Zwarte lijst was aanbevolen aan Suriname

Suriname is partij bij het Inter-Amerikaans Verdrag tegen Corruptie. In dat kader heeft het toezichtmechanisme richtlijnen voor wetgeving en praktijk gegeven aan de lidlanden. Een van de richtlijnen ter zake ‘tendering’ is dat een ‘black list’ moet worden samengesteld van aannemers die op ondeugdelijke wijze en structureel aan hun gegunde werk uitvoeren. Het moet dan gaan om aannemers die op corruptieve wijze proberen om aan werken te komen en aannemers, die corruptie aanwenden om bijvoorbeeld te besparen bij de uitvoering door ondeugdelijk materiaal te leveren, af te wijken van het bestek of het werk niet of niet volledig uit te voeren. Overheidswerken moeten aan deze aannemers niet worden uitgevoerd. Nu wordt gemeld dat de OW-minister een black list gaat hanteren van aannemers, die niet meer in aanmerking zullen komen voor uitvoering van openbare werken. In hoeverre de minister bewust van deze achtergrond deze maatregel heeft getroffen, is onduidelijk, maar het is wel in lijn met hetgeen door het Inter-Amerikaanse mechanisme is aanbevolen. Het komt neer op een anticorruptiemaatregel. Gewaakt moet wel ervoor worden dat deze maatregel gehanteerd wordt als partijpolitiek middel om goede ondernemers, die tot een andere politieke partij horen, te discrimineren en te benadelen. Het moet neerkomen op een maatregel om deze ondernemers tot de partij aan te trekken als voorwaarde voor het toetreden tot de partij. Ook moeten aannemers die NDP-gelieerd zijn op de lijst worden geplaatst als ze daarvoor in aanmerking komen. De OAS heeft alle lidlanden aanbevolen om duidelijk aan te geven wanneer onder alle omstandigheden een openbare aanbesteding moet worden gehouden. De procedures van de openbare aanbesteding en de criteria moeten duidelijk met tijdslijnen worden aangegeven. Ook moet duidelijk worden aangegeven onder welke omstandigheden het niet noodzakelijk is om een openbare aanbesteding te houden. Ook hier moeten de criteria objectief vastgesteld zijn. Het moet duidelijk zijn hoe het aanbestedingssysteem is opgebouwd. Dat moet in de wet zijn verankerd. Wettelijk moet ook zijn vastgesteld wie de aanbesteding moet gaan controleren. Hoger beroepsmogelijkheden moeten duidelijk zijn vastgesteld. Opmerkelijk is dat het OAS-mechanisme de lidlanden aanbeveelt om in verband met het doen uitvoeren van openbare werken een register van aannemers aan te houden. Het moet duidelijk zijn hoe dit register moet worden onderhouden, hoe er mutaties plaatsvinden en hoe aannemers zich erop kunnen doen plaatsen. In dit kader stelt de OAS ook voor om een register van wanpresterende aannemers aan te houden. Aannemers die op deze lijst staan, dienen mogelijkheden te hebben om te ageren tegen plaatsing op deze lijst. Nu is er in het Surinaamse geval nog niet aan de orde hoe de lijst zal worden opgemaakt en hoe men tegen de plaatsing op deze lijst kan ageren en bij welke instantie. In het begin van deze regeerperiode was aan de orde het elektronisch kunnen volgen van processen van de overheid. Met name ging het om de grondaanvragen en de status van inschrijvingen door de aannemers. De OAS beveelt aan dat het mogelijk moet zijn om elektronisch aan te besteden en zich in te schrijven voor het uitvoeren van werken. De OAS heeft uitdrukkelijk ook aanbevolen dat het wettelijk moet worden verankerd dat het mogelijk is om elektronisch inschrijfprocessen te volgen. Het gaat dan om de vorderingen, de behandeling van de inschrijving. De OAS beveelt ook aan dat het voor de burgerij mogelijk moet zijn om de vordering van de gegunde projecten te volgen.
De OAS beveelt ook aan dat exact wordt aangegeven hoe een contract voor het uitvoeren van een openbaar werk moet zijn opgebouwd. Dat moet ook min of meer in een wettelijke regeling worden vastgelegd. Ten slotte beveelt de OAS aan dat beroepsprocedures moeten zijn ingesteld voor inschrijvers, die zijn afgewezen voor het uitvoeren van een werk. Op beroep moet binnen een redelijk termijn, schriftelijk en gemotiveerd worden beslist. In het verlengde van dit alles beveelt de OAS aan dat een rol moet worden gegeven aan de civil society (inclusief de media) om mede te helpen controleren. Daarvoor is het van belang dat de media toegang krijgt tot informatie ook met betrekking tot de uitvoering van projecten. Tot nu toe wordt de burgerij niet aangemoedigd om bijvoorbeeld calamiteiten die men opmerkt bij het uitvoeren van een werk (zoals het ophalen van een trens voor de afwatering), te melden. Er zijn geen structuren daarvoor in place. In dit kader is door de OAS ook aanbevolen om wetgeving te maken ten aanzien van het beschermen van klokkenluiders. Suriname is klein en autoriteiten zijn rancuneus. We hebben geen traditie om klokkenluiders te beschermen en de burgerij is daarom terughoudend wanneer het gaat om het melden van slechte of onvolledige uitvoering van werken. Bij politiek geregelde aannemers is men het meest terughoudend. Het is in lijn met het Inter-Amerikaans Verdrag tegen Corruptie dat een lijst van wanpresterende aannemers wordt bijgehouden. Daarbij moet men wel objectief te werk gaan en niet de intentie hebben om politiek af te straffen. Door de OAS is een aantal richtlijnen gegeven ter zake tendering, die nog niet zijn uitgevoerd door Suriname. Ons land zou als ratificerende staat er goed aan doen om deze richtlijnen uit te voeren. Op het stuk van anticorruptie blinken we niet uit.

error: Kopiëren mag niet!