Lerende gemeenschappen

Deskundigen wijzen erop dat ons onderwijs op een nieuw paradigma gebaseerd moet worden. Kritiek  op het actuele onderwijsbeleid is echter zinloos  wanneer de criticus zelf geen alternatief model achter de hand heeft en presenteert.  Er hapert inderdaad nog veel aan ons onderwijsbestel. De vraag is, welke  bruikbare vernieuwingskaders een progressief beleid uit vroeger overheidsbeleid voorhanden heeft. Als in de praktijk de leermeester gekozen wordt voor de verdere ontwikkeling van de veranderingen in het basisonderwijs, dan wordt tenminste afstand genomen van alle wetenschappelijke afwijzing van de thans gevolgde veranderingsmethodiek. De wetenschap heeft trouwens ook het meeste bereikt door die boeken die de drukker alleen maar verlies hebben gebracht. Achteraf met veel kennisvertoon de vernieuwingsconcepten afwijzen is geen substituut voor de bijdrage die door individuele materiekenners vooraf geleverd had moeten worden aan het ontwikkelen van beleid. In instrumentele zin  faalt het onderwijsministerie reeds jaren aaneen. In functionele zin schaden allerlei vakbondacties het onderwijs en de leerprestaties in ernstige mate. De fout van de regering is dat onderwijsvernieuwingen inhoud en gestalte moeten krijgen door de inzet van organisatiestructuren die decennia lang als onderhoudsvrije instrumenten zijn aangemerkt. Met deze erfenissen valt inderdaad niet veel te vernieuwen. De totale organisatie van het onderwijsministerie moet waarschijnlijk op de schop, terwijl ook de arbeidscultuur in het onderwijsveld behoorlijk wat genezing behoeft.
Permanente educatie
Zoals de leerling vooraf weet welke  vakken voor het nieuwe schooljaar gelden ,dient het onderwijsministerie inzicht te hebben in de leerbehoeften van het onderwijzend personeel van elke openbare  onderwijsinstelling. Juist in dit verband is het ontwikkelen van competentieprofielen voor de functie van leraar op de verschillende niveaus van de diverse onderwijstypen noodzakelijk. Interessant is ook  het voorhanden hebben van  ontwikkelingsplannen voor elke leerkracht afzonderlijk , in nauw overleg met de belanghebbende zelf, waardoor loopbaanbegeleiding op grond van persoonlijke ontwikkelingsplannen veel beter vorm krijgt in de onderwijssector, geheel in overeenstemming met de geest van human resource management.  De schoolgemeenschap omvat enerzijds  het lerarencollectief en anderzijds de leerlingenpopulatie. Beide categorieën ondergaan op hun specifieke manier een leerproces. De permanente educatietoelage ten behoeve van onderwijsgevenden is overigens naast een  heet hangijzer ook een absurditeit,aangezien het van naïviteit getuigt aan te nemen dat de leraar maandelijks geld in handen krijgt  dat  daadwerkelijk voor educatieve doeleinden zal worden aangewend.   Het is nog altijd zo, dat niet de werker, maar beleid en strategie  hun eisen stellen aan onderwijsinstellingen en  kennis en competenties van hun onderrichters . Gerichte educatie van de leerkracht is nimmer een kwestie van eigendunkelijk  richting geven daaraan.  Kennis wordt voortdurend naar  steeds smallere kennisstroken en specialismen  opgesplitst , opgedane kennis veroudert ook steeds sneller. Het onderwijsbeleid dient daarom de richtinggevende principes te ontwikkelen voor competentieontwikkeling, terwijl voortdurende  zelfeducatie de  eigen  inspanning  van de leerkracht zelf aangaat.  In grotere arbeidsorganisaties vooral vormt de categorie managers een lerend collectief, waarbij doorgaans veel nadruk gelegd wordt op rationele vormen van management, met begrippen als procesontwikkeling, kwaliteitszorg,  efficiëntie en effectiviteit als bekende klanken.  Intuitieve managementvaardigheden die de managers op zowel het fysieke, mentale, emotionele als spirituele niveau moeten hebben om met mensen in werkverband om te gaan, worden doorgaans niet van belang geacht tijdens trainingssessies. Leerprogramma’s van opleidingsinstellingen in ons land zouden ook  deze   managementvaardigheden moeten behelzen, omdat die juist in het intermenselijke contact zo bepalend zijn. Voor managers en  leiders zijn onderwerpen als invoelings- en  angstreductietechnieken, creatief waarnemen , bezieling, innovatieve creativiteit en  probleemoplossing geen overbodigheden.
Oog voor de realiteit
De werkgemeenschap van organisaties bestaat overwegend uit uitvoerend personeel, dat als collectiviteit ook weer als lerende gemeenschap kan worden aangemerkt. Deze werknemers hebben immers behoefte aan voortdurende aandacht voor opleiding, vorming en training. Veel onrecht wordt werknemers in ons land aangedaan, terwijl de verdeelde vakbeweging, vooral in de publieke sector, nauwelijks ontwikkelingsgericht functioneert. Veel vrouwelijke werknemers in plaatselijke ondernemingen en bedrijven hebben nog steeds  te lijden van verhulde vormen van slavenarbeid. Elders in ons land smeken arbeiders om het doen van slavenwerk, heel opmerkelijk in gebieden waar vroegere weggelopen slaven hun verzetshaarden tegen dwangarbeid vormden. Een voormalig regiem heeft daarvoor de basis gelegd: 12-urige werkdagen. Lerende gemeenschappen vormen thans ook de districtsbewoners, en wel in het kader van het in gang zijnde proces van de bestuurlijke decentralisatie.  Opmerkelijk is wel  dat binnen het decentralisatieproces elk district zo zijn eigen leven leidt. Het vergelijkend leren van elkaar, periodieke districtsconferenties organiseren met het oog op ervaringsuitwisseling, moeten zich nog ontwikkelen. De klacht dat gebrek aan data het veranderproces belemmert typeert ook nog de zwakte op het gebied van data -en informatiemanagement. Het principe van de lerende gemeenschap moet ook in deze transformatie  een belangrijke plaats innemen.   Opmerkelijk is de recente uitspraak van een veranderaar in de publieke sector dat het decentralisatieproces ten einde loopt. Dat is niet mogelijk. Immers, het decentralisatieproces staat nog in de kinderschoenen, en in ontwikkelingen als deze zijn begrippen als veranderen en ontwikkelen voortdurend aan de orde. Ook dit nog: de gevangenisgemeenschap behoeft ook lering en vorming. De dienstdoende leermeesters(cipiers) zijn vaak zelf zo corrupt in hun werk, dat dit proces nu aan bloedarmoede lijdt.
Stanley Westerborg
Organisatieanalist
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!