Gouddeals in DNA

De regering is voornemens om in het verlengde van acties tot het verkrijgen van meer inkomsten uit de goudmijnbouw een bestaande overeenkomst met Golden Star/Cambior/Iamgold/Rosebel voor een tweede keer te wijzigen. Voorts wil de regering eveneens machtiging van DNA om een delfstoffenovereenkomst aan te gaan met Surigold. De gouden kerst van 2012 moet dus eerst in 2013 worden beklonken? De eerste delfstoffenovereenkomst dateert uit 1994 uit de tijd van Golden Star/Cambior en werd in 2003 gewijzigd onder Venetiaan 2. De aanleiding van de wijziging van de overeenkomst nu is het feit dat Iamgold en Rosebel Gold Mines te kennen hebben gegeven geïnteresseerd te zijn in een aanzienlijke uitbreiding van hun activiteiten, zowel wat betreft de mijn- als de verwerkingsoperaties. De regering van Suriname is nu geïnteresseerd in deelname daaraan. De regering was met de goudbedrijven in december 2011 een principeovereenkomst aangegaan ten aanzien van de belangrijkste voorwaarden voor uitbreiding. De deelname van Suriname zal zijn door middel van een nog op te richten nv. De gezamenlijke operaties richten zich op twee gebieden. Het betreft ten eerste de exploratie naar en het mijnen van goud in een gebied met een straal van 45 km, uitgezonderd het huidig Rosebel-recht tot exploitatie. Het tweede gebied betreft uitbreiding van de verwerkingscapaciteit. De mechanismen voor de totstandkoming van de samenwerking en de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen zijn in de overeenkomst uitgewerkt.
De regering zal aan DNA ook om machtiging vragen om een delfstoffenovereenkomst met Suriname Gold Company LLC, in het Merian-gebied (Sipalawini), aan te gaan. Opmerkelijk is dat Suriname Gold Company LLC, een rechtspersoon, is opgericht naar het recht van de Staat Delaware (USA). De overeenkomst zal dienen tot het ondernemingsgewijs exploiteren van goud en andere delfstoffen. De overeenkomst met Surigold is gericht op ontwikkeling van de grootschalige goudindustrie in Oost Suriname. De regering maakt in deze overeenkomst gebruik van de optie tot deelname in de exploitatie conform de Wet Mijnbouw. Na onderhandeling is de regering gekomen op participatie tot ten hoogste 25% in het Merian Goudproject. Het recht tot participatie is  doorgeschoven naar een door de regering op te richten nv. Suriname zal van Surigold naast inkomsten uit belastingen, ook een bedrag aan royalty ontvangen van 6% in natura als geraffineerd goud, tenzij betaling in geld zou worden verkozen. Het overeengekomen percentage aan royalty zou internationaal tot het hogere segment van de royaltyvergoedingen voor goudwinning behoren. Gekozen is voor de structuur van een commanditaire vennootschap, waarbij Suriname Gold Company LLC als beherend vennoot en de Surinaamse nv als commanditaire vennoot zullen optreden. Op die manier zal de nv (lees: Suriname) mee kunnen “liften” indien er winsten uit de exploitatie worden gemaakt, zonder dat zij door derden aansprakelijk kan worden gehouden voor de schulden van de onderneming. Suriname zal op basis van goedgekeurde programma’ s en budgetten naar evenredigheid moeten bijdragen aan de kasbehoeften van de vennootschap. De inbreng van Surigold in de vennootschap zal ondermeer bestaan uit het gebruik van de rechten uit het recht van exploitatie in het Merian-gebied. Aan Surigold is het exclusieve recht gegeven tot exploratie van goud en andere delfstoffen in dit gebied. Suriname zal als aandeelhouder van de nv participeren in de overeenkomst.
 
De te wijzigen overeenkomst tussen Suriname (lees: een nv van de Surinaamse regering), Grassalco, Iamgold en Rosebel Goldmines, die al eerder ter sprake kwam, zal leiden tot een samenwerking in de vorm van een ‘gemeenschappelijke onderneming zonder rechtspersoonlijkheid (unincorporated joint venture). De overeenkomst heeft een aantal interessante punten. Ten eerste moet na ondertekening binnen 18 maanden een haalbaarheidsstudie worden uitgevoerd, waarna Suriname besluit om al dan niet deel te nemen in de capaciteitsuitbreiding van Rosebel. De overeenkomst beoogt een deelneming voor 70% door Rosebel en 30% voor Suriname (de nv). De rechten en plichten worden ook op basis van deze verhouding verdeeld. In de raad van toezicht zitten 4 vertegenwoordigers, aangewezen door Rosebel en 2 door de Surinaamse nv. Bij onenigheid waarbij een overeenstemming niet kan worden bereikt, moet de betreffende kwestie ter conciliatie worden voorgelegd aan de meest seniore persoon verantwoordelijk voor goudmijnbouw binnen Rosebel en de NH-minister. De overeenkomst voorziet ook in een door de raad ingestelde subcommissie die de gemiddelde lange termijn consensus schatting maakt van de toekomstige goudprijs. Opmerkelijk in de joint ventureovereenkomst is de verplichting voor Rosebel om vertegenwoordigers van de Surinaamse nv toe te staan dat zij op redelijke tijdstippen toegang hebben tot de boeken en bescheiden van de joint venture-operaties eens per kalenderjaar om een boekenonderzoek te verrichten. Rosebel is in de joint venture-overeenkomst aangewezen als de ‘uitvoerder’ van zowel de Rosebel-operaties als de joint venture. De uitvoerder mag een vergoeding in rekening brengen aan de Surinaamse nv voor haar managementdiensten voor de joint venture-operaties gelijk aan 3.5% van het aandeel van de nv. De regering van Suriname moet aan de joint venture beloven dat ze exploratierechten zal vernieuwen, exploratierechten zal omzetten in exploitatierechten en de Gross Rosebel Overeenkomst zal verlengen. Opmerkelijk is dat de regering de managementvergoeding van 3.5% betaalt (en niet de nv) en de regering ook elektriciteit levert. Dat er beweging is om meer te krijgen uit onze natuurlijke hulbronnen is positief. De autoriteiten zullen daar eerlijk mee voor de dag moeten komen. Een openbare bespreking in de DNA leent zich heel goed daarvoor. Hopelijk is de ontnuchtering tijdens de behandeling niet te groot.
 

error: Kopiëren mag niet!