Water, elektriciteit, onderwijs en werk geen issue

dblogoDe verkiezingspropaganda doet thematisch in veel opzichten denken aan een ander land dat veel op ons lijkt. Kongo is een multi-etnisch land met heel veel natuurlijke rijkdommen, maar toch nog met een groot deel van de bevolking onder de armoedegrens. Kongo was door enormen mensenrechtenschendingen en gewapende conflicten veel in het nieuws in de jaren ’90. In 2006 werden na 40 jaar weer verkiezingen gehouden in het centraal Afrikaans land. Één van de presidentskanidaten was toen de 35-jarige Joseph Kabila, de zoon van één van de gewapende krijgsheren Laurent Kabila. Joseph stond symbool voor rust, dialoog, samenwerking en vrede, geliefd en favoriet bij de internationale gemeenschap. Na zijn overwinning in twee ronden, vatte hij zijn beleid voor de komende jaren samen met ‘les cinq chantiers’, oftewel de 5 zuilen: infrastructuur, water en elektriciteit, onderwijs, werk en gezondheid. Dit was een teleurtselling voor het maatschappelijk middenveld, vooral de academici. ‘Als een bwind zich niet aan die essentiële taken wijdt, waaraan dan wel’, vroeg men zich af. Precies hier herkennen wij de situatie in Suriname. Er wordt in Suriname politiek gevoerd met water. De concentratie ligt wat dit betreft op Commewijne. Er is een wateroorlog gaande in Commewijne en andere districten. Zowel de NDP als V7 claimen water te hebben gebracht en die verder te zullen brengen voor de Commewijners. De politici moeten zich diep schamen voor dit niveau van politievoering. Aan water en elektriciteit moeten er geen berichten worden gewijd. Wanneer campagne wordt gevoerd met water, dan wordt campagne gevoerd over het grondwettelijk recht op leven. Is er een kues voor een regering om te regeren zonder water bereikbaar te maken en te houden? Valt er op dat stuk een keus te maken? Ook in een campagne van de Palu horen we dat de partij echte ontwikkeling voor het volk zal brengen….. met water. De regering en de ministers moeten geen poeha maken en lintjes knippen wanneer ze ergens water brengen, een kraan zetten, een energiecentrale openen, grondpapieren uitdelen of een weg asfalteren. Men moet zich schamen om voor een spreekgestoelte te staan en zich op de borst te slaan, zoals dat de afgelopen 10 jaren is gebeurd. Een land is een staat wanneer energie, water, werkgelegenheid, infratructuur en schoollokalen afgehandeld worden door lagere ambtenaren en aannemers, zonder dat lintjes worden geknipt. Men huilt echter in dit land wanneer een kraan wordt aangelegd of een straat wordt geasfalteerd. De Surinaamse kiezer zit nog in een primitieve staat van denken waarbij men op zijn minst 100 jaar achter loopt. En dat heeft alles te maken met onderwijs. Politici maken daar flink misbruik van. Een groot deel van de Surinaamse bevolking is slecht geschoold. Men leest niet of men is niet in staat om te lezen. Dat wil zeggen dat men niet zelfstandig is in het raadplegen van bronnen. Men leest geen programma’s en men is niet in staat om te begrijpen wat er allemaal wordt gezegd en geschreven. De Surinaaamse kiezer heeft geen benul wat men onder ontwikkeling moet begrijpen. Men ziet ontwikkeling als water, elektriciteit, infrastructuur en schoolgebouwen, terwijl dit slechts voorawaarden zijn voor de echte ontwikkeling. Het is te vergelijken met aanwezig zijn aan het werk. Dat is slechts een voorwaarde om productief te zijn. Wanneer het electoraat slecht geschoold is, dan heb je een aantal politici nodig dat te goeder trouw is, dus geen misbruik maakt van de lage ontwikkeling van de burgers. In die gunstige omstandigheid verkeren we jammer genoeg niet. Als vooraanstaande politici verkiezingsspots maken van de momenten waarin ze watertanks en loopstoelen uitdelen, dan schamen we ons toch een beetje. Dat uitdelen mag en moet, maar moet het geshowd worden in een reclamespot? Hoeveel respect heeft men voor de onnozele burgers die zich noodgedwongen hebben laten vastleggen en de ruimte niet hadden om te zeggen: ‘filmt u me a.u.b. niet’? Surinaamse politici verwarren de middelen tot ontwikkeling en ontwikkeling als doel op zich, onze kiezers kennen het onderscheid niet eens. In Kongo werd in 2006 bij de verkiezingen en bij de regeringsformatie gesteld dat Kongo een land was maar nog geen Staat. Ook Suriname is een land dat de fase van Staat nog niet heeft bereikt. De kiezer laat zich kisten. Het aantal onbekwame volksvertegenwoordigers dat zich als kandidaat opdient aan de kiezer is wellicht het hoogst als we de verkiezingen vanaf 1987 in beschouwing nemen. Opportunisten zijn gewoon van de straat geplukt. Een oproep aan onze heren en dames politici: overstijgt u het niveau van water en stroom als doel en laten we denken aan het weerbaar maken van Suriname met het oog op de klimaatsverandering en de economische ontwikkelingen in de wereld. Het belangrijktse plan is het ontwikkelen van de human capital van laagontwikkeld naar hoogontwikkeld. De meeste partijen denken daar niet aan en hebben daar ook geen plannen over.

error: Kopiëren mag niet!