Misleiding, bedrog, willekeur minister NH?

Afkeurenswaardig is het gekissebis van politieke ambtsdragers, rondom de vele duizenden ha domeingrond in concessie!
Eed/belofte
Kennelijk is dit, bij hun ambtsaanvaarding, voor de show deel van het scenario.
Slechts holle frasen voor deze “wolven in schaapskleren”, o.m. wat betreft de volgende gedeelten:
–        middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook aan iemand wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven;
–        om iets hoegenaamd in dit ambt te doen of te laten van iemand hoegenaamd enige belofte of geschenken zal aannemen middellijk of onmiddellijk;
–        gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan alle andere wettelijke regelingen.
 
Het gaat ook om vergeten beginselen/ bepalingen in de Grondwet w.o:
–        dat de natuurlijke rijkdommen en hulpbronnen eigendom zijn van de natie, die het onvervreemdbaar recht heeft om volledig bezit te nemen van de natuurlijke hulpbronnen;
–        dat politieke ambtsdragers de plicht hebben om hun taak uit te oefenen in het algemeen belang;
–        het garanderen van een politiekvoering die tot verhoging van welzijn en welvaart v/d samenleving moet strekken, gebaseerd op sociale rechtvaardigheid, evenwichtige ontwikkeling van staat en maatschappij, gericht op een rechtvaardige verdeling van het nationaal inkomen en spreiding van welzijn en welvaart over alle lagen van de bevolking.
Politieke klucht
Deze ambtsdragers/politici worden opgeroepen te stoppen met hun klucht van politieke vuilsmijterij in de zin van rioolpolitiek, misleiding, onwettig handelen, willekeur, (zelf)verrijking, politiek gewin, leugenachtige verhalen en bedrog. Een ware aanslag op het intellect van het volk.
Bekend zijnde met een publicatieplicht in het Staatsblad alsmede een registratieplicht – inschrijven in het openbaar register op het hypotheekkantoor van het “verkregen” mijnbouwrecht (art. 13 Wet Mijnbouw) – wordt de minister opgeroepen tot publicatie en of het ter inzage leggen van de aanvraagbescheiden (art. 9 Wet Mijnbouw). Dit alles in het kader van het publiek gericht maken van bestuur, – ter ondersteuning van het regeerbeleid – waarbij het functioneren moet beantwoorden aan de beginselen van behoorlijk bestuur, alsmede aan de gestelde wettelijke regels voor het waarborgen van de openbaarheid en inzichtelijkheid (transparantie).
Tevens wordt de minister om een reactie/zienswijze gevraagd met betrekking tot de volgende bepalingen in Wet Mijnbouw (SB 1986 no. 28):
a. dat het recht tot verkenning niet aan dezelfde persoon over geheel Suriname kan worden verleend;
b. dat, mede vanwege het exclusieve karakter van de verkenningswerkzaamheden, een terrein oppervlak niet groter dan 200.000 ha als ruim voldoende is vastgesteld/ bepaald;
c. dat niet alle delfstoffen tegelijk aan één en dezelfde persoon worden verleend.
Handvaten volk
Aan het volk enige “ handvaten” uit de Wet Mijnbouw van 8 mei 1986 (SB 1986 no. 28). Vooralsnog met betrekking tot het recht tot verkenning om u geen knollen voor citroenen te laten verkopen!
1. Concessie
Concessie is een synoniem van vergunning. In de wet is bepaaldelijk aangegeven dat afgestapt is van het vergunnings- en concessiesysteem. Gesteld is dat het begrip concessie in de internationale wereld het karakter van eigendom zou hebben en vooral in de Derde Wereld wordt vermeden!
2. Delfstoffen
Delfstoffen: alle stoffen zowel in gasvormige, vloeibare, als in vaste toestand, die van nature deel uitmaken of hebben uitgemaakt van de aardkorst, inclusief onder andere gesteenten, fossiele brandstoffen en bouwmaterialen met uitzondering van grondwater.
In de Mijnbouwwet wordt om praktische, strategische en economische overwegingen onderscheid gemaakt in 5 (vijf) groepen:
a. bauxiet: vanwege de positie van deze grondstof in onze economie en de grote hoeveelheid aan bijzondere wettelijke regelingen.
b. radioactieve delfstoffen: zijnde grondstof voor de productie van energie, vanwege het strategisch belang  en de uiterst gevoelige rol die zij in het internationaal politiek gebeuren vervult.
c.  koolwaterstoffen: vormen als belangrijkste bron van energie opwekking in de wereld, ook  om strategische redenen een aparte groep.
d. andere delfstoffen en e. bouwmaterialen:  vormen om praktische redenen aparte groepen, vanwege enorme chaos. Ordening is hier noodzakelijk mede gezien de grote problemen vooral ter zake landschapsvernietiging, grondwaterverontreiniging                                                       en het gebruik van explosieven.
3. Mijnbouwrechten
ñ Mijnbouwrechten houden de bevoegdheid in tot het verrichten van       mijnbouwwerkzaamheden.
Mijnbouwwerkzaamheden: verkenning, exploratie, exploitatie, kleinmijnbouw of exploitatie     van bouwmaterialen.
ñ Mijnbouwrechten worden onderscheiden in:
     a. het recht tot verkenning
Verkenning : het uitvoeren van werkzaamheden met het doel het opsporen van delfstof- indicaties, anders dan door middel van aanzienlijke boorwerkzaamheden, grond- of gesteente verzet, of andere werkzaamheden, waardoor wijzigingen in de natuurlijke vorm van de oppervlakte en/of in de staat van de ondergrond worden gebracht.
b. het recht tot exploratie
Exploratie: het uitvoeren van werkzaamheden met het directe doel de aard, omvang, wijze van voorkomen en de economische waarde van de delfstofafzetting zo nauwkeurig als mogelijk vast te stellen, alsmede alle andere werkzaamheden verbandhoudende met de vaststelling van de economische- en technische haalbaarheid van exploitatie van delfstof voorkomens.
c. het recht tot exploitatie
Exploitatie: het ontginnen en daarna bewerken, verwerken, transporteren en verhandelen van delfstoffen.
d. het recht tot kleinmijnbouw
Kleinmijnbouw: het verkennen en exploreren naar en het exploiteren van delfstoffen, waarvan de aard, wijze van voorkomen en de omvang de winning met behulp van eenvoudige middelen en techniek, economisch mogelijk maakt.
e. het recht tot exploitatie van bouwmaterialen
Bouwmaterialen: alle vormen van gesteente zoals grind, zand, klei, schelpen alsmede steenslag en andere materialen die worden gebruikt bij de constructie van gebouwen, wegen, dammen, vliegvelden en soortgelijke werken.
 
Mijnbouwrechten worden bij resolutie c.q. beschikkingen verleend, indien door de aanvrager o.m. wordt aangetoond: zijn financiële positie, technisch vermogen, organisatorische bekwaamheid en ervaring met de delfstof (fen), waarvoor een mijnbouwrecht wordt aangevraagd.
Daarnaast moeten bepaaldelijk andere gegevens aangegeven worden o.m. :
–        de vorm, zijnde een polygoon, van het terrein waaromtrent het verzoek wordt gedaan e.e.a. nader aangeduid op een door een landmeter in Suriname vervaardigde figuratieve kaart;
–        de delfstof (fen) waaromtrent de aanvraag gedaan wordt;
–        het werkprogramma volgens welk de aanvrager zich voorneemt werkzaamheden uit te voeren met inbegrip van (een) tijdschema (s), overzicht(en) van te maken kosten, in te zetten materieel en arbeid.
Een verlenging, overdracht of bezwaring van een mijnbouwrecht is van kracht door de  inschrijving, daarvan in het openbaar register op het hypotheek kantoor.
4. Het recht tot verkenning
Het recht tot verkenning wordt voor alle- categorieën – mijnbouwrechten verleend door de minister voor een periode van maximaal 2 (twee) jaren en kan slechts éénmaal worden verlengd met een periode van 1 (één) jaar. Een periode van maximaal 3 (drie) jaren is bepaaldelijk vastgesteld mede gelet op de hoeveelheid reeds bestaande data.
ñ    Het recht tot verkenning wordt bepaaldelijk verleend voor een terrein niet groter dan 200.000 hectaren, mede vanwege het exclusief karakter van de verkenningswerkzaamheden. Bepaaldelijk is gesteld dat het recht tot verkenning niet aan dezelfde persoon over geheel Suriname kan worden verleend!
ñ Dit recht is niet- overdraagbaar en kan niet in huur of gebruik worden afgestaan. Overigens wordt de gerechtigde geen financiële lasten (heffingen) opgelegd! Daarentegen heeft hij wel een exclusief recht en een 1ste recht tot het verkrijgen van het recht tot exploratie!
ñ De houder van het recht tot verkenning is o.m. verplicht:
a. verkenningswerkzaamheden uit te voeren volgens het overeengekomen werkprogramma, tijdschema en overzichten;
b. bij ontdekking van delfstofindicatie (s) de minister binnen 30 (dertig) dagen na ontdekking, daarvan in kennis te stellen;
c.  kwartaalsgewijs verslag aan de minister omtrent zijn uitgevoerde werkzaamheden;
d. jaarlijks (a/d minister) aan te bieden een verslag, waarin is vermeld de wetenschappelijke en technische resultaten alsmede een staat van de gemaakte kosten en verder een staat v/h personeelsbestand naar nationaliteit;
e. binnen 2 (twee) maanden na beëindigen van zijn recht een eindverslag in te dienen bij de minister;
f. de helft van elk monster, verkregen uit noodzakelijk onderzoek in Suriname, ter beschikking te houden.
Tot slot, aan u indachtig de preambule in de Grondwet:
–        om te (be) oordelen of er sprake is/zou kunnen zijn van onrechtmatig handelen, willekeur, (zelf)verrijking, misleiding e.d.
–        te toetsen aan beginselen van behoorlijk bestuur w.o. rationaliteit, doelmatigheid alsmede rekenschap en verantwoording!
 
A.R. Ramdjielal

error: Kopiëren mag niet!