Koester het Surinaamse kind

De discussie wel of niet slaan van kinderen als straf lijkt niet compleet gevoerd te zijn in Suriname. Er zijn nog personen die vanuit de eigen belevingswereld en de eigen achtergrond wel wat zien in een tik. Wat precies met tik wordt bedoeld en of daaronder ook een stevige tik wordt begrepen, is niet altijd onduidelijk. In elk geval zou de ‘koti’go’ door moeders nog wel onder tik vallen. Het lijkt alsof de ban van fysieke straffen met fysieke pijn nog niet helemaal doorgedrongen is in onze samenleving. Kinderen zijn de meest kwetsbare wezens in de schepping. De meest principale taak en verantwoordelijkheid van volwassenen in elke samenleving is dragen voor de zorg van een evenwichtige fysieke en mentale ontwikkeling van de komende generatie. En daarin zitten dan alle andere sociaaleconomische doelen verborgen, direct dan wel indirect. In alle samenlevingen zijn kinderen echter nog teveel blootgesteld aan geweld, waarvan de oorzaak bij de ouders of andere ouderen ligt. Het is daarom dat de internationale gemeenschap de dag van 4 juni heeft uitgeroepen tot de Internationale Dag van Kinderen die Slachtoffer zijn van Geweld. Het onderwerp is zeer relevant in onze samenleving. Er zijn nog culturele groepen en sociale kringen waar kinderen teveel geslagen worden. Er zijn culturele groepen in Suriname waar volwassenen geen liefde tonen aan peuters en kleuters, vooral door de mannen. In sommige groepen in Suriname komt het heel schaars voor dat peuters en kleuters worden vertroeteld, met name niet door mannen. Er worden geen complimenten gegeven, maar er wordt wel gestraft met ‘fong fong’. Dat patroon van slaan op alles is dan ook te merken op straat, in de schoolbus, op school en eigenlijk overal waar deze kinderen met name samen zijn. Bovendien is recentelijk bij twee grote familiedrama’s gebleken dat volwassenen in hun onderlinge ruzies ook onschuldige kinderen meesleuren. Deze internationale dag staat stil bij de pijn die kinderen hebben geleden als slachtoffer van fysiek, mentaal en psychisch misbruik. Deze dag leent zicht het best voor organisaties en vooral regeringen om hun commitment met betrekking tot de bescherming van kinderen te tonen. Statistieken wijzen uit wereldwijd er op grote schaal geweld wordt toegepast op kinderen. Zo zijn de afgelopen 2 decennia 2 miljoen kinderen gedood in gewapende conflicten. Soms zijn deze kinderen direct in conflicten betrokken als kindsoldaten. Veel kinderen zijn ook op de vlucht. De VN-organisatie voor vluchtelingen (UNHCR) schat dat zij nu zorgt voor 10 miljoen kindvluchtelingen. Onze regio schiet uit in de statistieken; in de Latijns-Amerika en de Caribische regio gaan elk jaar 80.000 kinderen dood als gevolg van geweld dat uitbreekt in gezinsverband. Bij de twee recente familiedrama’s voldeed Suriname dus volledig aan het regionale patroon.   De VN besteedt via Unicef veel aandacht aan de bescherming van kinderen. Deze organisatie meet jaarlijks ook de vooruitgang, die geboekt wordt in de bescherming van de kinderen. De VN zegt dat haar streven erop gericht is om de dag te zien waarop landen niet geprezen zullen worden door hun economische of militaire kracht of door hun mooie steden en gebouwen, maar door haar vermogen om welzijn te bieden aan kinderen. Een belangrijke factor op mondiaal niveau om kinderen te beschermen is het, ook door ons geratificeerde, Kinderrechtenverdrag van de VN. De implementatie van het Kinderechtenverdrag is primair toevertrouwd aan het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo), maar het ministerie is bij de uitvoering afhankelijk van een aantal andere sociale ministeries. Het ministerie ligt nu in handen van een politieke partij, waarvan de etnische achterban relevant is als het gaat om de bescherming van kinderen. Gezinnen zijn over het algemeen in deze groep groot en in stedelijke conglomeraties waar voormalige ontheemden wonen, is kindermishandeling troef. De notie van geweld tegen kinderen is in deze gemeenschappen niet doorgedrongen, zoals het lijkt. Sozavo heeft nu het netwerk om dat aan te pakken. Maar Sozavo moet de andere gebieden niet verwaarlozen. In voormalige agrarische gebieden en in zogenaamde volksbuurten worden kinderen nog teveel geslagen en het wordt geaccepteerd. Het gaat echter niet alleen om fysiek geweld, maar ook om psychisch geweld zoals het uitschelden van kinderen. De regering heeft als het gaat om de bescherming van kinderen tegen geweld een verantwoordelijkheid die niet alleen voortvloeit uit het Kinderrechtenverdrag, maar regelrecht uit de grondwet. Het concept van early child(hood) development krijgt steeds meer ingang bij publieke autoriteiten en het onderwijs. Maar het moet dieper de samenleving ingaan. Het moet aankomen in de huishoudens, in de gezinnen, in de kerkelijke organisaties en in de vrijetijdsverenigingen waar kinderen zitten. De bescherming van kinderen heeft in ons geval te maken met cultuurpatronen en een awareness die door de regering nog gekweekt moet worden. Het gaat ook om wetgeving, zoals die aangaande de opvanginstellingen, en om de controle-instituten. Maar het gaat bij de awareness ook om de symboliek. Het is duidelijk dat de president tijdens evenementen, waar kinderen aanwezig zijn, altijd attentie heeft voor de jonge burgers en liefde toont voor de Surinaamse kinderen. Dit geldt voor periodes zowel voor als na de verkiezing. De minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting moet dit gedrag overnemen en het zelfs vaker doen. Vooralsnog heeft ze een achterstand op de president. En als minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting met ‘kinderen’ in haar portefeuille kan ze zich deze achterstand niet veroorloven.

error: Kopiëren mag niet!