Een scenario voor Suriname (deel 1)

Dit land heeft een tropisch klimaat en een etnisch diverse bevolking die qua omvang niet veel groter is dan een middelgrote stad. Het land ligt aan de kust en is omgeven door grotere landen met machtige legers. Het was een verre handelspost voor een Europese koloniale macht, maar na de onafhankelijkheid bleek het land een zwakke economie te hebben. De politiek was sterk gepolariseerd en de economische kansen leken beperkt.
Dit lijkt misschien te gaan over het hedendaagse Suriname, maar het is een beschrijving van Singapore in de jaren ’60. Iedereen zal tegenwoordig dat land met andere zaken associëren: hoge welvaart, ordelijkheid, kosmopolitisme en geavanceerde technologie. Maar toen het land onafhankelijk werd in 1965, was het arm en werd het bedreigd. In zekere zin stond het er slechter voor dan het tegenwoordige Suriname, maar toch heeft het zoveel bereikt in een paar decennia. Wat kunnen we van dat land leren? Zou Suriname het Singapore van de Caribische Zee kunnen worden? Hier volgt een aantal principes of lessen dat heeft bijgedragen aan het succes van het land.
Gebruik je kleine omvang in je voordeel
Net als Singapore is Suriname klein. Dit beperkt de internationale slagkracht van het land en maakt de economie meer afhankelijk van buitenlandse invloeden. Maar de kleine omvang heeft ook voordelen en die heeft Singapore goed aangewend. Kleine landen zijn te overzien en met goed bestuur kunnen snel grote veranderingen worden doorgevoerd. Singapore besteedt veel middelen aan het bestuderen van wereldwijde trends en zorgt dan dat het daar zelf sneller op inspeelt dan haar loggere buren.
Bovendien hoeft een klein land ook een aantal complexe taken niet uit te voeren. Het hoeft niet miljoenen mensen aan het werk te zetten en daarvoor arbeidsintensieve industrieën op te zetten die bijvoorbeeld auto’s of luchtvaarttoestellen produceren. Landen als Brazilië of Mexico zijn wel gedwongen om dit te doen en moeten daarmee direct de concurrentie met China aangaan. Een klein land kan een beperkter aantal specialismen of niches hebben met een hoge toegevoegde waarde.
Die hoogwaardigheid is gebaseerd op een sterk onderwijssysteem. In Singapore studeren mensen lang, maar ook als zij al werken, is het officieel beleid om werknemers continue door te laten leren. Zo kan het land ook flexibel reageren als er globale veranderingen zijn.
Een klein land dat zich snel aanpast en hoogstaand werk levert, is een prettig land. Singapore heeft zich geprofileerd als een veilige basis met goede faciliteiten en responsieve bestuurders. Bedrijven vestigen daarom hier hun hoofdkwartier voor operaties in de grote markten van de meer chaotische en gevaarlijkere buurlanden.
Gebruik geld voor de lange termijn
Veel politici zijn geneigd om publieke middelen te gebruiken om hun eigen populariteit en macht te vergroten. Ook in Suriname wordt zo veel gemeenschapsgeld verspild. Suriname is rijk aan natuurlijke grondstoffen als bauxiet, goud en aardolie, die het kan gebruiken om duurzame ontwikkeling te financieren. Singapore is juist altijd arm geweest aan grondstoffen en was zo gedwongen om de bevolking te ontwikkelen. Maar het overschot dat het land verdient door de export van goederen wordt voor de lange termijn ingezet. Overheidsondernemingen als Temasek en GIC investeren deze inkomsten voor toekomstige generaties.
Suriname moet zijn rijkdom aan natuurlijke grondstoffen hier ook voor inzetten. Dit kan gedaan worden door instituties en wetgeving te creëren, die deze welvaart buiten de grip van politici houdt die op persoonlijk gewin uit zijn. Grondstoffen kunnen namelijk ook een vloek zijn, een zogenaamde ‘resource curse’: ze ondermijnen dan de focus van een land op productieve activiteiten en in plaats daarvan strijd men om als rentenier van deze grondstofinkomsten te leven.
Er zijn veel ontwikkelingen in Suriname op het gebied van energie van olie-exploratie tot de uitbreiding van de raffinaderij en de ontwikkeling van biodiesel. Wanneer de overheidsinkomsten hierdoor zullen stijgen, moeten politici verhinderd worden om die meteen te gaan uitgeven aan overheidsbanen of subsidies zoals in Venezuela bijvoorbeeld gebeurt. Ondanks enorme energiereserves, is de economie van dat land een puinhoop en is armoede alomtegenwoordig. Niet-duurzame middelen kunnen beter ingezet worden om duurzame groei te stimuleren. Gebruik grondstoffen om onderwijs en infrastructuur te financieren. ( wordt vervolgd op donderdag 30 augustus)
Haroon Sheikh Ph.D
Nawien R. Debipersad M.Sc.

error: Kopiëren mag niet!