Gisteren werd wereldwijd de Wereld Hartdag herdacht. In meer dan 100 landen werden onder het thema ‘Kies de weg naar een gezond hart’-activiteiten ontplooid. Belangrijk is de nadruk die daarbij gelegd is op de oorzaak van hart- en vaatziekten. Eerder werd vaker gesteld dat deze aandoening primair een erfelijke ziekte was, maar volgens de WHO is genetica niet langer de belangrijkste factor in de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Ongeveer 80 procent van de ziekte kan worden toegeschreven aan slechte leefgewoonten. Volgens de WHO wordt bij volwassenen de nadruk gelegd op ongezonde voeding. Dat zou weer gekoppeld zijn aan 4 van de top 10 risicofactoren die vroegtijdig overlijden veroorzaken: hoge bloeddruk, hoog cholesterolgehalte, overgewicht/obesitas en een hoge bloedsuikerspiegel (diabetes). Gezegd is dat door onze veranderde levensstijl veranderingen zijn opgetreden in onze voeding, de mate en wijze waarop we fysiek actief zijn en hoe we over het algemeen leven, onder andere hoe wij onze beschikbare vrije tijd doorbrengen. Dit houdt risicofactoren in, die ons kwetsbaar maken voor hart- en vaatziekten. Als voorbeeld wordt gewezen op voedsel met veel dierlijk vet en zout en weinig verse groenten en fruit. Ook wordt verwezen naar hoog alcoholgebruik. In dit kader is door wetenschappers gewezen op opeenhoping van vet in het lichaam vooral rond de maag. Dit kan een behoorlijke impact hebben op onze bloeddruk en cholesterolgehalte in het bloed. Het zou ook een negatief effect hebben op ons vermogen om insuline effectief te gebruiken. Op deze dag werd gewezen op de risico’s van het hebben van overgewicht. Overgewicht verhoogt het risico op het ontwikkelen van hoge bloeddruk en diabetes. Statistieken tonen aan dat 58 procent van diabetes en 21 procent van hartziekten kunnen worden toegeschreven aan een body mass index (verhouding lengte en lichaamsgewicht) boven de 21. Kijken we naar de Surinaamse situatie dan zien wij dat het niet anders is. Dwars door alle bevolkingsgroepen komen hart- en vaatziekten voor, maar onder bepaalde bevolkingsgroepen is bewezen dat er ook genetische oorzaken zijn die diabetesontwikkeling bevorderen. In de dagelijkse praktijk merken we dat ook. De levensstijl is daarbovenop enorm gaan veranderen in Suriname. Via de school is het belangrijk om, ook in interactie met de ouders tijdens ouderochtenden, de nadruk te leggen op het belang van sport. Het komt vaker voor dat kinderen liever achter games zitten dan erop uitgaan om zich aan te sluiten in sportclubs. Deze zijn meer voor handen in bepaalde buurten en weer minder in andere. Vanuit de overheid moeten sportclubs met jeugdafdelingen worden gestimuleerd, om zodoende een gezonde bevolking na te streven. Het is alom bekend dat mollige tieners die zich aansluiten bij een sportclub, heel vaak binnen een competitie afgeslankt zijn tot atletische sporters. De regering moet niet alleen erop uit zijn op sportclubs in de achterban te ondersteunen, maar moet aan alle jongeren een kans geven. Ook moet een goed contact onderhouden worden met besturen van jeugdclubs, zodat het mogelijk wordt om het aantal takken van actieve sport uit te breiden. Tot nu toe voert Sport- en Jeugdzaken op dit stuk een naar het schijn te discriminerend beleid. De nadruk moet gelegd worden op de jeugd in het kader van de preventie. Uiteraard is het zo dat niet alle jongeren ervoor zullen kiezen om te sporten bij een club. Voor deze groep moeten er veilige omstandigheden worden gecreëerd in alle districten, zodat men bijvoorbeeld kan gaan lopen, joggen of fietsen, zonder het gevaar om aangereden te worden op straat. Al geruime tijd hebben wij met name rond de AVD erop gewezen dat het noodzakelijk is dat de regering (VGZ) eventueel in samenwerking met particulieren overgaat tot het aanleggen van parken, waar men kan wandelen en fietsen. Eventueel moeten particulieren gestimuleerd worden om deze parken aan te leggen landelijk. Een andere zaak is de voeding. Als gekeken wordt naar de trend de laatste tijd dan lijkt het een feit dat het eten van ongezonde voeding met veel vetten aan het toenemen is, vooral bij jonge kinderen. De gewoontes die men aanleert, zijn op gegeven moment moeilijk af te leren. Er moet via scholen meer aan attitudebeïnvloeding worden gedaan als het gaat om voeding. Wat ook zeer opvallend is, is het gebruik van alcohol bij steeds jongere groepen in de samenleving. Soms gebeurt dat zelfs openlijk en zichtbaar voor autoriteiten. Een tendens is ook dat nu meer vrouwen en meisjes in Suriname alcohol gebruiken dan eerder. Het risico is hem erin dat op gegeven moment het gevaar van alcoholmisbruik ontstaat, met ook gezondheidsexcessen.
Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke levensbedreigende aandoening in Suriname. Werkgevers moeten voor hun werknemers ruimte laten, zodat deze ook verantwoord aan sport of lichaamsbeweging kunnen doen. Wat we nu missen, is meer betrokkenheid van de overheid via Sport en Jeugdzaken, maar ook via scholen en kerkelijke organisaties.