Witte motor

Begin dit jaar logeerde ik een maandje bij een kennis in Nederland. Omdat ik pas ’s avonds laat op mijn logeeradres zou aankomen appte ik de kennis om alvast een pak melk in huis te halen zodat ik de volgende ochtend bij het ontbijt mijn gebruikelijke twee glazen melk kon drinken. Ik zou later afrekenen appte ik er nog bij. Een gezellig appje kreeg ik terug van de kennis: afgesproken Anton, ik haal de melk in huis maar je weet toch wel dat Joris Driepinter op het kerkhof ligt?
Tot ver in de jaren tachtig van de vorige eeuw liepen in de Hollandse weilanden nog zo veel koetjes dat de Hollanders de melk niet op kregen, ook niet met de export. Mijn kinderen maakten wel het grapje ‘hier lopen meer koetjes dan meerkoetjes’ (vogels die ook vaak in het weiland lopen). Het ‘Zuivelbureau’, de promotie-instantie voor zuivelprodukten, vond ‘Joris Driepinter’ ofwel de ‘witte motor’ uit (men moest drie pinten melk per dag drinken was het advies) en in Frankrijk werd de toenmalige minister van landbouw verguisd toen hij propageerde dat de Fransen melk in plaats van wijn moesten drinken. Is het drinken van melk dus vooral gezond voor de zuivelindustrie?
Zoogdieren leggen, anders dan de andere gewervelden, geen eieren. Hun jongen zijn dan ook nog lang niet volgroeid, in tegenstelling tot de meeste jonge dieren die uit het ei komen: schildpadden, krokodillen, hagedissen, slangen, jonge eendjes en kuikens. De pasgeboren jongen van zoogdieren zijn eigenlijk nog een beetje foetussen. De evolutie moest dan ook een manier bedenken om hen groot te laten worden. Zij bedacht daarvoor de stof melk, door de moeder geproduceerd. Je zou het met wat fantasie een soort ‘verlengstuk van de navelstreng’ kunnen noemen. Melk is een emulsie: vet opgelost in water en dat is in de natuur erg zeldzaam. Het jonge dier heeft niets anders dan die melk nodig om te groeien en dus alle soorten weefsel te maken voor zijn lijf. De jonge zeehond en de jonge walvis hebben veel vet nodig voor hun spek. De melk van hun moeder heeft dan ook een heel hoog vetgehalte. Bij mensen is dat vanzelfsprekend veel minder. De melk wordt in de maag van de baby en het jonge dier gescheiden in een vaste stof en water. Dat gebeurt door een chemische substantie die bijvoorbeeld bij kalveren ‘stremsel’ heet en nu nog steeds wordt gebruikt bij het ambachtelijk maken van kaas. De stremsel scheidt daar de melk in een vaste stof (‘wrongel’, dat later kaas wordt) en een waterig spul dat ‘wei’ heet.
Het jonge dier zou theoretisch heel goed zijn hele leven melk kunnen drinken om te blijven leven, te groeien, sterk te worden en alles te doen wat een dier met ander voedsel dan melk ook kan. Melk bezit immers alle stoffen die daarvoor nodig zijn en waarom zou dat anders zijn voor een volgroeid dier dan voor een jong dier? Maar de evolutie heeft bedacht dat dat geen goed idee zou zijn. Het moederdier zou dan haar hele leven melk moeten blijven geven en alleen al omdat zij in die periode niet opnieuw drachtig kan worden, zou de soort snel uitsterven. Maar er zijn vanzelfsprekend nog veel meer absurde konsekwenties aan een levenslange lactatie door een vrouwelijk zoogdier. Daarom besloot de natuur de produktie van het stremsel op zekere leeftijd te stoppen zodat het jong van alle zoogdieren wel over moet gaan op ander voedsel dan melk. En bij mensen is het precies zo.
Melk is dus op afstand het gezondste voedsel dat een zoogdier en dus ook een mens tot zich kan nemen. Op welke leeftijd dan ook. Er zitten alle bouwstoffen voor het lichaam in, afweerstoffen tegen ziekten en tal van andere stoffen die voor de ontwikkeling van het lichaam (en de geest) belangrijk zijn. (Om een andere reden is ook fruit extreem gezond: het is door de evolutie ontwikkeld om dieren en mensen als voedsel te dienen. Die dieren en mensen verspreiden immers de vruchten – en daarmee de zaden in de vruchten – en dat is in het belang van de planten of bomen die het fruit voortbrengen. Die planten en bomen hebben er dus belang bij dat de dieren en mensen die hun vruchten verspreiden gezond blijven en dus tot in lengte van dagen vruchten en zaden kunnen blijven verspreiden!)
Na het stoppen van het produceren van stremsel door de maag en het vervolgens overgaan op vast voedsel krijgen de meeste mensen op onze planeet enigszins last (maag, darmen) van het drinken van melk. Dat heet lactose-intolerantie. Veel Afrikaanse en Aziatische volkeren bijvoorbeeld. Dat is dus heel gewoon en heel natuurlijk. Bij andere volkeren – speciaal die welke zich millennia lang hebben toegelegd op de veeteelt en dientengevolge het drinken van melk – is die lactose-intolerantie verdwenen. Maar ook bij Afrikaanse volkeren die zich specialiseerden in de veeteelt, zoals de Masai in Kenia, is de overgevoeligheid voor melk verdwenen. Zij kunnen dus gemakkelijk melk blijven drinken na hun zuigeling-tijd en door de bank genomen mag dat onnatuurlijk genoemd worden. Maar het ongezond heeft het niets te maken.
Over weinig zaken bestaan meer volkswijsheden dan over voedsel. Begrijpelijk, want voeding is iets waar mensen drie of meer keer per dag mee worden geconfronteerd. En velen hebben wel een of ander theorietje, al dan niet uit de duim gezogen. En ook op internet is een rijstebrij naan zin en onzin over melk te vinden! Zo heeft de door de evolutionaire natuurlijke selectie gegenereerde lactose-intolerantie geleid tot de mythe dat het drinken van melk onnatuurlijk en ongezond zou zijn. Het tegendeel is waar: als men na een schipbreuk op een onbewoond eiland zou aanspoelen en er zou daar geen voedsel zijn, behalve een onuitputtelijke melkbron, dan heeft men niets maar dan ook niets anders nodig om zonder enige kwaal 100 te worden!
Anton van den Broek (Jurist en Bioloog)

error: Kopiëren mag niet!