Familie Khemai leeft in grote onzekerheid

De familie Khemai heeft in augustus 2012 via hun advocaat een kort geding  aangespannen tegen de staat Suriname, met name het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB) en Dirk’s Holding NV. Doebradji Khemai heeft vanaf 1984 een stuk perceel, groot 5.6 ha, te Leiding aangevraagd. Dit perceel bewoont zij al langer dan 37 jaren. Advocaat Clive Lachman zegt dat de grond uiteindelijk is toegewezen aan Dirk’s Holding NV, die vermoedelijk bezig is met het uitvoeren van een volkswoningbouwproject van de overheid. Khemai heeft door tussenkomst van haar advocaat op 14 maart 2012 haar verzoek, dat zij in 1984 had gedaan aan de minister van RGB, herhaald. Dit schrijven is volgens de raadsman per deurwaardersexploot betekend aan de minister. Op dat schrijven heeft zij nooit een reactie gehad. Ook hiervoor is er bij herhaling aandacht gevraagd. Ook daarop heeft zij geen reactie gehad.
Khemai was ten einde raad en besloot uiteindelijk in kort geding haar recht te gaan zoeken. De advocaat wacht nu op verdere ontwikkelingen. Lachman bevestigt dat Dirk’s Holding NV bezig is met bouwactiviteiten op het terrein, waarbij aan de familie Khemai is gevraagd het perceel te ontruimen. Tot overmaat van ramp heeft Lachman van zijn cliënt Khemai vernomen dat er binnenkort de eerste steenlegging zal plaatsvinden. Hij zegt in een gesprek met Dagblad Suriname dat hij zelf de stukken aan de RGB-minister heeft overhandigd. Naar verluidt zal de president persoonlijk op 1 oktober het startsein  geven voor de bouw van een aantal volkswoningen.  Feit is dat de arbeiders dagelijks bezig zijn met voorbereidende activiteiten in het kader van de uitvoering van het volkswoningbouwproject.
Lachman heeft in zijn schrijven, gericht aan de minister van RGB, het verzoek gedaan om een deel van het land, welke door de familie wordt bewoond, in grondhuur aan zijn cliënt af te staan.  Ook hierop kreeg de familie geen reactie. In feite is het een regel dat de Staat binnen een bepaalde termijn moet reageren op een dergelijk verzoek. Zulks ongeacht of het verzoek wordt toegewezen of afgewezen. De raadsman heeft in kort geding de rechter gevraagd om de Staat te veroordelen een beslissing te nemen omtrent het verzoek van Khemai. ‘Mijn cliënt wil weten waar zij aan toe is’, zegt Lachman.
Dagblad Suriname sprak hierover met het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van het ministerie van RGB, mw. M. Stekkel. Volgens Stekkel is zij wel op de hoogte dat er een zaak tegen het ministerie aanhangig is gemaakt, echter zijn zij niet op de hoogte van de eerste steenlegging. De advocaat is verbaasd dat hij het hierboven aangehaalde verzoek een schrijven heeft gericht aan de minsister van RGB, doch dat de minister in een gesprek met een andere krant kenbaar had gemaakt dat hij niet bekend is met dit geval.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!