Floraproject, Tammengaproject, Pontbuiten, Latour, Rangoe, Ephraimszegen. Allemaal buurten en straten die sinds jaar en dag bekend staan als de ‘getto’s’ van de stad. Buurten waar bijvoorbeeld toeristen maar ook mensen uit andere buurten niet veilig zouden zijn. Met het verstrijken van de tijd zijn sommige buurten veranderd. Tammenga is zich langzaam aan het upgraden door inzet van onder andere de buurtbewoners zelf. Volgens onze chauffeur is zelfs “Flora niet meer zo erg”.
Het ghetto verschoven
Deze buurten zaten vroeger allemaal aan de rand van de stad maar met de groei van Paramaribo is de rand van de stad inmiddels flink verschoven. Er is nog een andere verschuiving. Het getto lijkt zich namelijk steeds meer te verplaatsen richting het centrum van de stad. Bijvoorbeeld het stuk tussen de Saramaccastraat en de Zwartenhovenbrugstraat. Het stuk bij de Sint Rosakerk, waar ook het gebouw van de EBS zit waarvan men drie straten verder nog de machines kan horen. Elke avond tot in de nacht is het dus een drukte van belang. “Je zou denken dat er een streetparty is. Maar het zijn allemaal mannen die op bezoek zijn bij die vrouwen”, zegt een taxichauffeur. Hij rijdt er vaak doorheen, zeker met toeristen. “Het hoort er ook bij. Die kant moeten mensen ook zien. Net zoals de rosse buurt in Amsterdam.”
‘Mi don’t go with them negro guys’
Op de hoek van de Saramaccastraat en de Prinsenstraat staat een jongedame. We spreken haar aan. Ze is Guyanese. “ Op vakantie”, zegt ze. Ze ziet er netjes uit, mooi en goed verzorgd. “Ja, het is snel geld verdienen, daarom sta ik hier.” We vragen of ze zich veilig voelt en wat ze eraan doet om dat te blijven. “Ik let op met wie ik meega. Meestal zijn het de ‘negro guys’ die voor problemen zorgen”, zegt ze een beetje beschaamd. “Dus bij die stap ik meestal niet in de auto. Ik kies dan eerder voor de Hindoestanen, Javanen of Chinezen. Die zijn vrij netjes. Je moet je ook goed presenteren. Nette kleding dragen, als je dat doet, komen er ook nette mensen naar je toe.” Het geld is niet de enige reden waarom de dame daar staat. “Ik doe dit werk ook, omdat ik 3 kleine kinderen heb die ik moet voeden.”
Hoogestraat
Het stuk tussen de Saramaccastraat en Zwartenhovenbrugstraat is een echte tippelzone. De Guyanese dame was rond 22:00 uur de enige die er stond. Als we uur later terugkeren is het drukker. We zien onze Guyanese dame praten (of onderhandelen?) met een jongeman op een brommertje. Een hoek verder zitten er nieuwe vrouwen, lachend. We gaan richting Hoogestraat. Er zit een ouder Javaans koppel op het trappetje voor hun huis. Ze wonen er al jaren. “Er gebeurt van alles hier. Maar we houden ons er liever buiten, we ‘zien’ niks. Wij voelen ons wel veilig. Op zaterdagavond als we van het casino in de Saramaccastraat komen, lopen we altijd samen naar huis, meestal om een uur of drie in de nacht. En dat kan gewoon.”
‘Die shit is verboden’
De Hoogestraat is ook de straat waar men terecht kan voor softdrugs. We stoppen op het parkeerterrein van de Chinees op de hoek. Er staat een groep Creoolse mannen en we zien hoe een Hindoestaanse jongen komt aanlopen. Hij heeft een petje op en kijkt een beetje schuchter om zich heen als hij voorzichtig naast het groepje gaat staan. Hij ziet er Hollands uit. Één van de jongens spreekt hem aan. Of hij iets zoekt. “Hasj”, horen we hem zeggen en hij vertelt voor hoeveel. De jongeman loopt weg en grijpt iets achter een struik en komt terug. De transactie wordt snel uitgevoerd. De verkoper verdwijnt in het groepje mensen en de jongeman koopt nog iets bij de Chinees, waarschijnlijk vloei. Ondertussen gaat de normale verkoop bij de Chinees gewoon door, tussen de tralies van het dievenijzer door. We spreken de jongeman aan en hij vertelt: “Die shit is verboden hier. Maar je kan er gemakkelijk aan komen. Die mannen hebben door wat je wil en komen zelf naar je toe. Ik denk wel dat zo een groepje gevaarlijk is. Je kan niet drugs verkopen en niks bij je hebben om jezelf te beschermen.”
“ Working girls, business girls”
Op de avond verandert de Roseveltkade ook in een tippelzone. Hier kan men terecht voor een ander soort vertier. Hier staan de omgebouwde dames van plezier. De transgenders, travestieten en transseksuelen. Er staan twee jongens, verkleed als meisjes. Ze zien er verbazingwekkend goed uit en zijn welbespraakt. Hun vrouwelijkheid is er een die dat van de ‘echte’ dames overstijgt. De een heeft een pushup-BH waar zijn echte borsten in zijn gepropt. De andere heeft een blonde pruik op. Als dametjes staan ze ons te woord. “We zijn er net. Het is onze derde dag hier.” Ze komen eveneens uit Guyana. “Er komen veel mannen hier. Of ze getrouwd zijn of niet, vragen we niet naar, ook niet naar hun geaardheid, maar nogmaals we krijgen veel klanten.” Op dat moment stopt er een auto, als de bestuurder onze recorder ziet, parkeert hij een stuk verder en maakt geluiden alsof hij zijn hondje roept, maar dan verleidelijk. Hij schijnt de ‘dames’. Omdat we in gesprek zijn, negeren ze hem en hij rijdt, na meerdere malen tsjilpen, weg.
Aantrekkelijk
“ Sommige ‘meisjes’ die langer hier staan, hebben vaste klanten. Als ze op een avond al hun vaste klanten krijgen, verdienen ze soms wel SRD 1.000 op een avond. ‘Het hangt ook van jezelf af wat je verdient. Soms ben je blij als je op een avond SRD 100 verdient. Maar hoe meer je bereid bent te doen, hoe meer ze zullen betalen. If you please them, they will please you back, with money.” De man heeft het ook over ‘good money’. Als we vragen wat ‘good money’ is, begint hij zijn vaste lasten bij elkaar op te tellen. ‘Good money’ is, op straat het geld bij elkaar verdienen zodat je je vaste lasten kan betalen blijkbaar. De dames letten ook op hun veiligheid maar op een andere manier. “Het gaat om het gevoel bij iemand. Hij moet enigszins aantrekkelijk zijn, als dat niet zo is, kan je niet goed je werk doen. Als het echt gevaarlijk is, moeten we terugvallen op de politie. The cops are always there..”, zeggen ze hoopvol. Tijdens ons gesprek worden we de hele tijd geobserveerd door een jongeman op een brommer, dezelfde als van de Saramaccastraat?
Sommelsdijckstraat
Hier is het ogenschijnlijk rustig maar schijn bedriegt. Tussen de mooie koloniale huizen staan er vervallen huizen. Voor sommige huizen zitten er mensen op een bankje. Een man zit helemaal aan de rand van het trottoir. “Ai”, zegt hij vragend als we langs rijden. Onze chauffeur wijst een zestal huizen aan. “ Hier kan je van alles kopen. Er is zelfs een oude Hindoestaanse vrouw die er woont. Bij haar ga je op afspraak, zij kan dan van alles regelen.”
Texas
We worden gebracht naar Charlesburg. Volgens onze chauffeur werd dat gedeelte Texas genoemd omdat het er zo gevaarlijk was. Hij woonde er vroeger. We komen echter terecht op een geasfalteerde weg met pas gebouwde huizen. Een nette buurt waar alle erven netjes bijgehouden zijn. Bij de supermarkten staan er jongeren, sommigen drinken bier, anderen kletsen wat en maken grapjes onderling. Onze chauffeur is stomverbaasd. “ Sorry, ik heb jullie voor niets hierheen gebracht. Het is echt veranderd hier!”
“Vetrollen en ingeweven haar”
Voor ons nachtelijk onderzoek maken we nog een laatste rondje. Ook de Watermolenstraat is inmiddels drukker geworden. De Prinsenstraat eveneens. Er zijn verschillende schaars geklede dames die onderhandelen met bestuurders van grote auto’s. Het is een bonte verzameling van strakke jurkjes, vetrollen, zware make-up en ingeweven haar. Tussendoor groepjes mannen die de wacht lijken te houden. Sommige dames staan of zitten, maar er zijn er ook een paar waarvan op het gezicht de ontevredenheid af te lezen is. Tot onze verbazing zien we ook een groep tieners, meisjes en jongens. Het lijkt erop alsof ze staan te ‘chillen’ , maar als onze auto stopt, wil één van de meisjes naar ons toe lopen. Als we nee schudden, lacht ze verlegen en blijft staan. We zien ook een hotel waar een grote bewaker voor de ingang, met een trap naar boven, staat. Achter hem staat een knappe vrouw in sexy kleding. Er is nergens een naambord te zien van het hotel. Alleen een uithangbord waar groot Parbo Bier op staat en nog een zelfde maar dan van Heineken. Ze kijken beiden hoopvol naar ons als we voorbij rijden.
Gedoogbeleid
De rand van het toeristische, historische centrum gaat steeds meer lijken op dat van een echte grote stad. Met verschillende soorten prostitutie en drugshandel. De activiteiten vinden plaats ondanks de verboden. Het is namelijk ook big business. Het kleine stukje aan de Roseveltkade waar gemiddeld 10 ‘dames’ staan, is op een goede avond dus goed voor een omzet van gemiddeld SRD 10.000. Als we kijken naar het gebied van de Saramaccastraat, waar er die avond zeker 20 dames stonden te werken, is het gemakkelijk te berekenen hoeveel omzet er daar gemaakt wordt, op een goede avond. Tel daar de omzetten bij van de drugshandelaren…
Het is een goed florerend stuk van de economie waar de overheid moet trachten, net zoals in Nederland, een slaatje uit te slaan. Niet voor zichzelf, ze hebben al genoeg, maar voor de rest van de bevolking. Wie weet kan het belastinggeld dat de Staat er dan aan zal verdienen, gebruikt worden om de jongeren die blijkbaar ook die manier van geld verdienen hebben ontdekt, te helpen. De jeugd dient zich niet in deze gebieden te begeven, daar zij de toekomst van ons mooi land zijn!