De onderhandelingen voor het Tapajaiproject

De verhoging van onze energievoorziening noopt de Staat tot het voorbereiden van o.a. het Tapajaiproject met hydro-energie. Er zal daarbij door de specifieke zuidelijke ligging van het projectgebied onderhandeld moeten worden met o.a. Surinamers van Marron-afkomst en Surinamers van Inheemse afkomst. Het is een goede zaak dat er in de vertegenwoordigende lichamen van Suriname steeds meer hoger opgeleide binnenlandse landgenoten een plaats vinden. Was het vroeger vaak zo dat drs. Jozef Aboikonie niet voor de assemblee werd voorgedragen, omdat hij “denkt als een fotoman”, maar pingo-jager Kwasie Banaisie wel ,omdat hij “denkt als een binnenlandbewoner”, tegenwoordig  worden  de rollen geleidelijk omgekeerd. Van onderhandelaars verwacht men rationeel denken en het zich kunnen inleven in de wereld van zowel degenen die hen afvaardigen, als degenen aan de andere kant van de tafel. Daarvoor kan het nodig zijn om veel te lezen over beide zijden van de tafel, met een open mind, maar ook resultaatgericht. Hoeveel leiders in dit land vinden elk stuk dat langer is dan een halve A4 bladzijde te lang, en willen een samenvatting van een kwart A4 of korter? Het is daarom zeer bemoedigend om te zien dat de teams van Marrononderhandelaars  steeds meer worden bemenst met opgeleide mensen. Al is de formele leiding soms nog in handen  van een populistische stemmentrekkende leider met vrij beperkte kennisbagage, eens zal de dag komen, waarbij scholing het zal winnen van populariteit en populisme.
Het Jaikreekproject is al vaker aangekaart  in de kranten.Toch zou ik voor de gewone burger het project nog eens willen toelichten. De Surinamerivier is economisch de belangrijkste rivier van ons land, met de hoofdstad, de grootste haven, de gemakkelijkste verbindingen, dicht bij het grootste vliegveld en het heeft ook nog de enige stuwdam voor stroomopwekking bij Afobaka. Wat betreft de wateraanvoer uit het verre binnenland is de Surinamerivier echter de vierde, en in de regentijd soms de vijfde rivier van het land. De Marowijne en de Corantijn zijn veel groter. Deze twee rivieren bestrijken de hele 450 kilometers van de Atlantische Oceaan tot de Braziliaanse grens. De Surinamerivier stopt  zuidwaarts gaande, er al mee op na 300  kilometer. De resterende 150 km.  naar de Braziliaanse grens, worden  bestreken door een zijrivier van de Marowijne namelijk de Tapanahony. Deze rivier vangt het water op ten zuiden van de Surinamerivier, maar levert het af aan de Marowijne, met  daarna een lange weg noordwaarts naar de oceaan. Voor het  Tapajajproject plant men, om dit reeds eeuwen ten zuiden van het Van Blommesteinmeer “nutteloos” op een grotere hoogte passerende water niet te laten afvoeren naar de lange weg van de Marowijne, maar om het direct te leiden naar het stuwmeer dat het water best kan gebruiken. Van de zes turbines van Afobaka werken er maar 4 constant, omdat er bij werking van 6 het stuwmeer enkele maanden voor het jaar om was, zou zijn leeggelopen. Voor het omleiden van het water plant men gebruik te maken van een zijkreek van de Tapanahonyrivier, die tot vrij dicht bij het stuwmeer te volgen is, de Jaikreek. Met een kanaal dat in het verlengde van de Jaikreek gegraven wordt en een dam  die het water in de regentijd hindert om verder te gaan naar de Tapanahony, wordt het water gedwongen om in de regentijden naar het stuwmeer te gaan. De dam zal ook sluizen hebben om het water in de droge tijd ongehinderd volledige doorgang te verlenen. De dam dient in principe slechts om het water tijdelijk in een andere richting te laten opstromen. Er ontstaat dus geen groot stuwmeer voor wateropslag, maar een bredere rivier, die niet  veel groter zal zijn, dan bij de megaoverstromingen van 2005. Deze toekomstige “overstromingen” horen hoog op de agenda van de onderhandelingen tussen binnenlandbewoners en de vertegenwoordigers van de regering te staan, niet als blokkade- of chantagemiddel, maar als punt voor een gezamenlijke oplossing. Daarbij zullen beide partijen bereid moeten zijn om als gezamenlijk doel de realisatie van dit nationale project te zien. De formule van mislukking, zoals recent is gebeurd bij Berg en Dal, bij Patamacca en bij de Para-plantages, moet niet meer van stal gehaald worden. De basisformule was “dwarsliggen”: “het project gaat niet door, als niet aan onze voorwaarden wordt voldaan”. Vaak kan men daarbij door gebrek aan opleiding de voorwaarden niet zelf op schrift stellen. De formule dient te zijn: ‘Het project gaat door, zodra  wij samen tot overeenstemming van de voorwaarden kunnen komen’. De mannen gaan dan onderhandelen over transport, gronden, voorzieningen en afmetingen van nieuwe huizen, de vrouwen over de indeling van de huizen en onderwijs. Als men vaak met succes in Nickerie kan onderhandelen in wederzijds voordeel, moet men dat ook kunnen in Marowijne , Brokopondo, Para en Sipaliwini. Niet dwarsliggend, met het mes op tafel, maar open minded, met bloemen op tafel. Marron en Inheemse intelligentsia, het laatste woord is met uw partners aan U!
 
Drs. Eddy Monsels

error: Kopiëren mag niet!