Programma’s bromfietsers en voetgangers blijven uit

Onlangs is te Jarikaba een tiener om het leven gekomen nadat hij omver werd gereden door een auto. De tiener zijn bromfiets was kapot, waarschijnlijk een damesbromfiets, en het moest noodzakelijk op de weg zelf worden gerepareerd.  De jongeman stierf ter plekke en zal in de statistieken waarschijnlijk niet genoteerd worden als een bromfietser die in het verkeer omkomt, maar technisch als een voetganger. De Surinaamse straten zijn te vergelijken met het Surinaams digitaal verkeer: teveel personen proberen teveel informatie te pompen in veels te ‘dun’ digitaal kanaal. Op de Surinaamse straten vechten zware trucks en loaders, pick-ups, terreinwagens, gewone auto’s, motorfietsen, fietsen, voetgangers, atleten, joggers en straathonden om een plek. Soms is dat allemaal op een straat van 4 meter breed. Wat de straathonden betreft, is een heel ander programma nodig om de zaak aan te pakken: een hondensterilisatieprogramma. De rest is aan te pakken met bewustwordingsprogramma’s, door te werken aan het besef. Wat nu aan de hand is, is dat de categorieën die aan de onderste kant van de verkeersladder staan (voetgangers naar boven) niet beseffen dat ze het meest kwetsbaar zijn en dat hun deelnemen op de onvolkomen Surinaamse wegen gekarakteriseerd moet zijn door één woord: voorzichtigheid. Het verkeer in Suriname is met de komst van de vele car centers vanaf de jaren ’90 enorm veranderd. Waar het vroeger zo was dat alleen een bepaald deel van de volwassen bevolking over een auto kon beschikken, nu kan iedereen inclusief misbaksels en mislukkelingen in het bezit zijn van een auto en daarmee in het verkeer gaan en dat doet men graag. Er zitten dus veel misbaksels in het verkeer achter een stuur van een auto. Auto’s die eenmaal op de Surinaamse wegen hebben gereden, worden heel goedkoop. Maar goedkoop zijn ook de damesbromfietsen en scooters geworden. Het gevolg is dat de meest ongeschikte personen opeens verantwoordelijkheden in het verkeer accepteren, die ze nooit gaan kunnen dragen. De crashes, soms fataal, blijven dan ook niet uit. Wie heeft de schuld in deze? In elk geval niet degenen die vervoersmiddelen aan de man brengen en zeker ook niet de Staat die via importheffingen vervoersmiddelen duurder maakt. Vervoer kan levens redden en veel burgers zien een vervoermiddel puur als een middel om personen noodzakelijkerwijs van punt A naar punt B te brengen. Hoe die auto eruit ziet, doet er dan in principe niet toe, wel dat hij degelijk is. Maar feit is nu dat de weg vol zit met misbaksels die ook niet denken aan hun eigen veiligheid. Waar de schuld wel moet worden gezocht, is het opvoedingssysteem. Dus bij ouders en verzorgers (en invloedrijke familieleden), voorbeeldfiguren en de school. Een groot aantal problemen in Suriname heeft te maken met de levenshouding van de Surinamer. Een tegenkracht moet door de regering worden ontwikkeld middels programma’s. Men groeit met een aantal vanzelfsprekendheden op en staat nooit erbij stil of bepaalde zaken perse moeten. Een van die zaken is altijd luide muziek in de auto. Wat dat betreft zijn car radio battles die soms georganiseerd worden door bepaalde politici in Suriname geen goed voorbeeld. Wat wij ons niet afvragen, is hoe de eigenaren zich na de car audio battle gedragen. Halen ze hun installatie na de wedstrijd weg? Laten ze het en gedragen ze zich normaal op straat? Of gaan ze verder om te genieten van hun investering in het verkeer? Politici die car audio battles en ‘bron banti’-wedstrijden organiseren, zijn alleen belust op het geld en denken niet na hoe ze de jeugd aan het vernietigen zijn. Een ander ding dichter bij het ongeval van Jarikaba is het repareren van bromfietsen op straat. Het komt vaak voor dat bromfietsers het vertikken om eerst een veilige berm of inham/inrit te zoeken voordat men gaat sleutelen aan de brommer. We zien dat men gewoon doodleuk op straat ertoe over gaat een bromfiets of een fiets te repareren. In dit geval ging het om een kapotte verlichting. Bericht is dat de tiener naast zijn bromfiets stond. Dat was wel een gevaarlijke zaak en wellicht was het straatgedeelte niet verlicht. Hoe moest de bromfietser in zo’n geval handelen? Moest hij staan op de weg en wachten op hulp? Moest hij zijn fiets aan de straatkant laten en zich ergens in veiligheid brengen totdat er hulp was? Moest hij zijn bromfiets doorstoten naar een inham of inrit? Bromfietsers ontberen de instructies hoe te handelen in deze gevallen. Bovendien lijkt de leeftijd van 15 jaar te jong om op een bromfiets te rijden. Bromfietsen zijn een gevaarlijk vervoermiddel aan het worden. Men wordt snel aangereden door eigen roekeloos gedrag en men rijdt tegenwoordig ook vaker anderen aan. Waarschijnlijk was de tiener zijn bromfiets aan het duwen naar een veiligere plek. Het lopen op straat is ook een punt. Als looppaden niet geasfalteerd zijn, verkiezen bepaalde voetgangers het, in sommige buurten meer dan in andere, om op het niet verharde gedeelte te lopen. Men neemt het risico van een aanrijding voor lief. De tiener is door een busje aangereden. Het vermoeden bestaat dat deze busrijder heel hard heeft gereden. Opgemerkt moet worden dat de politie in de contreien waar het ongeval heeft plaatsgevonden nagenoeg nooit let op de snelheid waarmee verkeersdeelnemers rijden. In die gebieden mag men elke dag met keiharde muziek rijden en racen op straat, zonder dat de politie er wat van gaat zeggen. Dat geldt voor geheel Wanica en ook Saramacca. Bij aanrijdingen is gerapporteerd dat de politie heel veel door de vingers kijkt, omdat bijna iedereen (aangetrouwde) familie is. Er wordt veel geregeld.
Wat er in Suriname moet komen, zijn algemene heropvoedingsprogramma’s voor burgers in het algemeen als eerste. Surinamers moeten leren om socialer te worden en minder asociaal te zijn. Maar nu lijkt dat bij deze regering onmogelijk, omdat een aantal behoorlijk asociale personages hoog in de politiek zit. Ze zijn er bij puur om eigen belang en zijn niet weg te jagen uit het machtscentrum. De vorige minister had een programma aangekondigd gericht op bromfietsers om hen tegen zichzelf te beschermen en ook andere verkeersdeelnemers. Hij heeft het programma nooit kunnen uitvoeren. Beweerd wordt dat een programma niet zal helpen, omdat de attitude van een deel van de burgerij gewoon verrot is. Wij zouden het programma toch kans van slagen geven, omdat een deel van het probleem van bromfietsers toch ligt in het gebrek aan verkeerskennis en een deel ook aan de attitude. Van de huidige Juspol-minister moeten we nog horen wat hij met het probleem van bromfietsers zal doen. Intussen maken bromfietsers het verkeer onveilig. Recentelijk is een peuter het slachtoffer geworden. Aan de minimumleeftijd om een bromfiets te rijden, moet de politie ook wat doen. Op buitenplaatsen is het normaal dat 12-jarigen een bromfiets rijden, zonder dat de politie wat doet.

error: Kopiëren mag niet!