Pokharlal Ramdin Sharma (17 september 1894) kwam op 22-jarige leeftijd als immigrant in Suriname aan met de Dewa, de op een na laatste boot. Hij was geboren in de stad Etawah in Uttar Pradesh (India) en van beroep hadjaam (barbier). Door hard werken werkte hij zich op tot zakenman.
Voor Ramdin was het niet zo moeilijk zijn geboortegrond te verlaten, omdat zijn ouders en enkele dierbare familieleden al waren overleden. De overige familie had wel bezwaar tegen zijn vertrek naar Suriname, maar zoals bij vele jongemannen van zijn leeftijd, lokte het avontuur en ging hij het onbekende tegemoet. Hij verloor echter het contact niet met zijn bloedverwanten. Ramdin schreef hen regelmatig en is zeven keer voor familiebezoek naar India geweest en ook om banden met zakenrelaties te verstevigen. Na zijn contacttijd koos Ramdin ervoor om in Suriname te blijven. Hij verliet de plantage en ging naar de stad om zich daar te vestigen.
Eigen zaak. Ramdin, de latere zakenman, begon als barbier aan de Knuffelsgracht ongeveer op de plaats waar nu een bekende kapsalon staat – voor tweeëneenhalve cent per persoon. Hij wilde echter een eigen pand aan de Heiligenweg kopen om zijn zaak uit te breiden en om onafhankelijk te zijn van een huurder. Hij had zijn zinnen gezet op nummer 5 en na korte tijd lukte het hem om eigenaar te worden van dat gebouw. Daarin begon hij een Hindoestaans restaurant, meer bekend als “Ramdin ki koekshap” (Ramdins cookshop). Voor de landbouwers die van heinde en verre kwamen om hun producten op de markt te verkopen, was het restaurant een uitkomst. De deuren van het eethuis gingen reeds om vijf uur ’s ochtends open en de prijzen vielen mee. De boeren gingen namelijk heel vroeg (met een lege maag) van huis en de meesten deden uren over de weg omdat ze gebruik maakten van ezelkarren. Aangezien het eten goed en smakelijk was, werd de klantenkring steeds groter. Al gauw had Ramdin vijftien personen in dienst. De mensen van toen verschilden niet veel met die van nu; als ze elkaar na lange tijd tegenkwamen, wilden ze graag gezellig bij elkaar zitten en een borrel pakken. Ramdin zag dit in en al gauw kwam er een bar bij. Gedurende de Tweede Wereldoorlog deed hij goede zaken, omdat de buitenlandse soldaten graag een stevige borrel lustten en grif geld uitgaven als ze voor een tijdje in Suriname waren. Zakenman als hij intussen was, merkte Ramdin al gauw dat Nickerianen en Guyanezen die naar Paramaribo kwamen, behoefte hadden aan een slaapplaats. Zo ontstond het Ananda Hotel aan de Heiligenweg; niet ver van de haven en gelegen in het centrum.
Uitbreiding. De Hindoestaanse immigranten brachten hun religie, cultuur en leefgewoonten met zich mee. De behoefte aan religieuze artikelen was heel groot. Ramdin speelde hierop in begon met de import van deze artikelen uit India. Dit werd een succes, waardoor hij uiteindelijk een ‘Indiase winkel’ begon. Daar werden onder andere verkocht: religieuze benodigdheden, boeken, Indiase instrumenten, beelden, zilveren sieraden en Hindoestaanse 78-toeren grammofoonplaten. Ramdin was ook de eerste persoon die Ayurvedische medicijnen importeerde en het gebruik daarvan propageerde. Heel wat mensen hebben baat gevonden bij deze medicamenten en er waren soms ontroerende momenten als zij hun dankbaarheid kwamen tonen. Ramdin bewoog zich ook binnen de religie, hij was medeoprichter van de Arya Samaaj in Suriname. Desondanks stond hij open voor andere geloofsovertuigingen. Aanhangers van de Sanatan Dharm konden voor hun benodigdheden bij hem terecht, de Moslim voor zijn boeken in het Urdu en de Creool voor wierook en kruidenoliën. In 1946 bereikte Ramdin weer een – misschien wel het hoogtepunt in zijn leven. Hij werd eigenaar van de bloeiende plantage Nieuw Klarenbeek aan de Cottica, waar hij zelf nog als arbeider had gewerkt.
In december 1972 overleed Pokharlal Ramdin Sharma. Hij liet een schare aan kinderen en kleinkinderen achter, van wie de meesten weer als immigranten zijn getrokken naar Europa en de Verenigde Staten van Amerika. Ramdin meende dat door hard werken en doorzettingsvermogen een ieder succes kan hebben in het leven. Belangrijker vond hij echter een goede scholing, vooral voor meisjes en vrouwen. Hij zei altijd: “Je kunt met je ontwikkeling overal op de wereld succes hebben; dat is een gereedschap waarmee je verder kan in het leven. ‘Self help’ waren twee woorden die hij vaak gebruikte, daarmee bedoelend dat je op niemand moet wachten om je te helpen, maar zelf moet aanpakken.
Door: Saroodjniedevi Debisaran-Ramdin