5de vuurwerkslachtoffer wel in Paramaribo

Door het illegaal afsteken van vuurwerk door de PL zijn de eerste 4 vuurwerkslachtoffers dit jaar in december toe te schrijven aan deze partij. Het geheel zo wellicht geruisloos de geschiedenis zijn ingegaan als het mogelijk zou zijn geweest om in het geheim vuurwerk af te schieten in een bewoond gebied. Afschieten van vuurwerk kan nu eenmaal niet in het geheim, de PL-leider moest derhalve met een excuus komen om de illegale handelingen goed te praten. Maar het was een tevergeefse poging, een voorbeeld om niet op te volgen. Nickerie heeft dus dit jaar in december ‘dankzij’ een partij, die haar zetel in Paramaribo heeft, het minder prestigieuze primeur moeten proeven om de eerste 4 vuurwerkslachtoffers te moeten leveren. De eerste vuurwerkgewonde was ook een product van het illegaal afschieten van vuurwerk, nu weliswaar in Paramaribo en zonder betrokkenheid van een politieke partij. In Paramaribo moet er kennelijk veel meer water door de Surinamerivier stromen voordat men overgaat tot het creëren van een wildwest. Het gaat in Paramaribo om een 17-jarige jongen, die aan zijn arm en hand gewond raakte op 26 december, een dag voordat men echt vuurwerk mocht afschieten. We hebben dit jaar een heel aparte situatie, die met name door de politieke partij DOE is gepusht wat betreft de afschietperiode van vuurwerk. De periode is ingekort door de regering en de situatie heeft voor- en tegenstanders. De voorstanders vonden dat er geen lawaai gemaakt moet worden op de Kerstdagen. Ten tweede gaat men ervan uit dat er door een kortere afschietperiode minder vuurwerkslachtoffers gaan vallen. Een onderliggende reden zou ook kunnen zijn dat een aantal burgers het afschieten van vuurwerk ziet als verkwisting van geld, vooral als de massa, die klaagt over stijgende prijzen, zich daarmee bezighoudt. De poging om de gehele bevolking te laten voelen dat Christenen een feestdag hebben, wordt door bepaalde burgers gezien als een poging van de Christelijk geschoeide DOE om beetje bij beetje de betreffende religie op te dringen als de meer principale religie dan de overige, dus een beetje als de belangrijkste religie, een staatsreligie. De regering is voor de oproep van de DOE, die ingegeven is vanwege de godsdienst, gevoelig geweest. De succesvolle poging van DOE kan opgevat worden als het opdringen van de bepaalde religie aan de totale burgerij. Volgend jaar kan het zijn dat rond kerst het verboden wordt om een openbare activiteit te houden, behalve wanneer die kerkelijk is, dus kerkelijk is geautoriseerd. Deze maatregel past helemaal in de lijn van de vuurwerk-eis. Van de geboden ruimte gaan ook andere religieuze groepen, die ook gedenkdagen kennen en die eveneens uitgaan van meditatie en bezinning, gretig gebruik willen maken. Hoe gevoelig zal de regering dan zijn tegenover deze groepen? De president moet alert zijn op subtiele pogingen die de bedoeling hebben om een bepaalde religie een door de Staat gesanctioneerde hogere status te geven dan de andere. Uit het koloniale en slavernijverleden van onszelf moeten wij lessen leren. Of er minder vuurwerkslachtoffers gaan vallen of niet, dat zal in januari 2013 blijken. Op zich hoeft dat niet zo te zijn en er kan zelfs sprake zijn van een verergering als burgers besluiten om (traditiegetrouw) hetzelfde bedrag als vorig jaar aan vuurwerk te besteden. Het verschil zal hem dan hierin liggen dat alles in een kortere tijd zal moeten worden afgeschoten. Dat kan juist leiden tot verslapping en ongelukken. Of bombel een kwestie van geld vergooien is, is geen zaak die de Staat moet vastleggen. Het gaat om keuzes die men maakt, net als het drinken van alcohol, het roken van sigaretten of het eten buitenshuis. Overigens moet opgemerkt worden dat de vercommercialisering van Kerst zelfs de politiek in oorspronkelijk Christelijke landen ertoe beweegt om voor te stellen om bijvoorbeeld de tweede Kerstdag af te schaffen. Dat zou juist een manier zijn om Kerst te redden. Tegenstanders van het verkorten van de vuurwerkperiode leggen de nadruk op de traditie en overheidsverantwoordelijkheid. Het afschieten van vuurwerk is onderdeel van de Surinaamse traditie die in wezen een Chinese oorsprong heeft. Onze vuurwerktraditie is ontwikkeld en rijp geworden in Suriname. Vuurwerk rond Owruyari is een toeristisch product en een pullfactor voor Nederlandse toeristen met een Surinaamse achtergrond. Er zijn ook geluiden om de pagara-estafette die internationaal ‘gebrand’ is door toeristenbureaus in Paramaribo af te schaffen. Owruyari op zich is een toeristisch product in Suriname. En vuurwerk hoort bij Owruyari, ook vuurwerk dat lawaai maakt. De regering mag voor de veiligheid van de burgerij, de rust in woonbuurten en het dierenwelzijn wel dwingend spelregels opstellen. Aan de burgerij moeten meer tools aangereikt worden met betrekking tot de veiligheid. Vuurwerk dat ernstige verwondingen kunnen aanbrengen, kunnen afgeraden worden voor de import. Gebleken is dat vooral op woensdagavond veel vuurwerk is afgeschoten, enkele uren voor de vastgestelde deadline. Daaruit blijkt duidelijk dat de burgerij ongestraft nog de vuurwerkperiode kan overschrijden. Een aantal winkeliers is zeer zeker hun boekje te buiten gegaan, want anders was het afschieten van vuurwerk voor het verstrijken van de deadline een onmogelijke klus geweest. Bovendien konden op basis van reacties vanuit de burgerij, de winkeliers die in de fout zijn gegaan, toch wel geregistreerd worden. In januari moet de vuurwerkperiode uitgebreid worden geanalyseerd. Deze periode is van economische betekenis vanwege het toerisme en de import van vuurwerk. Hooguit in februari 2013 moet duidelijk zijn wat het gaat zijn in december 2013.

error: Kopiëren mag niet!