Bureau Rechtzorg predikt ‘uw recht is onze zorg’

Rupert Hupsel, onderhoofd van Bureau Rechtzorg, was te gast in het actualiteitenprogramma van RBN, Rashied Pierkhan’s Kal Aai Aur Kal. Het Bureau Rechtzorg is een instantie waar rechtzoekenden terecht kunnen voor juridisch advies. Op het bureau moet men een intakeformulier invullen en wordt men verwezen naar een jurist, die dan eventueel adviezen aan de rechtszoekende geeft. Mocht het zijn dat een persoon een zaak voor de rechter wil brengen, dan wordt eerst gekeken of dat haalbaar is. Vaak bestaat het idee dat alleen mensen die het financieel krap hebben dit instituut opzoeken. ‘In principe kan iedereen die een juridisch probleem heeft, terecht bij het Bureau Rechtzorg  voor advies.’ Ook heeft men vaak het idee dat rechtshulp geheel gratis is. Hupsel  benadrukt dat het aanhoren van het probleem en de juridische adviezen kosteloos zijn. Op het moment dat de rechtszoekende aangeeft naar de rechter te willen stappen en dus een advocaat nodig heeft, wordt er een vermogensonderzoek gedaan. Dat gebeurt door overlegging van de loonstrook en ook wordt nagegaan wat de aftrekposten van de persoon zijn, de vaste lasten dus. Daarna wordt er een besluit genomen of een persoon al dan niet in aanmerking komt voor rechtshulp. Om in aanmerking te komen voor de diensten van Bureau Rechtzorg  moet men maximaal een inkomen hebben van SRD 1.500 bruto per maand. Mocht achteraf blijken dat de persoon vermogend is, dan wordt die toevoeging stopgezet. De advocaat die door dit bureau voor een individu in dienst wordt genomen, wordt betaald door de Staat. Er zijn verschillende mogelijkheden hoe een advocaat aan een cliënt wordt toegewezen. Zo kan een advocaat van het bureau zelf de casus op zich nemen of er wordt een advocaat aan de zaak toegevoegd. Het kan ook zo zijn dat de rechtzoekende door een ander voor het gerecht is gesleept, bijvoorbeeld in een echtscheidingszaak. Dan wordt aan de persoon een advocaat toegewezen om zich te verweren.
Het bureau verleent bijstand met een advocaat in zowel straf- als civiele zaken, ook ten behoeve van jeugdigen. Het Bureau Rechtzorg heeft in totaal 55 advocaten tot zijn beschikking. De advocaten melden zich bij het bureau via de directeur van Justitie & Politie. De aanwijzing van de advocaat aan een cliënt gaat per toerbeurt. Er is een speciale medewerker die belast is met de aanwijzing van advocaten. ‘Er is geen sprake van een voorkeursbehandeling’, benadrukt Hupsel.
De vergoeding van de advocaten door de Staat is per staatsbesluit vastgelegd. In civiele zaken is de vergoeding op dit moment SRD 500: daarvan is SRD 400 voor zijn honorarium en SRD 100 voor zijn kantoorkosten. Een strafzaak kent verschillende fasen en dat kan voor de strafpleiter maximaal SRD 640 opleveren. De vraag is of zo’n advocaat gezien de vrij geringe honorering wel geïnspireerd is om in deze het onderste uit de kan te halen. In de praktijk vragen advocaten vier keer zoveel dan ze van de overheid krijgen. Hupsel benadrukt dat hij er van uit gaat dat de advocaat zijn beroep naar eer en geweten uitvoert. Verder is het zo dat advocaten zelf aangeven met de overheid in zee te willen gaan. ‘Dan moet je tevreden zijn met wat je krijgt.’ Weliswaar wordt niet bijgehouden hoeveel zaken door advocaten verbonden aan het Bureau Rechtzorg per jaar in het voordeel van hun cliënt worden beslist door de rechter. Als er vonnis is, moet de advocaat wel bij het bureau declareren. Het bureau is wel plan om in de toekomst deze declaraties statistisch bij te houden, waardoor het gemakkelijk wordt om na te gaan hoeveel zaken in het voordeel van de cliënt zijn beslist. Hupsel geeft aan dat sommige cliënten vol lof spreken over hun advocaten en anderen wat minder enthousiast zijn.
In het eerste halfjaar van 2012 (januari tot en met juni) was het bureau betrokken in 475 civiele zaken en 483 strafzaken (piket en volwassen strafzaken).
Het komt voor dat advocaten buiten het overheidshonorarium om proberen bij de cliënt wat meer af te dingen. “Deze zaken komen ook voor en soms komen de mensen ook naar het kantoor om te klagen. Dat gebeurt vooral wanneer de zaak spaak loopt. Dan wordt door het bureau gevraagd om de zaken schriftelijk vast te leggen, waardoor het doorgestuurd kan worden naar het hoofdkantoor. Echter gebeurt dat nooit of zelden; de gemiddelde burger die juridisch advies komt zoeken bij het Bureau Rechtzorg houdt niet van schrijven. Het is wel mogelijk bij het bureau, indien de cliënt niet geletterd is, om de klacht door een medewerker te laten vastleggen.” Recentelijk heeft het Bureau Rechtzorg een voorstel gekregen van de advocaten voor nieuwe tarieven. Het bureau heeft toen zelf een voorstel doorgestuurd naar het hoofdkantoor wist Hupsel te vertellen.
Zaken betreffende arbeidsgeschillen zijn het bureau ook bekend. De werknemer komt dan met een arbeidsrapport van Arbeidsinspectie, waarna eventueel na advies een rechtszaak aanhangig wordt gemaakt. ‘Belangrijk is om te weten dat het niet altijd ‘lucratief’ is om naar de rechter te stappen. Bij geschillen over bijvoorbeeld kleine bedragen is het de moeite niet waard, daar de bijkomende zaken meer gaan kosten en het eigenlijk de moeite niet waard is. Ook de overheid wordt dan in de kosten gejaagd. Dat probeert het bureau mensen ook duidelijk te maken. De rationele burger ziet dan wel in als men een kosten-batenanalyse maakt, dat het geen zin heeft om de lange weg naar de rechter te bewandelen.’
Het probleem van het Bureau Rechtzorg is onderbezetting. Op de afdelingen van rechtszorg zitten er maar 20 juristen, terwijl jaarlijks gemiddeld 2.000 zaken worden afgehandeld.
 

error: Kopiëren mag niet!