Wet Dierenwelzijn gewenst

De Wet Dierenwelzijn is nu aanhangig in de DNA en zal binnenkort worden behandeld. Het ontwerp is een initiatief van enkele DNA-leden uit 2014 van zowel de oppositie als de coalitie. De wet is uitgebreid en biedt een goede basis voor discussies in het parlement over het onderwerp. In het ontwerp is een scala aan onderwerpen die te maken hebben met het welzijn van dieren opgenomen. Opvallend is dat de wet bijna in elk artikel verwijst naar een staatsbesluit, in totaal meer dan 20 keren. Dat betekent dat de wet zodanig inhoudelijk van aard is dat met betrekking tot de technische uitvoering een heleboel details in een staatsbesluit moeten worden opgenomen. Een of meer staatsbesluiten kunnen dat doen, en onduidelijk is in deze of het staatsbesluit al is voorbereid. De wet zegt dat dieren een mate van bewustzijn hebben, net als mensen. Het besef dat ook aan dieren rechten toekomen en dat mensen de morele verplichting hebben ze te beschermen tegen menselijk handelen is algemeen aanvaard in een geciviliseerde samenleving. Deze wet beoogt om de relatie mens en dier te verbeteren. Als ruggengraat in het ontwerp worden de vijf vrijheden van dieren gebruikt, zoals wereldwijd erkent in de rationalisering van dierwelzijn. Het gaat dan om dorst, honger en onjuiste voeding, fysiek en fysiologisch ongerief, pijn, verwondingen en ziektes, angst en chronische stress en de vrijheid om natuurlijke (soorteigen) gedrag te vertonen. In het Wetboek van Strafrecht zijn er al twee bepalingen ter bescherming van dieren opgenomen. Zo is als misdrijf strafbaar gesteld het opzettelijk toebrengen van pijn of letsel aan een dier, benadeling van de gezondheid en onthouden van het nodige levensonderhoud. Verder is als overtreding strafbaar gesteld het doen verrichten van arbeid door een dier op pijnlijke of kwellende wijze en het dieronvriendelijk vervoeren van dieren. De bescherming van dieren omvat eigenlijk veel meer dan deze twee onderwerpen en daarom is een wet meer dan vereist. Het ontwerp omvat een verbod om dieren te houden, met uitzondering die dieren die bij staatsbesluit zullen worden aangewezen. In de Jachtwet genoemde kooidieren en jachtwild mogen niet als huisdieren worden gehouden door natuurlijke personen. Ook is er een verbod om zonder redelijk doel bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen. Daarbij wordt ook gedacht aan het arbeid doen verrichten door een dier, welke zijn krachten te boven gaat. Degene die door zijn schuld een dier in nood doet verkeren, is verplicht aan dat dier de nodige zorg te verlenen. Het slachten van dieren moet op een humane basis geschieden. Bij staatsbesluit moet worden bepaald hoe een dier te slachten. Het is nog toegestaan om dieren zonder voorafgaande bedwelming te doden volgens de Israëlitische of de Islamitische ritus, maar ook zullen bij staatsbesluit regels voor worden vastgesteld. Nagegaan moet worden of over het algemeen het niet raadzaam is om verdoving toe te passen bij slachten, ook in de laatste twee gevallen. Het doden van dieren, anders dan voor menselijke of dierlijke voeding of eerste levensbehoefte, is slechts toegestaan indien de noodzakelijkheid hiervan blijkt ter bestrijding van besmettelijke dierziekten en plagen in de samenleving. Het wordt verder verboden om een dier te verwaarlozen of in hulpeloze toestand of onbeheerd te laten. Er zijn ook regels met betrekking tot het scheiden van jonge dieren van hun ouderdieren. Bij of krachtens staatsbesluit worden regels vastgesteld omtrent het fokken van dieren. Het ontwerp wil ook regels introduceren voor lichamelijke ingrepen bij een dier, waarbij een deel of delen van het lichaam worden verwijderd of beschadigd. Verder is er een verbod om deel te nemen aan tentoonstellingen, keuringen of wedstrijden met dieren, waarbij een verboden ingreep is verricht. Tevens is geregeld het verkopen en verhuren van dieren zonder een vergunning. Ook voor het vervoeren van dieren zijn er regels opgenomen. Belangrijk is het hoofdstuk met betrekking tot het verbod van dierengevechten of dieren aan dierengevechten te doen deelnemen. Verder zal het niet zonder meer toegestaan zijn om wedstrijden, waarbij de snelheid of de kracht van dieren wordt beproefd te organiseren of dieren daaraan te doen deelnemen. In dit kader is er ook een bepaling voor ‘dopinggebruik’ bij dieren. Het houden van dieren geschiedt op zodanige wijze waarbij op generlei wijze de bewegingsvrijheid wordt aangetast c.q. beperkt, waardoor zij niet in hun primaire behoeften aan drinken kunnen voldoen of er geen gelegenheid bestaat op redelijke wijze hun behoefte te doen. Het zal de eigenaren van huizen of gebruikers van erven, landerijen of andere terreinen verboden worden daarin een dier te houden, die aan een ketting of op andere wijze is vastgelegd dan met inachtneming van regels. Belangrijk zijn ook de regels met betrekking tot het fokken en houden van agressieve dieren die mensen aanvallen en een hoofdstuk over dieren in dierentuinen. Alhoewel de wet gewenst is, moet een heleboel bij staatsbesluit worden geregeld. Dat moet ook in orde zijn in een vroeg stadium.

error: Kopiëren mag niet!