In een strafzaak staat een vrouw terecht die vermoedelijk met een tak van de pomme de citerre in het geslachtsorgaan van een minderjarig meisje is gegaan. Deze zaak kwam aan het licht toen het slachtoffer na de vakantie met zuigvlekken thuis kwam. Het slachtoffer was bij een tante op vakantie. De moeder van het slachtoffer is op onderzoek uitgegaan. Het onderzoek leerde dat het schaamhaar van het meisje was geschoren. Het meisje hield bij de moeder vol dat zij het zelf had gedaan. Naderhand vertelde het meisje aan haar moeder dat de schoonzus van haar tante een pomme de citerre-tak in haar geslachtsdeel had gestoken. Zij vertelde ook dat zij SRD 50Â van die tante heeft gekregen, omdat zij voor haar had geharkt. De indruk zou worden gewekt dat ze dit geld heeft gekregen als “beloning”. Echter blijkt dat niemand haar heeft zien harken. Ook niet haar broertje en de kinderen met wie zij de hele dag gedurende de vakantie doorbracht.
De schoonzus ontkent vanaf het begin de beschuldiging. Ook ontkent zij dat ze SRD 50 aan het kind heeft gegeven, omdat er nauwelijks iets te harken valt; en als er moet worden geharkt dan zou zij of haar zoontje dat zelf doen. De schoonzus werd in verzekering gesteld. Echter werd ze na enkele maanden weer in vrijheid gesteld door het Openbaar Ministerie. Zij wordt daarna steeds gedagvaard om op de zitting te verschijnen.
Volgens de constateringen van de gynaecologen klopt het verhaal van het meisje helemaal niet, zegt de verdediging. ‘Volgens de bevinding van de deskundigen is het meisje seksueel actief.’ Het meisje ontkent seksueel actief te zijn en gaf aan dat niemand anders dan de schoonzus van haar tante aan haar lichaam is geweest. Volgens advocaat Sieglien Sewdien wordt dit in twijfel getrokken. Ook bestaat de indruk bij de raadsvrouw dat het meisje iemand in deze zaak in bescherming neemt. Op de volgende zitting komt de officier van justitie met haar voorstel. De verdachte werd aangezegd om aanwezig te zijn op de zitting.
Saskia Bandhan
