven zitten op school, omdat ze niet goed kunnen rusten. “Ze slapen slecht. De auto’s maken veel herrie. En het is ook niet veilig.” Opvang willen ze niet voor hun kinderen. “Tegenwoordig weet je niet wie je kan vertrouwen met je kinderen. Onze familie heeft het zelf ook niet breed. En we willen niet dat onze kinderen ooit het gevoel krijgen dat we niet van ze hebben gehouden!”
“Ik heb niks, dus ik beteken niks”
Het is moeilijk voor te stellen dat het stel tot twee jaar geleden alles had. Een eigen woning, eigen auto, alles wat ze maar wilden. “Deng mang vervals mi papiera, so mi las alla sani.” Hij zegt dat hij veel vrienden had destijds. “We werden uitgenodigd voor feestjes, maar nu nu niet meer. Ik heb niks en dus beteken ik niks voor ze.” Ondanks de tegenspoed vormen hij en zijn vrouw duidelijk een sterk team. Ze is zwanger en hun derde kind is op komst. Er is nu, al is het nog ver weg, licht aan het einde van de tunnel. Dinmohammed heeft eindelijk na twee jaar een stuk grond gekregen van de Staat. Daarmee is het probleem nog niet opgelost. “Al het geld dat binnenkomt, gaat naar mijn vrouw en kinderen.” Dinmohammed wil er nu voor zorgen dat ze zo snel mogelijk uit het krot kunnen en naar het nieuwe perceel kunnen verhuizen, maar geeft aan hulp nodig te hebben. Niet meer van de Staat maar van de gemeenschap. “Het maakt niet uit wat. Als mensen ons willen helpen, kunnen ze het brengen. Ze weten waar ik zit. Het gaat om bouwmaterialen. Ze hoeven het niet voor mij te doen, maar laten ze denken aan mijn kinderen. Ze kunnen niet langer zo opgroeien en twee jaar is lang genoeg geweest.”

error: Kopiëren mag niet!