Crisis op Onderwijs

Toen deze minister werd aangesteld, hadden wij aangegeven dat er problemen op komst waren. De wijze waarop de minister haar directeur vaststelde, gaf ons de zekerheid dat het nu wel geheid mis zou lopen. En het is zover. Ministers maken en breken een ministerie niet. Het zijn de technische deskundigen die ministers zien gaan en komen. Het is ten enenmale onmogelijk om een ministerie te runnen, terwijl men niet ‘on speaking terms’ is met de staf. De enige manier is om een externe ‘schaduwstaf’ eropna te houden en de staf eigenlijk te vervangen. Dat is voor een ministerie als Minov onmogelijk. Al tijdens de aanstelling van de minister was er ontevredenheid, omdat er direct aanwijsbare personen in Suriname zijn, die zich ook hebben geprofileerd, die de nodige deskundigheid in ruime mate hebben en daarnaast ook alle aspecten van het onderwijsveld kennen. Een Minov-minister gaat het nooit alleen kunnen doen. Een vrouwelijke minister gaat op een zich feminiserend ministerie het extra moeilijk hebben vanwege de culturele aspecten in het land. De minister heeft ruzie met haar staf en die staf heeft al een brief geschreven, waarin min of meer het vertrouwen in haar is opgezegd. Op dat moment is er in principe geen weg meer terug. Het een en ander is dan alleen te repareren middels een soort therapie, waaraan partijen zich moeten onderwerpen. Dat schijnt niet gebeurd te zijn. De Onderwijsminister is naar verluidt deze week ontboden door president Desi Bouterse. De president zou ontevreden zou zijn over het totale beleid zoals geformuleerd door Minov. Het zou kennelijk gaan om de prioriteiten die door de minister zijn gesteld. Het contact van de minister met de ondergeschikten zou een andere punt van zorg zijn. De situatie is dus inderdaad niet verbeterd en wederom moeten wij in dit kader verwijzen naar de demografische veranderingen binnen Minov en de cultuuraspecten. Wij weten uit een stuk ervaring dat ministers niet zomaar in de positie komen dat ze in de huidige politieke constellatie in ongenade raken. In principe wordt elke reshuffling door de regering vanuit de politieke massa van de NDP gevoed. De druk wordt van beneden uit opgevoerd en vindt vertolkers in hogere politici. Binnen de NDP is het de massa die bepaalt wie gaat en wie blijft. De massamedia spelen daarbij een belangrijke rol. De NDP is na een hele tijd weer aan de macht. De massa en haar mobilisatie hebben een grote rol gespeeld bij de verkiezingswinst. De president is niet zomaar liever een volkspresident. Men wil het risico niet nemen om de woede van de NDP-massa op zijn hals te halen. Als deze massa boos is, worden er offers gebracht om haar te kalmeren. De Minov-minister heeft haar credit verloren bij deze bepaalde massa. Er is al via de media ontevredenheid geuit over 2 jaar NDP-regering. Met name is de ontevredenheid bij mensen die verwacht hadden om bij de overheidsdienst geaccommodeerd te worden.
De Minov-minister is vaker door de president ‘gewaarschuwd’, luidt het in de media. Er wordt zelfs beweerd dat de voorzitter van de onderwijs task force niet tevreden zou zijn over de Minov-minister.  Het onderwijsveld was alles behalve content over de kandidaat voor het ministerschap op Onderwijs & Volksontwikkeling, Minov. Onderwijzersvakbonden hebben al eerder kritiek geleverd. De voorzitter van de task force zou gelobbyd hebben voor de huidige Minov-minister.
In een brief heeft het complete Minov-hoofdkantoor om de vervanging gevraagd van de minister. Het personeel gaf 7 bezwaarpunten aan die het hoogste executieve vrouwelijke koppel bezwaarlijk maakt op het ministerie. Het ging erom dat stukken die naar de minister worden verstuurd, niet worden behandeld door de bewindsvrouw. Dit geeft aan dat de staf en de minister niet afgestemd hebben over de prioriteiten. Wat de staf als belangrijk vindt, en dit is dan vervat in de brieven die worden gestuurd, lijkt niet belangrijk te zijn voor de minister, dat gevoel ontstaat bij de staf kennelijk. Ook is kennelijk het gevoel ontstaan dat de minister niet formeel, middels stukken, wil communiceren. Het bezwaar was ook geopperd dat de minister geen gesprekken voert met afdelingshoofden en coördinatoren. Indien de minister geen communicatie heeft met de staf, kan een vervreemding optreden tussen de minister en de staf. Ook kan het gevaar dreigen dat de staf vlak onder de directeur zich niet meer geleid voelt, waardoor de staf stuurloos dreigt te raken. Ook werd gesteld dat de minister beledigende taal gebruikte tegen medewerkers, afdelingshoofden en zelfs onderdirecteuren.  Als een minister ervan beschuldigd wordt beledigende taal te gebruiken, dan is er een opgelopen spanning die niet gezond is voor het ministerie. Een ander bezwaar was dat er geen informatie werd verstrekt aan het personeel. Kennelijk ging het om informatie die de Minov-minister normaal vanuit de RvM of van andere fora meenam en normaal heeft gedeeld met de staf om zodoende de topambtenaren het gevoel te geven dat ze betrokken zijn. Die informatie is kennelijk niet meer ter beschikking voor de staf, daardoor voelt de staf zich verwaarloosd en niet meer belangrijk.  Ook was het bezwaar er dat afdelingen niet worden betrokken bij het opstellen van belangrijke documenten zoals de begroting van 2013. Een ander punt was dat de minister vrij regulier, dus als een nieuwe gewoonte, opdrachten gaf aan functionarissen, zonder af te stemmen met leidinggevenden. Wat opvallend was, is dat de brief waarin om het vertrek van de minister werd gevraagd ook getekend werd door onderdirecteuren. Er waren gisteren aanhoudende geruchten dat de minister er de brui aan zou geven. Het is van belang dat zaken snel genormaliseerd worden op Minov. Alleen dan kan efficiënt op dit ministerie gewerkt worden, een ministerie dat oude en nieuwe beloftes heeft in te lossen.

error: Kopiëren mag niet!