Beoordeling president hoog, maar toch dalende

De populariteit van de president vertoont kennelijk een aanhoudende dalende trend vanaf december 2012. Door politici is echter de nadruk erop gelegd dat 74.6 % van de respondenten uit een onderzoek in een aantal districten nog tevreden over hem is. Men verzwijgt daarbij dat het tevredenheidsgevoel in december is gedaald met 4.9% en afgezet tegen het tevredenheidsgevoel daarvoor zelfs met 6.1%. Daarnaast blijkt uit de peilingen ook dat een groot deel van onze samenleving geen bezwaar heeft tegen corruptie bij de overheid althans het zodanig goed vindt dat er geen wantrouwen ontstaat. Voorts is opmerkelijk dat van alle instituten het vertrouwen het minst is in het rechtssysteem/de rechtbanken. Deze peilingen moeten het gehele jaar door plaatsvinden en niet alleen op het vlak van de politiek overigens. Niemand wil aannemen dat zijn partij in populariteit is gedaald. Alle partijen krijgen dagelijks nieuwe leden erbij. De Idos-peilingen hebben in de samenleving een zeer respectabele staat van dienst. Vandaar dat politici ondanks hun verschillend beeld, toch niet durven om de uitkomst te bagatelliseren. Het kennen van een andere situatie is een politiek spel overigens. De analyses die gegeven worden door de onderzoekers zijn over het algemeen vrij dicht bij de daadwerkelijke situatie. Opmerkelijk is zo de verklaring, die is gegeven over de relatie tussen een gemeten achteruitgang van de VHP-populariteit en het aandeel daarin van NPS’er Ronald Venetiaan. Laatstgenoemde zou volgens de VHP’er beslist niet de oorzaak zijn van stemverlies bij de VHP. Door analytici die geen blad voor hun mond nemen, zoals Kalloe en Schalkwijk, is eerder beweerd dat de NPS niet gecharmeerd was van een welvarende middenklasse van Hindoestaanse/VHP-ondernemers in de handel. Het plan zou toen zijn opgevat om Chinezen te importeren als de ‘natuurlijke vijand’, teneinde de kleinhandel te breken. Deze strategie van Venetiaan is gelukt en daarover zou er een cable van een voormalige USA-ambassadeur naar haar thuishaven gelekt zijn. VHP beschermt de politieke liefdespartner ondanks het misbruik van de stiefvader van de eigen kinderen, een pathologisch patroon dat we soms ook lezen in rechtbankverslagen. De politicus heeft het ook gehad over de gedeelde verantwoordelijkheid in de beslissingen in Nieuw Front-verband. Daarmee wordt dus gezegd dat de VHP heeft meegeholpen aan het opbreken van een Surinaamse middenklasse die in de handel zat en dat ze daarvoor Chinezen heeft laten importeren. Dus de schuldige zou dan niet Venetiaan zijn, maar Sardjoe inclusief het hoofdbestuur en de DNA-leden en ministers. De partij offert zichzelf dus op voor partner Venetiaan. Terecht is wel het punt dat een euforie over de aangekondigde ‘gouden kerst’ en veel betere gouddeals hebben bijgedragen aan verhoogde sympathie voor de NDP (de ware nationalisten die hebben getoond dat het anders kan) en een verhoogde antipathie tegen de NPS en de VHP (de handlangers van Nederland die niet het nationale maar het buitenlands belang dienden). Opmerkelijk in de meting in Paramaribo is dat DOE in kiezersvoorkeur bijna twee maal groter is dan de VHP (4.5% om 8.3%). Opmerkelijk is ook dat de VHP in Paramaribo niet drastisch veel verschilt met de NPS (3.8%) en dat Abop en BEP samen in Paramaribo (5.6%) groter zijn dan VHP en dan NPS. De dominante partij was NDP die ca. 5 maal groter was dan de MC. Opvallend zijn ook dat elk de categorie ‘stemt niet’ en ‘weet niet’ ca. 2 maal groter zijn dan de tweede grootste in Paramaribo (DOE) en 3 – 4 maal groter dan de stemmers op de VHP en de NPS. Gedurende het jaar 2012 zijn er zodanige voorvallen geweest dat de NPS van 10.1% in elkaar zakte naar 3.8% en VHP ook lichtelijk van 5.7% naar 4.5% evenals DOE (van 9.7% naar 8.3%). De PL en BEP daalden ook lichtelijk. De stijgers in het jaar 2012 zijn geweest NDP en enigszins ook Abop. De categorie niet-stemmers groeide met ca. 50% en de categorie zwevers ook.
Als gekeken wordt naar de satisfactie met de prestaties van de president dan was in 2012 maart een dieptepunt met 56.1% van de respondenten tevreden over de president en 40.9 % ontevreden. Het hoogtepunt was november met 79.5% tevredenheid. Opmerkelijk is de noemenswaardige gap tussen het laagste en hoogste punt van tevredenheid van 23.4 %. Op twee momenten in het jaar daalde het tevredenheidsgevoel over de president en wel in maart en in december. De eerste daling was over 3 maanden (jan., feb., mrt.) en bedroeg 13.7% (dus 19.6 % van het tevredenheidsgevoel daarvoor). De tweede daling was over een meetperiode van een maand met 4.9%. Nominaal afgezet tegen de vorige daling is dat zelfs harder als wordt uitgegaan van een simpele extrapolatie. De daling in december 2012 is 6.1% van het vorige tevredenheidsniveau en simpel uitgesmeerd over de komende 3 maanden toch iets lichter dan in het eerste kwartaal van 2012. De daling in december 2012 had waarschijnlijk te maken met de vragen die aanhoudend in DNA werden gesteld over corruptie, onder andere op OW, en het feit dat van de regering geen antwoorden kwamen. De analyse van de peiling vertoont een aantal discrepanties als wordt uitgegaan van een ‘normaal’ westers waarden en normenstelsel. Zo werd eerder in de media aangehaald dat ondanks het feit dat men vindt dat de corruptie wijdverbreid is bij de overheid (66%), een groot deel van de respondenten (72%) vertrouwen heeft de overheid. Als daaruit de personen die geen corruptie kennen en de ‘niet weters’ (samen 33.9%) aftrekken, dan is op zijn minst ca. 32 % van de respondenten dus tot de categorie die weet dat corruptie wijdverbreid is en het ook goed vindt. Is dat vermeerderd met eventueel de zogenaamde ‘niet weters’ (samen 52%) het deel van de samenleving dat het corrupte systeem in Suriname als middel van (voort)bestaan ziet? Alles bij elkaar genomen is dat een gevaarlijke helft van de bevolking en een verklaring voor een aanhoudende slechte score in Transparency en het ongestraft uitblijven van serieuze anti-corruptiemaatregelen die corruptie demotiverend werkt. Van alle instituten is het rechtssysteem/de rechtbanken het minst vertrouwelijk, op 1% achterstand op de overheid. De vraag is niet gesteld, maar het is niet uitgesloten dat  – indien gevraag – ook rond de 66% van de respondenten zou zeggen dat corruptie in het rechtssysteem/de rechtbanken wijdverbreid zou zijn. En kennelijk zou een deel van de respondenten hiermee geen moeite hebben, want veel burgers willen een mogelijkheid in het systeem blijven hebben via een connectie voor het geval ze ooit eens voor smokkel, stroperij, rijden onder invloed en andere verkeerscriminaliteit, zedenmisdrijf, illegaal ondernemen, oplichting, huiselijk geweld of ‘eenvoudige’ geweldspleging vast zouden komen te zitten. Het lijkt erop dat de opiniepeiling iets heeft opgeleverd dat het niet aan het meten was: een enigszins tot in de kern verziekte samenleving.

error: Kopiëren mag niet!