Eddy Jozefzoon geeft openheid over commentaar Ori

“Ik begrijp zijn teleurstelling, maar van een man met een postuur als Ori verwacht ik dit niet.” Zo reageert voorzitter Eddy Jozefzoon van de presidentiële taskforce van Onderwijs op de aantijgingen van Henry Ori na de formele aanstelling van Shirley Sitaldien tot minister van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov). Jozefzoon zei gisteren in een ontmoeting met de pers dat president Desi Bouterse hem begin maart in persoon gevraagd had naar een geschikte kandidaat voor deze post in het kader van de depolitisering van het ministerie. Zonder te aarzelen noemde hij de naam van Shirley Sitaldien. “Zij bezit de kwaliteiten en capaciteit voor deze job, staat open voor verandering en kritiek.” De president zou bij die gelegenheid hebben gezegd dat hij Sitaldien niet kent, waarop Jozefzoon hem beloofde haar curriculum vitae op te sturen.  “Kort na deze ontmoeting werd ik door Ori persoonlijk benaderd. In een confidentiële sfeer vroeg Ori aan mij voor hem bij de president te pleiten dat hij minister werd van Onderwijs. Hij vertelde me toen waarom hij de beste minister van Onderwijs zou zijn voor Suriname. Ik beloofde dat te doen, maar zei hem ook dat ik niet de invloed heb de president te bewegen hem te verkiezen als minister.”  Dat gebeurde dan ook, maar Ori’s naam werd door raadsadviseurs op het kabinet direct in relatie gebracht met de UPS, terwijl men juist het ministerie wilde depolitiseren.
Jozefzoon zegt dat Ori toen nog niet wist dat hij Sitaldiens naam had doorgespeeld aan het staatshoofd. Op 16 maart krijgt hij een email van Ori waarin deze zijn verontwaardiging uit over allerlei rare namen (van Sitaldien onder andere)  die aan de president waren doorgespeeld als kandidaten. Ori zou in de mail hebben geschreven dat Jozefzoon een incompetente figuur (Sitaldien) naar voren heeft geschoven. Voorts zou in deze mail hebben gestaan dat het kabinet zich niet kan veroorloven een tweede blunder te slaan door een niet-deskundige te plaatsen op de post van Onderwijsminister. Inmiddels waren bij het staatshoofd drie namen naar voren geschoven, van Sitaldien en twee andere kandidaten die werden voorgedragen door Marie Levens. Ondertussen had taskforce-lid Humphrey Berggraaf duidelijkheid gevraagd aan voorzitter Jozefzoon over de voordracht van Sitaldien, daar dit niet besproken was in de groep. Jozefzoon ging hiermee akkoord en deelde mee dat het inderdaad geen groepsvoordracht was, maar dat de president hem om zijn persoonlijke mening had gevraagd. De president heeft dagen daarna de taskforce gevraagd een kandidaat naar voren te schuiven en nodigde de taskforce hierover uit voor een gesprek. Jozefzoon: “Tijdens die ontmoeting  heeft Ori zichzelf aan  het staatshoofd aanbevolen en aangeprezen als de nieuwe minister van Onderwijs.” Jozefzoon zegt dat Ori de gemeenschap incorrect heeft geïnformeerd als zou hij de favoriet zijn van de president voor wat de ministerspost betreft. “Dat is niet waar. Ori’s naam stond op de lijst van kandidaten die  door één van de raadsadviseurs was ingediend. Hij zou de favoriet zijn van deze raadsadviseur en niet van de president.” De naam van die adviseur wilde Jozefzoon uit egards niet prijsgeven. In een volgende vergadering van de taskforce stelde het lid Dr. Andre Kramp zichzelf ook kandidaat voor die post. De voordracht van Sitaldien werd uiteindelijk op 21 april bekrachtigd in de taskforce na stemming.  Bij deze interne verkiezing werd gestemd op Sitaldien, Ori en Kramp. Sitaldien kreeg de meeste stemmen. Het lid Henry Blinker stuurde vanuit het ziekenhuis een ondersteuningsbrief voor de voordracht van Sitaldien.
Kramp was teleurgesteld na de stemming, maar legde zich neer bij het besluit. Jozefzoon: “Orie noemde zichzelf een slechte verliezer en legde onmiddellijk zijn functie als taskforce-lid neer.” Jozefzoon zei aan de aanwezige pers dat hij aanvankelijk niet van plan was in te gaan op de beschuldigingen van Ori. Hij achtte echter de tijd rijp nadat hij geconfronteerd werd met een e-mail die Ori verstuurd zou hebben naar de directeuren van respectievelijk het RKBO en EBGS. “In deze mail zou Ori hebben gesuggereerd dat Blinker  zou zijn omgekocht om de kandidatuur van Sitaldien te ondersteunen.” Dat was voor Jozefzoon de bekende druppel, waarna hij besloot om tegenover de pers een boekje open te doen over Ori en de verwikkelingen rond de kandidatuur van de Onderwijsminister. Jozefzoon toonde de aanwezige journalisten de e-mails en alle andere correspondentie van de taskforce en van Ori als bewijsmateriaal. Jozefzoon zegt prettig met Ori  te hebben samengewerkt in de taskforce. Hij begon zich echter anders op te stellen nadat Sitaldien was voorgedragen als Onderwijsminister.

error: Kopiëren mag niet!