Zullen bijlessen overbodig worden?

De tijd valt niet te stoppen, de tijd is oppermachtig. Toen de rechter ademruimte gaf aan de regering om de zaak met de onderwijzers van de BvL te regelen, wisten velen al dat de tijd zou doortikken, maar dat er geen oplossingen zouden worden bereikt. Over de onmogelijkheid van de eis van de onderwijzers zullen we straks ingaan met cijfers. De president heeft bij de reshuffling van zijn kabinet eigenlijk laten doorschemeren dat er geen oplossing valt te bedenken met de onwelwillende leraren. Die zouden volgens hem geen oplossing willen, daarmee was al begin van de maand veel gezegd. De bron van alle problemen is een onmogelijke, onuitvoerbare en ondoordachte belofte die enkele raadsadviseurs hebben gedaan aan de leraren met betrekking tot een loonsverhoging als onderdeel van een zogenaamde herwaardering. Er is een traject beloofd waarbij 11.000 onderwijzers uit het ambtenarenbestand worden gelicht en overgebracht naar een aparte entiteit. De raadadviseurs dachten dat dit een makkie zou zijn. Alles bij elkaar genomen hebben de raadsadviseurs die belast zijn met de onderwijsonderhandelingen, twee kardinale fouten gemaakt, die de onderwijzers nu aanleiding geven om in het geweer te komen. De loonsverhoging aan de onderwijzers is niet uit te voeren en dat geldt ook voor het lichten van de onderwijzers uit het ambtenarenapparaat. Straks zullen partijen elkaar de vinger wijzen bij de vraag waarom de situatie niet op is geschoten na de laatste poging tot comparitie bij de rechter. De regering heeft laten blijken dat de leerkrachten van hun kant informatie moesten doorgeven en dat zulks niet adequaat heeft plaatsgevonden. Al met al moet gesteld worden dat de adviseurs van de president in dit betreffende geval en in deze zaak van de BvL niet gehandhaafd kunnen worden. Zij moeten plaatsmaken voor andere adviseurs die wellicht gezocht moet worden onder de vele beleidsadviseurs die er op de verschillende ministeries ter beschikking zijn, waaronder de vele voormalige ministers. Het ultimatum van de BvL is vandaag verstreken. Andere groepen die ook hun salaris hebben zien eroderen, zullen direct na de verhoging van de BvL ook hun eis indienen. De vakcentrale COL heeft al een schrijven in die trant gericht aan de regering. Daarna volgen in groepen de overige delen van het ambtenarenapparaat. Op den duur zullen de scheve verhoudingen een feit zijn en zullen de salarissen en vergoedingen van directieleden, ministers en DNA-leden ook worden aangepast, omdat ook die dezelfde erosie hebben ondergaan door de ontwaarding. Vandaag moeten de regering en de BvL weer verschijnen voor de rechter. De acties zijn tot vandaag opgeschort. De gemeenschap verwacht dat de acties van de leraren zullen worden voortgezet, maar het heeft er veel schijn van dat de sympathie vanuit de samenleving naar de leraren toe is gaan tanen. De gemeenschap erkent wel dat leraren meer moeten verdienen, precies zoals ze van zichzelf verwachten dat ze nu een koopkrachtversterking krijgen. Ook alle ouders die loontrekkers zijn, verdienen nu een koopkrachtversterking. Een zaak die wel opgemerkt moet worden, is dat veel leraren al jarenlang bijlessen geven. Door deze bijlessen te geven klussen de leraren bij. Wat men niet van de overheid kan krijgen, klopt men uit de zakken van de ouders. Dus het moet duidelijk zijn wat alles bij elkaar genomen het loon van de leraren is. Leraren sturen elkaars leerlingen door naar andere collega’s. De ouders vullen al geruime tijd de lonen van sommige leraren aan. Bij een loonsverhoging rijst de vraag of deze bijlessen zullen vervangen oftewel zullen de leraren nu wel vol gas geven en bijlessen overbodig maken? Er is na lange tijd een hardnekkig gerucht dat leraren zodanig onvolledig les geven, dat er een noodzaak ontstaat voor bijlessen. Daarbij zouden ze twee doelen bereiken. Voor een laag salaris worden de inspanningen ook verlaagd, waardoor een stuk rechtvaardigheid optreedt. Ten tweede ontstaat voor enkelen die de tijd hebben ’s middags de mogelijkheid om bij te verdienen. Wat de leraar niet in de klas vertelt, krijgen de leerlingen thuis bij de leraar te horen. Er bestaat zelfs een vermoeden dat er een curriculum is voor bijlessen, dat is een onderdeel van het Minowc curriculum. Het ministerie heeft het fenomeen van bijlessen nooit goed onderzocht en daarover geen besluit en standpunt ingenomen. Geconcludeerd kan dus worden dat het de ouders zijn geweest die een deel van de leraren tevreden hebben gehouden met de bijlesgelden. Dat schijnt nu niet meer te lukken, temeer omdat de bijlessen niet voor alle onderwijzers gelden. Een ruwe schatting duidt erop dat de loonlast met de verhoging van de leraren omhoog gaat met tussen de 4 en uiteindelijk 12 miljoen SRD per maand. De vraag of dat nu haalbaar is, kan de burgerij zelf beantwoorden.

error: Kopiëren mag niet!