Geruchten als zou één van de uit Brazilië aangevoerde runderen zijn gestorven aan de gevolgen van Mond en Klauwzeer (MKZ) heeft deining teweeg gebracht in de veesector. “Het zijn geruchten, maar ik kan u zeggen dat de Surinaamse veeboeren op dit moment erg verontrust zijn over dit nieuws dat zich verspreidt in de sector”, zegt Dayanand Dwarka aan Dagblad Suriname. Dwarka is voorzitter van de Agrarische Raad van de VHP en als zodanig betrokken bij de veesector. Het besmette dier zou direct zijn afgemaakt en begraven. Recentelijk nog heeft een negental landen het besluit genomen geen slachtvee meer te importeren uit Brazilië, vanwege de uitbraak van MKZ in een aantal veeboerderijen van het land. Dwarka zegt in een vroeg stadium te hebben gewaarschuwd voor vee-importen uit het zuiderbuurland. De landen die de importstop hebben afgekondigd, hebben nota bene een goed veterinair keuringsinstituut en zijn in staat de beesten professioneel te keuren op het voorkomen van ziekten. Suriname heeft deze moderne faciliteit niet eens en besluit toch met alle risico’s van dien slachtvee te importeren uit Brazilië.
De keuring gebeurt volgens Dwarka nog steeds primitief met het blote oog. De VHP-topper zegt dat slachtvee-importen elke rechtvaardigingsgrond missen. Het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) ging over tot import van slachtvee om het tekort aan rundvlees op te heffen. Het tekort was dusdanig dat het noodzakelijk was maandelijks 500 stuks slachtvee te importeren. De eerste import was op 13 augustus 2012. Vorige week is de tweede lading slachtvee uit Brazilië aangekomen. Dat betekent dat er in een half jaar slechts twee importen zijn geweest, terwijl LVV had aangegeven dat de behoefte zo groot was dat er maandelijks slachtvee uit het buitenland aangevoerd zou worden. Dwarka vraagt zich af of het tekort inderdaad zo nijpend was. Bovendien is nu ook overduidelijk aangetoond dat de markt in de afgelopen vijf maanden niet voorzien werd van vlees van geïmporteerd vee. De rundvleesvoorziening werd vrijwel volledig gedekt door de lokale veeboeren. Voor Dwarka is het onbegrijpelijk dat LVV dit weigert in te zien en ook niet de moeite neemt om structurele maatregelen te treffen om de lokale veesector te stimuleren. “In plaats van het slachtvee te importeren, had men juist fok- en kweekdieren moeten invoeren om de lokale stapel te veredelen”, zegt Dwarka. De vee-importen zouden volgens LVV ook leiden tot prijsdaling van rundvlees in de slagerijen en slachterijen. Integendeel is de prijs gestegen. Door de vleesimporten kochten lokale opkopers weinig slachtvee op bij de lokale veeboeren, wat tot gevolg had dat de prijs ging stijgen, omdat er te weinig vee geslacht werd in de slagerijen.
