Wat is er zo geweldig aan de Surinaamse multi-etniciteit?

Surinamers voelen zich superieur als het gaat om multi-etnisch samenleven. Het voorbeeld waarmee reclame wordt gemaakt is een synagoge en een moskee die naast elkaar staan. Maar wat zegt dat? In Suriname staat álles op een hoopje in Paramaribo. De kleine bevolking is opgedeeld in tien etnische groepen die naast elkaar en langs elkaar leven. Elk groepje is vooral in zichzelf gekeerd en vindt de eigen tradities, cultuur en god stiekem toch beter dan de rest. Fluisterend praat men over ‘zij’ en ‘wij’. Een groep die snel klimt op de ladder, wordt omlaag getrokken door haat, wrok of jaloezie of geremd omdat de staatsopbrengsten worden gestolen of op gaan aan de opvang van luilakken en leeglopers. Wat is er dan zo goed aan de Surinaamse multi-etniciteit, als verschillende groepen elkaar zo continu in de weg staan? Er zijn landen met een grotere diversiteit aan etnische groepen, die ook vreedzaam en harmonieus met elkaar leven, maar veel beter presteren dan Suriname. De oorzaak van de huidige morele en financiële mislukking in Suriname is niet etnische diversiteit, maar de lelijke bestuurder die verschrikkelijk goed zichzelf en zijn vrienden kan fiksen maar vreselijk onbekwaam is om het land te besturen. Multi-etnisch Suriname kent maar een paar zekerheden: het is altijd mooi weer en cyclisch trekt een politieke ramp een spoor van devaluatie en inflatie door het land.
Stef Blok, de Nederlandse minister van Buitenlandse zaken, heeft enkele weken geleden met zijn gebabbel over de nadelen van etnische opdeling voor tweespalt gezorgd. Hij ziet etnische opdeling als oorzaak van geweld en mislukking. Het blijft gissen hoe hij tot dit standpunt is gekomen. Misschien heeft hij weinig persoonlijke ervaring met diversiteit. De achtergrond van zijn ongemak met diversiteit heeft ongetwijfeld ook te maken met het feit dat christelijk Europa zich bedreigd voelt door de radicale Islam. Maar het christendom in Europa is getemd door het liberalisme en het secularisme (de scheiding van kerk en staat) en dat zal ook gebeuren met het Islamisme (dat de liberale democratie omver wil duwen en de maatschappij geheel wil inrichten volgens de Koran). Blok en zijn achterban worstelen ook met vragen over veiligheid en identiteit. Economische vluchtelingen kloppen aan de poorten van Europa om binnengelaten te worden. De Nederlanders zijn bang om hun identiteit te verliezen vanwege de nieuwkomers die hun wijken binnendringen en heel andere gewoontes hebben. Het is de angst voor het onbekende. Dat ongemak is wel invoelbaar. Stel je voor dat je nette en rustige woonwijk ineens wordt overspoeld door een horde ongeschoolde vreemdelingen die niet op jou lijken, zodat er problemen ontstaan op het gebied van veiligheid, orde en stabiliteit. Je voelt de morele paniek, toch? Je wil wel je geluk delen met anderen, maar je wil niet overspoeld worden door hen. Het probleem is dat in een wereld die steeds kleiner wordt, men als volk steeds opnieuw de identiteit moet bepalen: wie zijn we, wat willen we zijn en waar trekken we de grens.
Ik heb een andere ervaring met diversiteit dan Blok. Mijn leven is begonnen tussen de Grote Combéweg en de Watermolenstraat, dus in het hart van Paramaribo. Beide wijken waren volledig multi-etnisch. Ik ben opgegroeid tussen Creolen, Hindoestanen, Javanen, Chinezen en Boeroe’s. Die diversiteit was mijn wereld; ik kende geen andere wereld. Het was een heerlijke tijd. De ritjes met de ‘wilde bussen’ waren een uiterst multiculturele ervaring. In die bussen werd iedereen, ongeacht ras, cultuur, kaste en religie, samengeperst. Als je de bus uitstapte, werden de afstanden weer hersteld. In heb geen andere ervaring dan vreedzaam samenleven in multi-etnisch, multicultureel en multireligieus verband. Spanningen ontstaan wanneer een groep wil overheersen, niet op grond van verdiensten, maar op grond van (ras) sentimenten.
Dat de etnische groepen in Suriname vreedzaam naast elkaar leven, komt niet door onvoorwaardelijke liefde voor elkaar. Het komt door het liberalisme dat door de kolonisator werd geplant. Liberalisme is vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrije democratische verkiezingen, een vrije markt, respect voor minderheden, onafhankelijke rechtspraak en globalisatie. De Surinaamse identiteit wordt bepaald door de geschiedenis van slavernij, contractarbeid en immigratie, de Nederlandse taal, het Sranan Tongo, de onvolprezen Surinaamse keuken en de kaseko waar iedereen erop los danst. Maar het is de liberale democratie die de rust tussen de etnische groepen waarborgt. Daarom moeten de democratie en de rechtstaat met hand en tand worden verdedigd. Surinamers houden van hun vrijheid en zullen bijvoorbeeld nooit het communisme (zoals in China) of het Islamisme (zoals in Saoedi-Arabië) omarmen, laat staan dictatuur (de ervaring in de jaren 1980 was moordend). Samenleven en delen lukt het best onder de liberale democratie. Het liberalisme remt fanatisme en extremisme. Surinamers mogen zich daarom ernstig zorgen maken om de ondermijning van de democratie en de rechtstaat in de afgelopen jaren. Ook de gewoonte van het tegen elkaar uitspelen van etnische groepen voor de verkiezingen is zorgelijk.
De oorzaak van de crisis in Suriname is dus niet multi-etniciteit, maar veel meer een regering die dieven vrijelijk faciliteert. De regering besteedt overigens ook te veel aandacht aan folklore in plaats van aan goede economische politiek. Dit kan een afleidingsmanoeuvre zijn voor het wanbeleid. Het aantal nationale feestdagen is uitgebreid, terwijl het zou juist moeten worden teruggebracht tot een handjevol, zoals nieuwjaarsdag, dag van de onafhankelijkheid, dag van de arbeiders en de landbouwers, dag van de bevrijding (i.p.v. keti koti) en een immigratiedag. De overige feestdagen kunnen worden vervangen door een dag van eenheid-in-verscheidenheid. De verenigende kracht moet niet zijn folklore, maar de strijd voor vrijheid, gelijkheid, solidariteit, politieke gelijkheid (“one man, one vote”), recht en orde, integriteit en openbaarheid van bestuur. In Suriname ontaardt de politieke strijd altijd domweg in een etnische strijd. Ook het spinnen van verhaaltjes over kolonialisme en uitbuiting – om de schandalige zelfverrijking door politici te camoufleren – is een terugkerend verschijnsel. De focus is nooit gericht op goed onderbouwde plannen voor banen, betaalbare woningen, goede zorg, veiligheid en onderwijs. Het probleem is dat de onwetende massa zich makkelijk in het pak laat naaien door loze beloften en politieke acteurs. De voedselpakkettenmassa heeft het moeilijk, maar is niet in staat om haar strijd te zien door het prisma van slecht bestuur en gewiekste, criminele landgenoten (de werkelijke oorzaken van het verval).
Suriname is een vreedzaam multicultureel en pro-westers land. Het verhaal dat Suriname wil vertellen is: ‘Wans’ ope tata komopo / Wi mu’ seti kondre bun’ en ‘Werkend houden w’in gedachten / Recht en waarheid maken vrij’. Dat is de begraven essentie van het volkslied. De enige manier om de wereld te laten zien dat Suriname een geslaagde multiculturele natie is, is om Suriname tot een economisch succes te maken. Maar slechte bestuurders en het ressentiment houden Suriname klein. Wat er zo geweldig is aan de Surinaamse multi-etniciteit, is dat kinderen vanaf de geboorte in nauw contact komen met andere etnische groepen, op een leeftijd dat nog niet vergiftigd is door vooroordelen. Wat kinderen later overhouden aan jaloezie, haat en wrok is geplant door volwassenen.
D. Balraadjsing

error: Kopiëren mag niet!