Anticorruptiewet zonder aangifteplicht is niks waard

De regering moet de burgerij niet komen zoet houden met de tweede onthoofde NF-VHP-versie van de anticorruptiewet straks wanneer men straks met een wetsvoorstel komt. Tijdens het NF-bewind is de eerste effectieve versie van de anticorruptiewet, onder druk van NF- parlementariërs, zodanig gekortwiekt dat het eigenlijk geen zin meer had om het te behandelen. Nu lijkt het erop alsof de NDP min of meer hetzelfde concept, gekortwiekt (zonder een jaarlijkse aangifteplicht), zal indienen. In elk geval zal de VHP met een mond vol tanden staan, omdat ze geconfronteerd zal worden met haar onoprechte bedoelingen met de anticorruptiewet toen zij aan de macht was. Eenmaal aangenomen zal de wet de huidige machthebbers geen schade berokkenen in hun acties gericht op de staatskas en de VHP-NF zal daarin niks te zeggen hebben, het was trouwens hun tweede versie. De VHP zal dan maar hopen om ook buiten de wet te vallen wanneer het haar beurt is om te regeren. De president heeft een kruistocht tegen corruptie beloofd. Synoniem voor de kruistocht tegen corruptie is de zogenaamde anticorruptiewet. Het is goed voor de samenleving en de politiek om te beseffen dat een anticorruptiewet alleen niet zaligmakend is. Er zijn tientallen wettelijk regelingen in Suriname die al betrekking hebben op corruptieaspecten. We noemen er maar drie: de Personeelswet, de Comptabiliteitswet met het Comptabiliteitbesluit en de bij staatsbesluit vastgelegde aanbestedings- en uitvoeringsvoorwaarden van openbare werken. De rij is heel lang. De regering en de politiek moet niet ervan uitgaan dat een anticorruptiewet alles zal veranderen. Men moet niet gaan wachten op een anticorruptiewet. Ons optimisme is daarom gematigd, de politiek moet ook alert zijn. Er is nu aangekondigd dat de anticorruptiwet er komt. Maar wat zal er allemaal staan in de anticorrptiewet…. en wat zal er bewust niet in staan? Waarom is de vorige anticorruptiewet gestrand in DNA? Over de inhoud en het stranden van de vorige anticorruptiewet straks meer. Wij gaan nu ervan uit dat de president oprechte bedoelingen heeft met de anticorruptiemaatregelen. We constateren nu wel dat de president welgeteld maar één en een halve maatregel heeft getroffen tegen de corruptie. Een maatregel is het afschaffen van de vergunningsbevoegdheid van dc’s en hun bestuurskantoren die heel vaak en persistent in verband worden gebracht met willekeur, vriendjespolitiek en corruptie. Een halve maatregel is wellicht het naar huis sturen van de douanetop; ook hier waren de corruptieklachten persistent. Maar of het van kwaad tot erger wordt moeten we nog afwachten, want opeens kan een aantal politiek gelieerde personen aan zet komen om nu hun slag te slaan. Daarom is dat voorlopig nog een halve maatregel. Maar we vragen ons af wat voor zin een anticorruptiwet aannemen heeft als het de regering steeds moeite kost om bijvoorbeeld eerlijke openbare aanbestedingen te houden wanneer die wettelijk en ethisch vereist zijn. We denken nog aan het uitbesteden van werken door de OW-minister aan zijn kinderen en wel voor ettelijke miljoenen. De minister geeft geen antwoord op heel duidelijke vragen en de president…. die laat het toe dat zijn OW-minister geen antwoorden geeft. Dan vragen wij ons af hoe oprecht de bedoelingen van de huidige machthebbers zijn om de anticorruptie aan te pakken. We kunnen ook aanhalen de zwaar door de Palu verdedigde dubieuze aankopen van de EBS-generatoren voor de uitbreiding van een energiestation. Ook daar verkiest een minister geen antwoord te geven en zijn geen antwoorden bekend vanuit de president die een brief met duidelijke vragen van een oppositielid ontving. Deze regering heeft tot nu toe getoond niet in staat te zijn anticorruptiemaatregelen te treffen. Ettelijke malen zijn aanbestedingsprocedures niet in de haak geweest. Aan de ene kant niet ingaan op corruptievragen en het negeren van aanbestedingsregels en aan de andere kant aankondigen van een anticorruptiewet schept een behoorlijke verwarring.
In het begin stelden we dat de anticorruptiewet in een tweede versie zwaar werd gesaneerd, net zoals het aan toe ging bij de sanering van de Glis-wet. De eerste versie die door de VHP-minister van Juspol was ingediend had een jaarlijkse aangifteplicht voor alle hoge en lage staatsfunctionarissen, dus inclusief president, vp, ministers, parlementariërs, directeuren, onderdirecteuren, rechters, pg, ag’s, (hoofd)officieren van justitie, politietop en douane. Dit wordt uitdrukkelijk vereist in het Inter-Amerikaanse Verdrag tegen Corruptie die wij in 1996 ratificeerden. Deze aangifteplicht hield in dat men jaarlijks bij een autoriteit een aangifte moest doen over het persoonlijk vermogen (geld, sieraden, onroerend goed, aandelen in bedrijven etc..). ook moesten partners, kinderen deze aangifte ook  doen. Bij een onverwachte piek in het vermogen zou het vermogen dubieus zijn en aanleiding geven voor een dieper onderzoek. De huidige coalitiefractieleider en een hoog opspringende vrouwelijke partijgenoot hebben toen juridische argumenten die op niks aansloegen aangehaald (o.a. tegenstrijdigheid tussen 2 artikelen) om het wetsvoorstel van hun eigen minister, die alles weet over het anticorruptieverdrag, in de bekende ijskast te doen belanden. Toen werd dit deel van de aangifte helemaal weggehaald en als het ware de tanden uit de mond van de anicorruptiewet getrokken. Wat overbleef in de wet was de instelling van een orgaan dat de regering zou adviseren hoe corruptie aan te pakken. De NDP-fractie zag toen, waarschijnlijk uit hoofde van haar rol, toen wel wat zitten in het wetsvoorstel, maar wij weten dat er geen stampei is gemaakt toen de VHP haar eigen wetsvoorstel torpedeerde. Kennelijk hield men er rekening mee dat de rollen een dag kunnen omkeren. De houding van de toenmalige coalitiepartij is door de NDP nooit echt bekritiseerd.
In elk geval is de NDP nu aan zet en de president heeft achteraf bekeken eigenlijk op een ongelukkig moment in een zekere enthousiasme als nieuwe staatshoofd de kruistocht aangekondigd. Maar het woord is eruit en het is nu tijd om te handelen. Dat deze regering durf heeft kunnen we wel stellen, als we kijken naar de vragen die ze ongestraft onbeantwoord laat. We zijn benieuwd wat voor een soort anticorruptiewet deze regering aanbiedt. We kunnen het e.e.a. al vermoeden, maar we hopen als civil society niet dat het iets is dat lijkt op de tweede versie, dus zonder de jaarlijkse aangifteplicht. We hopen niet dat het een PL-achtig-gedoe wordt met de Glis-wet. We hopen dat het wetsvoorstel de jaarlijkse aangifteplicht zoals het Inter-Amerikaans verdrag dat vereist in zich herbergt.

error: Kopiëren mag niet!