President Desi Bouterse moet met een antwoord komen op de ingediende petitie van 18 februari waarbij DOE-parlementariër Carl Breeveld heeft aangegeven dat raadsadviseur en ambassadeur Errol Alibux gronden van derden heeft toegeëigend voor zijn familie. Dat zegt Breeveld in een interview. In de petitie zou heel duidelijk staan wat er allemaal aan de hand is. De DOE-voorzitter meent dat Bouterse in het parlement op de petitie moet reageren. Volgens Alibux heeft Breeveld zonder bewijzen beschuldigingen geuit. Echter zouden de bewijzen volgens Breeveld al bij de president zijn. ‘Bouterse zelf laat het ook afweten bij deze zaak.’ Breeveld zegt dat de verzoeken vanuit het parlement om duidelijkheid te verschaffen over het grondbeleid duidelijk en scherp zijn geweest. Hij zegt dat vanuit het parlement er regelmatig vragen zijn gesteld rondom het gronduitgiftebeleid dat volgens Breeveld al decennialang een probleem vormt in de samenleving. ‘Je ziet duidelijk dat grondactiviteiten niet op normale wijze plaatsvinden. Duidelijke maatregelen blijven steeds uit. Daarom blijven we hameren op het anticorruptiebeleid, zodat het ontmoedigd wordt dat op een onjuiste wijze men aan grond kan komen, terwijl personen die op de juiste manier een aanvraag doen, aan de kant worden gezet’, aldus Breeveld.
Het DNA-lid zegt dat voldoende mensen in het parlement hun beklag komen doen en dat verschillende DNA-leden getuige zijn van taferelen waarbij mensen hun beklag komen doen in de fractiekamers met betrekking tot gronduitgiften. Hij vindt dat het parlement altijd consequent is geweest en dat het nu de beurt aan de president is om met antwoorden te komen. Ten aanzien van de beschuldigingen van Alibux dat Breeveld ongedocumenteerd beschuldigingen zou hebben geuit naar zijn adres, zegt Breeveld het volgende : ‘Ik verwijs u naar de petitie van 18 februari. Daarmee volsta ik. Alle zaken die verduidelijking behoeven voor de president zijn daarin al aangegeven. Voor de rest heb ik niets meer te zeggen’, besluit Breeveld.
